Plenair Van Dijk bij behandeling Voortduringswet artikelen 2c en 4 Wet verplaatsing bevolking



Verslag van de vergadering van 28 maart 2023 (2022/2023 nr. 24)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 15.00 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Dijk i (SGP):

Voorzitter. Het is ruim een jaar geleden dat Poetin Oekraïne binnenviel. De gevolgen zijn dagelijks zichtbaar; niet alleen in beelden van dood en verwoesting, maar ook in de vele Oekraïners die in Nederland hun toevlucht hebben gezocht. Het is onze humanitaire plicht om deze mensen hulp te bieden. De SGP heeft echter vragen — een aantal zijn er al gesteld — bij de wijze waarop de regering aan deze plicht voldoet.

Het staatsnoodrecht is een ingrijpend instrument. Het heeft de SGP verbaasd dat dit middel werd ingezet om via de Wet verplaatsing bevolking de opvang van Oekraïense vluchtelingen in goede banen te leiden, om meerdere redenen. De maatschappelijke bereidheid om deze mensen verblijf te bieden was groot. Waarom meende de regering dat een top-downbenadering noodzakelijk was en ze naar het staatsnoodrecht moest grijpen? Uit de memorie van antwoord blijkt dat het gebrek aan capaciteit bij het COA voor de regering het meest zwaarwegende argument was om de gekozen route in te zetten. Niet alleen voorzag de regering obstakels door de langdurige problemen in de reguliere asielopvang, maar zij geeft zelfs aan dat in een ideaal scenario van ruime capaciteit het COA sowieso niet genoeg ruimte zou hebben om deze stroom ontheemden te herbergen.

Voor de SGP laat dit allereerst zien dat het hard nodig is dat er een wissel omgaat in het asielbeleid. Daarnaast onderstreept dit het belang van een fatsoenlijk en structureel beleid ten aanzien van de opvang van asielzoekers. Dit is niet de eerste keer dat er een buitengewoon hoge toestroom van ontheemden aan onze grenzen staat. Het zal helaas ook niet de laatste keer zijn.

Het grootste bezwaar tegen de gekozen route is voor de SGP eigenlijk een ander. Het past in onze ogen in de tendens van de regering om decentrale overheden steeds meer te zien als een soort verlengde arm van het Rijk. De SGP ziet een kabinet dat sinds de coronacrisis te snel te gemakkelijk grijpt naar juridische middelen om haar zin door te drukken en decentrale overheden te behandelen als uitvoerder van landelijk beleid. Maar zo is Nederland niet opgebouwd. Het ondergraaft de provinciale en lokale democratie omdat het elke kwestie naar nationaal niveau tilt. Het beperkt decentrale overheden in hun bewegingsvrijheid en het slaat uiteindelijk misschien het initiatief juist dood vanuit het grondvlak. Het feit dat de regering meent dat het niet alleen haar humanitaire plicht is om Oekraïners op te vangen, maar ook een verplichting op grond van het Unierecht, zegt nog niet dat ze dan haar verantwoordelijkheid kan afschuiven op burgemeesters om die verplichtingen vorm te geven. Daar komt bij dat dit bij Oekraïners juist voor weinigen een punt van discussie was. Zeker in het begin deed iedere gemeente wat zij kon. Kan de minister uitleggen waarom ze het toen nodig vond om deze wet uit de kast te trekken?

Naast het argument van capaciteitsproblemen bij het COA legitimeert de minister het beroep op de Wvb op basis van artikel 2c. Deze wet is tevens van toepassing op volksverplaatsingen op grote schaal, welke niet het gevolg zijn van een last tot verplaatsing. Voor de SGP blijft de vraag: wat verstaan we onder "volksverplaatsingen op grote schaal"? En is hier sprake van volksverplaatsingen op grote schaal zoals bedoeld in deze wet? Is die niet allereerst bedoeld om de eigen bevolking te evacueren in geval van oorlog, oorlogsgevaar, daaraan verwante of daarmee verband houdende buitengewone omstandigheden? Van dergelijke omstandigheden was vorig jaar maart geen sprake. Kan de minister nog eens helder toelichten wat zij verstaat onder "volksverplaatsingen op grote schaal"?

Daarnaast staat het langdurige karakter van het conflict in Oekraïne niet in verhouding tot de inzet van het staatsnoodrecht. De Wet verplaatsing bevolking zegt immers zelf in artikel 2 dat er, nadat het in het eerste lid bedoelde besluit is genomen, onverwijld een voorstel van wet aan de Tweede Kamer wordt gezonden. De minister heeft op 6 juli vorig jaar in een Tweede Kamerdebat toegezegd dat ze zo snel mogelijk na het zomerreces een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer zou indienen. Intussen zijn we dichter bij het volgende zomerreces dan bij het laatste en komt het wetsvoorstel, naar ik begrijp, binnenkort in consultatie of is het net in consultatie gegaan. Ik weet niet wat de minister precies verstaat onder "zo snel mogelijk", maar ik heb de indruk dat dit iets anders is dan de meesten van ons hier daaronder verstaan. "Onverwijld" is niet na een jaar. Inzet van het staatsnoodrecht kan en mag niet langer dan strikt noodzakelijk. Wil de minister hierop reflecteren?

Tot slot. Wat zou er nou gebeuren als de inzet van de Wet verplaatsing bevolking nu wordt beëindigd? In de Tweede Kamer zei de minister daarover dat dan elke gemeente zelf beslist of en in welke vorm er voorzien wordt in de opvang van Oekraïners en dat het COA juridisch verantwoordelijk is. Waarom zou die constructie niet afdoende zijn? Voorziet de minister daar zulke omvangrijke problemen dat een beroep op de Wvb nodig is? Kan dat dan niet met bestuurlijke afspraken worden ondervangen?

Voorzitter. Vooralsnog is de SGP kritisch op voorliggend wetsvoorstel. We hopen dat de minister onze zorgen kan wegnemen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Dijk. De heer Keunen heeft nog een vraag voor u, denk ik.

De heer Keunen i (VVD):

Dank voor dit betoog. U maakte een opmerking over volksverplaatsing. Dat kwam net ook al aan de orde en daarom wil ik toch graag citeren uit de memorie van toelichting op de wet uit 1952. Daar staat letterlijk: "Er kunnen zich omstandigheden voordoen zoals bij grote groepen vluchtelingen die onze grenzen overschrijden, waarbij het gewenst is gebruik te kunnen maken van de in het ontwerp neergelegde regeling." Ik denk dat dat misschien …

De voorzitter:

Heeft u ook een vraag bij deze interruptie?

De heer Keunen (VVD):

Ja. Is dit een antwoord op uw vraag?

De heer Van Dijk (SGP):

Deze vraag is niet voor niks ook door andere collega's opgeworpen. De hele context lijkt heel erg bedoeld om vooral de eigen bevolking te kunnen evacueren in geval van oorlog et cetera, dus ik heb toch het idee dat we bepaalde noodgrepen toepassen. Ik zou dat graag nader uitgelegd willen horen door de minister.

De heer Keunen (VVD):

Zeker, maar dit staat er letterlijk.

De heer Van Dijk (SGP):

Ik dank mijn collega voor deze wijsheid.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Dessing namens Forum voor Democratie.