Senaat steunt wijzigen Wet publieke gezondheid



De Eerste Kamer heeft dinsdag 23 mei ingestemd met het voorstel van minister Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) over het wijzigen van de Wet publieke gezondheid (Wpg). Tijdens een hoofdelijke stemming waren 49 Kamerleden voor het wetsvoorstel en 24 tegen. Ook is gestemd over elf moties die tijdens het debat een week eerder en tijdens een derde termijn op 23 mei waren ingediend. Twee moties zijn aanvaard, acht moties verworpen en 1 motie werd op 16 mei ingetrokken.

Voor de stemming diende PVV-senator Van Hattem drie gewijzigde moties in en PvdD-senator Nicolaï één gewijzigde motie.

Aangenomen moties

  • De motie-Nicolaï c.s. (36.194, N) spreekt uit dat de bepaling 'daadwerkelijk geschikt zo moet worden gelezen dat de minister bij het vaststellen van een maatregel moet aangeven waarom hij meent dat het daarmee beoogde doel daadwerkelijk bereikt wordt en dat in het kader van de doel-middelbeoordeling op evenredigheid de rechter moet beoordelen of de minister zorgvuldig onderzoek heeft verricht naar de effectiviteit van de maatregel en of de vaststelling van de feiten betrouwbaar is en het gekozen middel kan dragen; en verzoekt de regering te bevestigen dat zij deze interpretatie onderschrijft en de Kamer daarover binnen vier weken schriftelijk te berichten. Deze motie kreeg van de minister het advies 'Oordeel Kamer'. Deze motie is met algemene stemmen aanvaard.
  • De gewijzigde motie-Nicolaï c.s. (36.194, W) overweegt dat als blijkt dat de overheid geen maatregelen mag treffen die ertoe leiden dat personen die niet tegen een aangewezen A1-ziekte zijn gevaccineerd geen toegang tot publieke en besloten ruimten hebben en gevaccineerden wel, het onwenselijk is dat exploitanten van publieke en besloten ruimten mogen eisen dat degene die toegang verlangt, moet kunnen aantonen dat deze tegen de aangewezen A1-ziekte is gevaccineerd; en verzoekt de minister om te regelen dat de exploitant van een publieke of besloten ruimte geen vaccinatiebewijs mag eisen van een bezoeker zolang daarin niet publiekrechtelijk is voorzien. Deze motie was door de minister ontraden. Voor deze moties stemden de fracties van de OSF, Fractie-Nanninga, PvdA, GroenLinks, SP, PvdD, Fractie-Otten, PVV, SGP, 50PLUS, Fractie-Frentrop.

