Plenair Dittrich bij voortzetting behandeling Wet seksuele misdrijven



Verslag van de vergadering van 19 maart 2024 (2023/2024 nr. 24)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.30 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Dittrich i (D66):

Wij willen graag de minister hartelijk danken voor haar beantwoording. In mijn eerste termijn heb ik met name dingen aan de orde gesteld, vanwege de wetsgeschiedenis. Het is toch belangrijk voor de rechtspraktijk om te weten hoe de Eerste Kamer over bepaalde zaken denkt. Dat ging met name over schuld, opzet, zware schuld en voorwaardelijke opzet. Uiteindelijk is de afdronk dat het in een concrete situatie natuurlijk toch aan de rechter is om in een concreet geval een beslissing te nemen. Ik denk dat het voor rechters echter ook van belang is om te weten wat er hier in deze Kamer gezegd is. We zullen dat in de evaluatie zien. Dat heeft de minister toegezegd. Dat blijven we volgen.

Voorzitter. Ik ben blij met het antwoord van de minister dat de uitvoeringsorganisaties op de hoogte zullen worden gehouden van het oude en het nieuwe recht. Het kan nog weleens tien jaar of nog langer duren dat het oude recht van toepassing blijft op zaken die veel later door een aangifte worden gevolgd.

Ik had een punt van de BES-eilanden gemaakt. We zijn onlangs met een delegatie van de Eerste Kamer op de BES-eilanden geweest. Daar werd het voorbeeld vanuit de mensen aangebracht: wat raar eigenlijk, dat het Verdrag van Istanbul niet geldt voor de BES-eilanden. De minister zegt dat we vanaf 2010 bezig zijn met dit wetsvoorstel, maar toen waren de BES-eilanden niet in het vizier. Ik zou toch willen pleiten voor snelheid bij de beslissing, want ook in Caribisch Nederland geldt: nee is nee en verkrachting mag niet. Ik vind dus dat Caribisch Nederland met Europees Nederland gelijkgesteld moet worden voor wat betreft de nieuwe wetgeving.

Ik dank de minister voor de toezegging om de wettekst rond kinderpornografisch materiaal aan te passen. Ik krijg nog een antwoord op de vraag hoe het nou toch mogelijk is dat dit in de wettekst terecht is gekomen, terwijl de wettekst door zo veel handen is gegaan. Ik ben benieuwd naar het antwoord. Dat geldt trouwens ook voor de Raad van State. Die heeft dit punt ook niet aan de orde gesteld. Maar goed, de minister gaat over de ambtenaren. Dat hoor ik dus graag.

Ik heb een vraag gesteld over geweld tegen homoparen en lesboparen, maar ook over geweld binnen dat soort relaties. Uit onderzoek blijkt namelijk dat seksuele misdrijven daar ook veel voorkomen. Roze in Blauw meldt ons dat daar weinig aangiftes van zijn, omdat mensen zich schamen en zij niet naar buiten durven te treden over het geweld in die relaties. Mijn vraag is dus hoe hieraan in het flankerende bereid specifiek aandacht gegeven gaat worden. Dat hoor ik nog graag van de minister.

Dan wil ik eigenlijk concluderen dat in onze ogen, die van D66 en OPNL, het wetsvoorstel een vooruitgang is. Het gaat er uiteindelijk natuurlijk om hoe de strafrechtsketen met de wet omgaat en hoe de uitvoering in de praktijk zal zijn. Dat is echt heel belangrijk. Ik moet eerlijkheidshalve toegeven dat ik de zorgen deel die andere sprekers naar voren hebben gebracht. In de strafrechtsketen is het toch een beetje armoe troef. Voor slachtoffers van seksueel misbruik is dat echt heel erg vervelend.

Eén onderdeel wil ik hier nog aan toevoegen. We lezen dezer dagen dat er ook echt een gevangenispersoneelstekort is. Stel je nou toch eens voor dat de strafrechtketen voor een deel op orde is. Het slachtoffer doet aangifte, er vindt vervolging plaats en er komt een gevangenisstraf. En dan wordt er gezegd: tja, we hebben niet genoeg personeel in de gevangenissen, dus laat maar zitten. Dat zou echt een inbreuk zijn op het vertrouwen in de rechtsstaat en de instanties. Ik hoop in tweede termijn dus nog wat meer gerustgesteld te worden.

Voorzitter. Na de zomer, zo is de toezegging, komt er ook een soort bericht over de witte plekken in het hulpverleningslandschap voor slachtoffers. Althans, zo heb ik genoteerd dat de minister dat gezegd heeft. Wij kijken daar met belangstelling naar uit. Wij hopen dat de nieuwe wet voor slachtoffers een verbetering is om aan hun recht te kunnen komen. Dat geldt ook voor de straatintimidatie waar we het vandaag zo lang over gehad hebben.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Dittrich. Dan is het woord aan mevrouw Van Toorenburg namens het CDA.