Verslag van de vergadering van 28 maart 2023 (2022/2023 nr. 24)
Aanvang: 13.34 uur
Status: gecorrigeerd
Aan de orde is de aanbieding van het verslag van de Tijdelijke commissie actualisering Reglement van Orde (CLVI, letter A).
De voorzitter:
Aan de orde is de aanbieding van het verslag van de Tijdelijke commissie actualisering Reglement van Orde. Ik geef het woord aan de voorzitter van de tijdelijke commissie, mevrouw Gerkens.
Mevrouw Gerkens (voorzitter van de tijdelijke commissie):
Voorzitter. Op 19 april 2022 heeft deze Kamer een Tijdelijke commissie actualisering Reglement van Orde ingesteld, beter bekend als CARO. Haar taakopdracht luidde: het uitvoeren van een analyse van het thans geldende Reglement van Orde en het doen van aanbevelingen en concrete voorstellen voor de actualisering daarvan. Het is mij als voorzitter van deze commissie een genoegen u te kunnen mededelen dat de commissie haar werkzaamheden heeft afgerond en dat wij heden het verslag daarvan aan de Kamer kunnen aanbieden. Het daarbij opgenomen concrete voorstel voor actualisering van het Reglement van Orde zal de commissie vanmiddag bij de Kamer indienen.
De commissie heeft sinds haar instelling twaalf keer vergaderd en heeft haar werkzaamheden op 14 maart afgerond. Ze heeft bij de doorlichting van het huidige reglement zowel een technisch als een inhoudelijk spoor gevolgd. Bij het technische spoor heeft zij voorstellen geformuleerd voor modernisering van het taalgebruik, heeft zij gezocht naar kernachtigere formuleringen en heeft zij voorgesteld uitgewerkte artikelen te schrappen en gewortelde procedures die zich buiten het Reglement van Orde om hebben gevormd, te codificeren. In de tijdelijke commissie leefde daarbij de overtuiging dat een reglement van de Kamer zich op de hoofdlijnen moet richten en niet hoeft te voorzien in een regulering van iedere denkbare gebeurtenis in de Kamer. Het reglement is geen panacee voor iedere denkbare hiccup of onverwachte situatie in ons werk, maar een hulpmiddel — ja, een belangrijk hulpmiddel, dat zeker — om de individuele Kamerleden, de Voorzitter en de commissievoorzitters in staat te stellen de Kamer transparant en goed te laten functioneren.
Naast het technische spoor volgde CARO ook een inhoudelijk spoor. Hierbij werkte de commissie met een aantal uitgangs- of gezichtspunten. Zo vormde de positie van het individuele Kamerlid voor haar een uitgangspunt en achtte zij het gewenst dat een reglement een reëel beeld van de organisatie en de werkwijze van de Kamer biedt. De tijdelijke commissie heeft er voorts naar gestreefd dat haar voorstel voor een geactualiseerd Reglement van Orde bijdraagt aan een transparante, kenbare en voorspelbare werkwijze en agendering in deze Kamer, dat het voldoende handvatten biedt aan de Voorzitter en commissievoorzitters om de vergadering in goede banen te leiden, en dat het niet verstarrend werkt op het functioneren van de Kamer en eenvoudig te hanteren is.
Voorzitter. Ik wil mijn collega's in de tijdelijke commissie bedanken voor de buitengewoon constructieve en collegiale wijze waarop wij de soms stevige discussies hebben gevoerd in onze commissie. Zij maakten het mij als commissievoorzitter daarmee gemakkelijk de vergaderingen te leiden. Ik weet dat ik hier ook spreek namens vicevoorzitter Joris Backer, die ook een aantal malen tijdens de vergadering de voorzittershamer heeft gehanteerd. Een bijzondere rol speelden de griffiers, zonder welke we de discussie niet op deze goede wijze hadden kunnen voeren. Hun kennis en hun adviezen zijn van groot belang geweest. Zonder deze ondersteuning vanuit de griffie zou de commissie dit verslag vanmiddag waarschijnlijk ook niet kunnen aanbieden. Veel dank daarom ook aan de betrokken griffiemedewerkers.
Voorzitter, ik zal afronden. Ons Reglement van Orde dateert van 1995 en is sindsdien alleen beperkt op onderdelen gewijzigd. Een volledige analyse van alle artikelen, zoals nu verricht door CARO, heeft nog niet eerder plaatsgevonden. Graag neem ik de Kamer in dit verband mee terug naar het jaar 2003. Toen werd in deze Kamer een beperkte wijziging van het Reglement van Orde voorgesteld. In de toelichting op het desbetreffende voorstel las ik dat het College van Senioren tijdens de zogenaamde stranddagen — het staat er echt — de wens had uitgesproken om in de volgende zitting van de Kamer tot een algehele wijziging van het Reglement van Orde te komen. De CARO heeft tot haar spijt niet kunnen vaststellen dat deze stranddagen van het College van Senioren ook een gewortelde praktijk zijn geworden. Misschien ligt dat aan het regenachtige weer dat wij vaak in Den Haag hebben.
Wij moeten deze Kamer dan ook teleurstellen: u zult de stranddagen van het College van Senioren tevergeefs in ons wijzigingsvoorstel zoeken. Trouwens, ook het begrip "senioren" vindt u, als het aan onze commissie ligt, niet meer terug in het geactualiseerde Reglement van Orde. Mede gelet op het jeugdig elan …
(Hilariteit)
Mevrouw Gerkens (voorzitter van de tijdelijke commissie):
Lachen is herkennen. Mede gelet op het jeugdig elan van dit adviesorgaan van de Voorzitter stellen wij voor om voortaan gewoon te spreken over "het college van fractievoorzitters". Dat neemt niet weg dat ik de hoop uitspreek dat de tijdelijke commissie de wens van de senioren van destijds om het Reglement van Orde van artikel 1 tot en met artikel 180 tegen het licht te houden na twintig jaar heeft ingelost, en dat ook deze Kamer kan instemmen met de voorstellen die de commissie doet.