Verworpen moties

  • De motie-Van Hattem c.s. (36.194, L) constateert dat door de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie), Covid-19 niet meer als een global health emergency wordt beschouwd; overweegt dat de A-status van covid-19 zo snel mogelijk moet worden afgeschaald nu van een 'global health crisis' geen sprake meer is en dat covid-19 geen nieuwe status meer moet krijgen; en draagt daarom de minister op de A-status van covid-19 per ommegaande af te schalen en er geen nieuwe status aan te verbinden. Deze motie was ontraden door de minister.
  • De motie-Nicolaï c.s. (36.194, P) overweegt dat ontwerpers, kunstenaars, schrijvers van filmscenario's, filosofen en deskundigen op het gebied van zingeving en belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het onderwerpen en bediscussiëren van scenario's en aan tegenspraak; en verzoekt de minister met een voorstel te komen op welke wijze zulke deskundigen bij de uitvoering van de Wijziging van de Wet publieke gezondheid kunnen worden betrokken indien zich een ongekende pandemie voordoet die leidt tot het nemen van op die wet gebaseerde maatregelen en dat binnen twee maanden aan de Kamer te doen toekomen. Deze motie was eveneens ontraden.
  • Motie-Otten c.s. (36.194, Q) constateert dat het ministerie van VWS een grote achterstand heeft in de afhandeling van verzoeken gedaan op basis van de Wet open overheid en de Wet openbaarheid bestuur en inmiddels substantiële dwangsommen verschuldigd zijn als gevolg van gerechtelijke vonnissen t.a.v. Woo- en Wob verzoeken die tot op heden nog niet uitgevoerd zijn; en verzoekt de regering voortvarend additionele adequate maatregelen te nemen zodat het ministerie van VWS deze achterstand kan wegwerken en aan de wettelijke verplichtingen voldoet. Deze motie was volgens de minister overbodig.
  • Motie-Van Hattem c.s. (36.194, R) constateert dat de voorwaarden over de aansprakelijkheid voor bijwerkingen van een vaccin is geregeld in contracten tussen de overheid en producenten; overweegt dat de minister weigert om deze contracten openbaar te maken; en draagt het kabinet op om deze contracten zo snel mogelijk openbaar te maken. Deze motie was ontraden.
  • Motie-Van Hattem c.s. (36.194, S) constateert dat de noodbevoegdheid uit de Wpg volgens de minister de mogelijkheid biedt tot het inzetten van de avondklok als maatregel; overweegt dat de avondklok of een andere maatregel uit het staatsnoodrecht niet via de noodbevoegdheid uit de Wpg zou moeten worden ingezet; en verzoekt de minister maatregelen die reeds in het staatsnoodrecht verankerd zijn, zoals de avondklok, niet in te zetten via de noodbevoegdheid uit de Wpg. Ook deze motie was ontraden.
  • Gewijzigde motie-Van Hattem c.s. (36.194, U) constateert dat bepaalde data rond coronamaatregelen niet openbaar worden gemaakt omdat de data berust bij private partijen; overweegt dat data bij maatregelen uit de Wpg altijd transparant beschikbaar moeten zijn en dat eerst een met openbaar beschikbare en te valideren data onderbouwde evaluatie van eerder genomen collectieve maatregelen tegen infectieziekten in het kader van de bestrijding de covid-19 epidemie moet hebben plaatsgevonden voordat de gewijzigde Wpg, indien aangenomen, in werking kan treden; en roept het kabinet op te voorkomen dat data bij maatregelen berusten bij private partijen en altijd openbaar beschikbaar kunnen worden gemaakt mits geanonimiseerd en geaggregeerd.
  • Motie-Van Hattem c.s. (36.194, V) constateert dat een van de gevraagde deskundigen geen bijdrage heeft kunnen leveren in de voorbereiding van de behandeling van dit wetsvoorstel en dat de brief van deze deskundige na behandeling van het wetsvoorstel op 17 mei jl. is toegezonden aan de leden van de Eerste Kamer; overweegt dat deze brief kritiekpunten bevat over de effectiviteit van maatregelen; en roept het kabinet op om in een brief aan de Kamer met een reactie te komen op de in de brief van prof. dr. Meester genoemde kritiekpunten.
  • Motie-Van Hattem c.s. (36.194, X) constateert dat bepaalde data rond coronamaatregelen niet openbaar worden gemaakt omdat de data berust bij private partijen; overweegt dat de data bij maatregelen uit de Wpg altijd transparant beschikbaar moeten zijn; roept het kabinet op om te voorkomen dat data bij maatregelen berusten bij private partijen en ervoor te zorgen dat ze altijd openbaar beschikbaar kunnen worden gemaakt, mits geanonimiseerd en geaggregeerd.

De motie-Krijnen (36.194, M) c.s. over het niet in werking laten treden van zware collectieve maatregelen werd op 16 mei 2023 ingetrokken.

Over het wetsvoorstel

Dit wetsvoorstel is de eerste wijziging van de Wet publieke gezondheid voor een versterkte pandemische paraatheid. Hiermee komt er een wettelijk kader voor collectieve maatregelen voor de bestrijding van een epidemie van infectieziekten behorend tot groep A1, of een directe dreiging daarvan, zoals bijvoorbeeld covid-19. De verspreiding van dergelijke infectieziekten levert een gevaar op voor de volksgezondheid. Het is dan volgens het kabinet noodzakelijk om snel te kunnen handelen en maatregelen te kunnen nemen om de verspreiding te voorkomen.



Deel dit item: