Verslag van de vergadering van 19 maart 2024 (2023/2024 nr. 24)
Aanvang: 13.32 uur
Status: gecorrigeerd
Aan de orde is de behandeling van:
-
-het wetsvoorstel Wijziging van de Kieswet, houdende vaststelling van regels over de programmatuur die bij verkiezingen wordt gebruikt ten behoeve van de vaststelling van de verkiezingsuitslag (Wet programmatuur verkiezingsuitslagen) (36150).
Dit wetsvoorstel wordt zonder beraadslaging en zonder stemming aanvaard.
De voorzitter:
Verlangt iemand aantekening? Dat is niet het geval.
Thans zijn aan de orde de stemmingen, maar niet dan nadat ik u heb meegedeeld dat vanavond op verzoek van de commissie VWS nog een hamerstuk, inzake de begrotingsstaten van VWS, aan de agenda zal worden toegevoegd, conform afspraak in het College van fractievoorzitters.
Thans zijn aan de orde de stemmingen. Ik heet de minister van Justitie en Veiligheid, die namens de regering bij de stemmingen aanwezig is, nogmaals van harte welkom.
Hebben voldoende leden de presentielijst getekend? Dat is het geval.
Alvorens wij verdergaan met de agenda, meld ik u dat mevrouw Vos, naar ik heb begrepen, heeft verzocht om een vierde termijn naar aanleiding van het debat over de Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie. Ik geef het woord aan mevrouw Vos.
Mevrouw Vos i (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, dat klopt. Dat komt omdat wij een brief hebben gekregen van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met een wijziging van de wet die zij wil doorvoeren. Daarover willen we het graag nog hebben met de minister, het liefst in een vierde termijn. Die zal dan volgende week zijn.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Vos. Kan de Kamer zich vinden in het verzoek of wenst iemand daarover het woord te voeren? De Kamer kan zich daarin vinden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Ik stel voor deze vierde termijn volgende week te houden. In verband met een Europese verplichting van de minister zal dit debat dan volgende week dinsdag aan het einde van de middag kunnen starten. Ik stel voor dan ook over het wetsvoorstel en de ingediende moties te stemmen. Kan de Kamer zich daarin vinden? Dat is het geval.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Dat betekent dat het wetsvoorstel en de moties nu geen onderdeel meer uitmaken van de stemmingslijst.