Plenair Dittrich bij behandeling en stemming Begroting Koning 2024



Verslag van de vergadering van 9 april 2024 (2023/2024 nr. 27)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.22 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Dittrich i (D66):

Dank, voorzitter. Ook ik wil de minister-president bedanken voor zijn beantwoording. Overigens heb ik niks nieuws gehoord, want wat hij hier vertelde, heeft hij ook al in de Tweede Kamer verteld. Vervolgens is daar toen een motie ingediend die daarna met een royale meerderheid is aanvaard. Dus de Tweede Kamer is het niet eens met de gedachtegang van de minister-president. Ik constateer dat deze motie door de heer Van Rooijen is ingediend. Ik wil mijn collega's oproepen om als de motie in stemming komt, ertegen te stemmen met in het achterhoofd: wie zijn wij als Eerste Kamer en wat is onze rol? Ik ben het heel erg eens met de heer Janssen, die zegt dat als er een grondwetswijziging komt, er in eerste lezing een gewone meerderheid nodig is en pas na de verkiezingen een tweederdemeerderheid in de Tweede en de Eerste Kamer. Dus laten we als Eerste Kamer gewoon wachten op het wetsvoorstel. Als het onze kant opkomt, gaan we dat inhoudelijk hier in deze Kamer bespreken en dan kan iedereen voor of tegen zijn en dan zien we dat wel, maar we gaan niet de Tweede Kamer de mond snoeren met een motie in de Eerste Kamer.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Dittrich. Wenst een van de leden in de tweede termijn nog het woord? Dat is niet het geval.

Minister-president, bent u in de gelegenheid om direct te reageren op de vragen van de Kamer? Dat is het geval. Dan geef ik het woord aan de minister-president.