Verslag van de vergadering van 23 april 2024 (2023/2024 nr. 30)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 11.11 uur
Mevrouw Nanninga i (JA21):
Dank, voorzitter. Beste aanwezigen. Er was nogal debat over wat we hier staan te doen vandaag. Ik weet niet wat u hier allemaal staat te doen vandaag, maar ik sta hier om harde noten te kraken over het falende woonbeleid van demissionair minister Hugo de Jonge, alhier aanwezig. De feiten liegen er niet om. Zijn stapel regels heeft onze woningmarkt niet verbeterd, maar juist in een wurggreep gehouden. Kijk naar de onderzoeken van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en de experts van CBRE en wat blijkt? De zinloze regelgeving jaagt beleggers die we nodig hebben om meer huizen te bouwen weg. De NVM noemt het een scenario waarin ons cruciale vrijehuursegment onder druk staat vanwege alle overheidsbemoeienis. De overheid verhoogt namelijk de overdrachtsbelasting, en de nieuwe regels in box 3 maken investeren in huurwoningen ongeveer zo aantrekkelijk als een dagje naar de tandarts. Want wat gebeurt er? Het wordt rendabeler om huurwoningen te verkopen dan om ze te blijven verhuren. Gevolg: een krimpende voorraad huurhuizen en stilvallende nieuwbouw. En dan hebben we het nog niet eens over de waarschuwing van De Nederlandsche Bank. Meer regels en minder verhuizingen is slecht nieuws, niet alleen voor onze woningmarkt, maar voor onze hele economie. We hebben een flexibele woningmarkt nodig met doorstroming, ook om onze arbeidsmarkt gezond te houden.
In de sociale huursector zien we dat mensen bijna vastroesten. Ze verhuizen veel minder vaak dan in de vrije sector. Dat is ook logisch, want je zit er voor een relatief betaalbare prijs en er is geen alternatief dat een stapje hoger betekent. Je kan alleen voor veel meer geld iets huren of kopen. Je blijft dus zitten. Dat is geen verwijt aan sociale huurders, maar dat is wel een gegeven. Dit zorgt voor hele lange wachtlijsten en hogere huurprijzen als je wel een keer wilt verhuizen. Ook dit zet onze woningmarkt op slot.
Demissionair minister De Jonge krijgt ook kritiek van experts zoals hoogleraar Marc Francke. Beleggers halen hun woningen van de markt, wat leidt tot minder huurwoningen. Wat doet een groot bedrijf als Heimstaden? Dat verkoopt huurpanden vanwege de lage opbrengsten en de hoge kosten. Zo raken we steeds meer huurwoningen kwijt. Een hele rits van experts, belanghebbenden, marktpartijen en huurdersverenigingen zegt dat de sleutel tot het oplossen van deze ellende echt bouwen en niet reguleren is.
Daarnaast hebben met name jongeren en starters het tegenwoordig heel zwaar bij het vinden van een eigen woning. Er zijn niet genoeg betaalbare huizen. Jongeren blijven daarom bij hun ouders wonen en dat is echt een ramp op hun pad naar volwassenheid. Normaal gesproken zouden jonge mensen leren op eigen benen te staan en hun eigen boontjes te doppen, maar je kunt niet volwassen worden als je onder het dak van je ouders woont. Een hele generatie mist cruciale levenslessen. Dat houdt ze klein. Daarnaast zet het niet hebben van een huis een dikke streep door andere grote levensplannen, zoals het starten van een gezin. Veel jongeren wachten met kinderen krijgen, omdat ze geen plek hebben waar ze die kinderen kunnen laten. Het heeft niet alleen impact op hun eigen levenspad, het raakt ons allemaal. Het geboortecijfer daalt en dat zorgt weer voor problemen op de arbeidsmarkt. Het raakt ook de pensioenen. Het is, kortom, een vicieuze cirkel die we moeten doorbreken. Dan hebben we het nog niet eens over de economische gevolgen voor deze jongeren. Zonder een eigen huis bouwen ze veel moeilijker een kapitaal op, wat ze op achterstand zet ten opzichte van oudere generaties die wél konden profiteren van een toegankelijke woningmarkt. Deze jongeren kunnen minder investeren en minder spenderen, wat onze hele economie ook weer raakt. We laten een hele generatie jongeren in de steek als we hier niets aan doen. Het wordt tijd dat we dit probleem serieus gaan nemen en oplossen. Oftewel: bouwen, zodat ook onze jongeren een eerlijke kans krijgen op een goede toekomst. En vergeet ook niet de mensen die te maken hebben met een relatiebreuk en geen kant op kunnen. Soms leven ze in omstandigheden van verslaving en mishandeling, waarbij er ook nog sprake is van kleine kinderen in huis. Die mensen kunnen fysiek nergens heen. Ze kunnen niet uit elkaar. Dat is ook gewoon gevaarlijk.