Voorzitter. Dan overhandig ik nu graag het verslag aan u.
(Overhandiging van het verslag)
(Applaus)
De heer Otten i (Fractie-Otten):
Voorzitter, ik heb een punt van orde.
De voorzitter:
Ik ga eerst eventjes antwoorden aan mevrouw Gerkens.
Geachte voorzitter en leden van de commissie, collega's. Hartelijk dank voor het verslag van de Tijdelijke commissie actualisering Reglement van Orde, dat ik zojuist in ontvangst heb mogen nemen.
Hartelijk dank, mevrouw Gerkens. Mijn bijzondere dank aan de gehele commissie die aan dit verslag heeft bijgedragen. De commissie is op 19 april 2022 ingesteld en kreeg van de Kamer als taak het uitvoeren van een analyse van het thans geldende Reglement van Orde en het doen van aanbevelingen en concrete voorstellen voor de actualisering daarvan.
Ik mocht al even uw verslag inkijken voorafgaand aan deze vergadering. Bovendien heb ik in het voorbije jaar met bijzondere belangstelling de vergaderingen van uw commissie gevolgd, die alle gelivestreamd werden en die dus voor iedereen te volgen waren.
Mij is gebleken dat u daarbij grondig te werk bent gegaan en dat uw commissie haar werkzaamheden volledig in de openbaarheid heeft verricht. Iedereen die dit wenste — ik zei het al — kon via de livestream en anderszins kennisnemen van de interessante discussies en de besluitvorming in uw commissie.
Uw commissie bouwde daarbij voort op het verslag van de Tijdelijke Commissie Werkwijze Eerste Kamer, de commissie-Flierman, die in 2016 en 2017 actief was in deze Kamer. Tevens liet zij zich inspireren door de aanpak en voorstellen van de werkgroep-Van der Staaij, die tussen 2018 en 2021 werkte aan de herziening van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer.
Het resultaat ligt nu voor ons en, conform de procedures voor een voorstel voor een wijziging van het Reglement van Orde, zal uw commissie hedenmiddag tevens haar voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde bij deze Kamer indienen, zo kondigde u zojuist aan. Daarna is de voltallige Kamer aan zet. Ik zal daarom als Voorzitter niet op het eindoordeel van de Kamer vooruitlopen door nu al in te gaan op de inhoud van het verslag en de voorgestelde wijzigingen. Dat is uiteraard aan de Kamer.
Desondanks permitteer ik mij, met uw goedvinden, één opmerking. Die gaat niet over de stranddagen. In het verslag schaart uw commissie zich achter de opvatting van zowel de werkgroep-Van der Staaij in de Tweede Kamer als die van de commissie-Flierman in deze Kamer, namelijk de opvatting dat het Reglement van Orde van de Kamer geen oplossing biedt voor alle problemen die zich in de Kamer kunnen voordoen, helaas. U noemde dat zojuist al. De parlementaire of politieke cultuur, met de daaruit voortvloeiende mores, is minstens even belangrijk. Deze mores kunnen weliswaar sterk normatief zijn, kunnen aan verandering onderhevig zijn, maar lenen zich niet of veel minder voor codificatie in afdwingbare regels in bijvoorbeeld het Reglement van Orde. Ik ben het daar als uw Voorzitter van harte mee eens en zal dat ook bij het leiden van de werkzaamheden van deze Kamer blijven benadrukken.
Tot slot noem ik hier, onder hartelijke dankzegging voor het vele verrichte werk, alle leden van de commissie. Mevrouw Gerkens is voorzitter en de heer Backer ondervoorzitter. Samen met de heer Doornhof, de heer Van der Linden, die per 20 december 2022 vervangen is door de heer Van Wely, mevrouw Klip-Martin, de heer Koole, de heer Van Strien en de heer Talsma vormen zij de commissie. Mijn hartelijke dank geldt ook de ondersteuning van deze commissie.
De bodes zullen nu het verslag aan u allen uitreiken. Daarvoor schors ik de vergadering voor een enkele minuut.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Otten.
De heer Otten i (Fractie-Otten):
Dank, voorzitter. Ik heb een punt van orde. Ik heb dit vanmiddag ook kenbaar gemaakt in het College van Senioren toen we deze herziening van het Reglement van Orde bespraken. Ik hoorde de voorzitter van de commissie net zeggen: deze Kamer gaat dat beslissen. Ik vind het uiterst ongelukkig dat wij in de nadagen van onze termijn als Eerste Kamer, zelfs na de verkiezingen, over ons graf heen gaan regeren met een grondige herziening van het Reglement van Orde. Ik wil voorstellen om die herziening in juni door de nieuwe Kamer, in de nieuwe samenstelling, te laten behandelen, zodat wij ze dat niet op een van onze laatste vergaderdagen als een erfenis nog even cadeau doen, zeker ook omdat deze Kamer er heel anders uit komt te zien met heel veel nieuwe mensen, die er recht op hebben om hun eigen Reglement van Orde te bespreken. Dat punt van orde wilde ik hierbij even gemaakt hebben.
Dank.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Otten. Ik stel toch voor dat we even wachten tot volgende week, het CvS. Men heeft het rapport nog niet kunnen lezen; ook het behandelvoorstel van de commissie krijgen we vanmiddag. Ik stel voor om dat af te wachten en dan deze discussie te voeren, en om volgende week in het CvS zeker ook uw standpunt mee te wegen, als u zich daarin kunt vinden.