Verslag van de vergadering van 14 maart 2023 (2022/2023 nr. 22)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 16.10 uur
Mevrouw De Boer i (GroenLinks):
Dank, voorzitter. Dank aan de minister voor de beantwoording. Ik denk dat wij van mening blijven verschillen over in hoeverre het handhaven van de vangnetnorm zoals we die kennen wel of niet verenigbaar is met het internationale verbod op discriminatie. Ik ben een beetje teleurgesteld dat ik op mijn vragen een herhaling van antwoorden krijg, maar misschien is dat een gegeven als we het gewoon principieel oneens zijn; dat kan zomaar. Doordat er een keuzemogelijkheid en dus een andere naamoptie wordt geïntroduceerd, is de beoordeling van de vangnetnorm en in hoeverre die discriminatoir is, volgens mij echt nog prangender geworden, want er is een alternatief, wat er natuurlijk eerst niet was. We zullen daar wellicht de jurisprudentie in moeten afwachten. Ik ben blij met de toezegging die de minister heeft gedaan om de evaluatie naar voren te halen en om hier nog eens goed naar te kijken. Dat geldt ook juist voor de vraag: verandert de margin of appreciation door de toegenomen mogelijkheden, dus de mogelijkheid om niet voor het een of het ander te kiezen, de mogelijkheid die er eerst niet was?
Ik ben ook blij met de toezegging dat de evaluatie niet, zoals gebruikelijk is bij evaluaties, alleen zal gaan over hoe het bevalt, wat de uitvoeringsproblemen zijn en hoeveel geld het kost, dus over dat soort vragen, maar dat ook nog eens een keer echt goed de juridische analyse gemaakt zal worden, ook in internationaal perspectief.
Ik heb nog één klein puntje, over die elektronische naamkeuze. Ik denk dat het belangrijk is dat die mogelijkheid er zo snel mogelijk komt. In 2010 is ook toegezegd dat gekeken zou worden naar die akte, die toch voor mensen een hele belemmering vormt. Dat is zeker binnen een huwelijk het geval, wil ik daaraan toevoegen, omdat je dan niet al automatisch allebei naar de burgerlijke stand gaat. Dat is bij een erkenning natuurlijk wel zo, want dat doe je al samen. Binnen het huwelijk is er geen logisch moment waarop je samen bij die ambtenaar van de burgerlijke stand zit. Die akte is dus een drempel, dus ik hoop dat de mogelijkheid om dat elektronisch te doen snel gerealiseerd wordt. Ik zou de minister willen vragen om aan zijn collega van Binnenlandse Zaken mee te geven dat het, ook in het kader van dit wetsvoorstel en de keuzemogelijkheid bij het naamrecht, heel relevant is om daar zo snel mogelijk naar te kijken. Daaraan kan dus wellicht bij de kabinetsreactie op de evaluatie aandacht besteed worden; de evaluatie zelf doet het kabinet natuurlijk niet.
De voorzitter:
Daarmee bent u aan het einde gekomen van uw tweede termijn? Ja? Oké. Mag ik u vragen om het kort te houden, meneer Backer, met het oog op de tijd?
De heer Backer i (D66):
Heel kort. Ik ben het overigens erg eens met de vragen die u stelt over de inhoud van de evaluatie. Ik ondersteun dat ook. Maar ik vind het volgende dus moeilijk te begrijpen. Misschien begrijp ik het dus verkeerd. De oude discussie van de vangnetregeling ligt niet voor. Die zit gewoon in de wet. Daar is alleen een mogelijkheid bij gekomen. Ik vind het moeilijk te begrijpen dat de dubbele geslachtsnaamkeuze de oude regeling zou verslechteren in de appreciatie van de internationale verdragen. Heb ik u dat nou horen zeggen of heb ik dat echt verkeerd begrepen?
Mevrouw De Boer (GroenLinks):
Nee, wat ik zeg, is dat het de beoordeling van de vangnetvorm zou kunnen veranderen. Ik zeg dus niet dat de norm op zich verslechtert, maar dat het feit dat er de mogelijkheid is om te kiezen voor een gelijkwaardig alternatief en dat alternatief niet gekozen wordt, de beoordeling anders zou kunnen maken in de zin dat het eerder discriminatoir bevonden kan worden. Die margin of appreciation ziet er natuurlijk op dat je keuzes moet maken en dat je een vangnetnorm moet kiezen. Dus op het moment dat er de keuze is tussen moeder en vader, kan ik me voorstellen dat er eerder geoordeeld wordt dat het binnen de margin of appreciation zit als je zegt: buiten het huwelijk kiezen we voor de naam van de moeder en binnen het huwelijk voor de naam van de vader. Dat valt binnen de margin of appreciation. Maar ik kan me heel goed voorstellen dat als er in theorie een mogelijkheid is om ook aan andere, gelijkwaardige keuze te maken, het oordeel dan eerder zal zijn: dan moet je de gelijkwaardige optie kiezen en niet de ongelijkwaardige optie.
De heer Backer (D66):
Ik begrijp nu de gedachtegang van mevrouw De Boer. Maar dan nog steeds zou dat uit de evaluatie kunnen komen. Maar op voorhand is deze toevoeging geen verslechtering.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw De Boer.
Mevrouw De Boer (GroenLinks):
Nee, de toevoeging is geen verslechtering, maar de beoordeling of die vangnetnorm houdbaar is, kan door de toevoeging wel anders worden. Dat betoog ik.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Van Dijk namens de SGP.