De boodschap is duidelijk: dit beleid slaat de plank volledig mis. In plaats van meer betaalbare huurwoningen en grootschalige nieuwbouw zorgt dit beleid juist voor minder betaalbare huurwoningen en zet het de bouw van nieuwe huizen op een laag pitje. Daarnaast zijn er ook verstikkende factoren waar een kluwen aan falend kabinetsbeleid en de wurggreep van internationale verdragen en afspraken debet aan zijn. We moeten keuzes durven maken. Wil Nederland hier de halve wereld opvangen, een status geven en een sociale huurwoning toewijzen? Wil Nederland een natuurpark zijn waar biodiversiteit vooropstaat? Wat JA21 betreft is het antwoord op beide vragen: neen.
Een maand geleden, en dat zal meneer Van Meenen vast leuk vinden om te horen, was ik in museum Het Schip, gewijd aan de grote uitbouw van steden in de jaren twintig van de vorige eeuw, in het bijzonder in Amsterdam, onder een vergaande en ambitieuze visie op volkshuisvesting. Grote mannen met grote visioenen hadden niets dan het belang van Nederlanders voor ogen en acteerden overeenkomstig. Wat ze bouwden was bovendien mooi, tijdloos mooi. Wij vinden het nog steeds prachtig. Ik raad het iedereen aan: ga er maar eens kijken. Het was relatief makkelijk om op grote schaal te bouwen. Nee, dit is geen pleidooi om de sociaaldemocratie te belijden. Niet alles van 100 jaar geleden is te kopiëren naar het heden, maar die mentaliteit, die visie, die eendracht tussen lokale en landelijke bestuurders en volksvertegenwoordigers om in een eerste levensbehoefte van Nederlanders te voorzien vanuit dienstbaarheid aan de Nederlander, daar zou het huisvestingsbeleid om moeten draaien. Wat wordt die mentaliteit node gemist — ook, maar niet alleen, in het woondossier. Laat ondernemers ondernemen, bouwers bouwen en maak de keuze om Nederland geen azc te laten zijn en ook geen wildpark. Wij zijn een klein, vol land met een uitstekende positie voor handel, ondernemen, transport en kennis. Aan asielopvang gaan wij bijkans kopje onder. Daar moeten wij mee stoppen. Hoewel de geelgevlekte rietgors en de reuzenwaterwants beide schepselen Gods en ongetwijfeld hele brave dieren zijn, is hun plek misschien niet hier, op dit piepkleine stukje aarde. Laten we hier prioriteit geven aan mensen en niet tegen de klippen op de bouw frustreren om een rekenkundig stikstofverhaal te faciliteren waar opeenvolgende kabinetten ons in hebben vastgedraaid.
Dames en heren, het is tijd om het roer om te gooien. Wij pleiten voor deregulering: minder regels, meer vrijheid voor investeerders, minder bemoeienis van de overheid en het prioriteren van Nederland, in het belang van de Nederlandse belastingbetalers. Dat is wat onze woningmarkt nodig heeft om weer gezond te worden. Een volk dat nergens kan wonen en dat niets kan opbouwen zal in een staat van permanente stress en overleving verkeren en zal niet tot bloei komen. Dat is wat de huidige en toekomstige generaties Nederlanders te wachten staat. Demissionair minister De Jonge, het is tijd is om wakker te worden, deze regelgeving terug te draaien en om knopen door te hakken, om harde keuzes te maken, waarbij het belang of, liever gezegd, de urgente nood van de Nederlandse bevolking vooropstaat. Geef de markt de ruimte om de woningnood op te lossen.
We moeten niet vergeten dat een sterke woningmarkt cruciaal is voor een sterke economie. Laten we stoppen met de fouten uit het verleden en kiezen voor een beleid dat werkt voor bouwers, huurders, investeerders en kopers, een beleid dat onze woningmarkt niet kapot maakt, vastbindt en verstikt maar nieuw leven inblaast.
Voorzitter, tot zover. Dank u wel. Ik wil alvast mijn excuses maken dat ik vanmiddag een deel van dit debat om mij moverende redenen zal missen.
De voorzitter:
Voordat u vertrekt: er is een interruptie van de heer Nicolaï.
De heer Nicolaï i (PvdD):
Ik begrijp uit het slot van het verhaal van mevrouw Nanninga dat de markt het moet oplossen. Ik hoorde ook iets over mensen met visie in het verleden die hele mooie stukken stad hebben ontworpen enzovoorts. Nou, in die tijd was het niet de markt maar juist de bemoeienis van de overheid die daarvoor heeft gezorgd. Dat is één. De markt moet het oplossen. De minister heeft er in zijn brief aan ons op gewezen: een groot deel, namelijk 40% van de middenhuurwoningen zit qua huur boven de prijs die de kwaliteit van de woning rechtvaardigt. Daar worden ook uw kiezers mee geconfronteerd. Dat is toch juist de markt?
Mevrouw Nanninga (JA21):
Ik zei dat het gaat om een visie. Daarom haalde ik de woningbouw van een eeuw geleden aan. Nee, wat de heer Nicolaï beschrijft is schaarste. Als er heel, heel weinig wordt gebouwd, als er heel weinig huurwoningen zijn, dan kun je een krot of een schimmelwoning misschien voor te veel geld verhuren. Ook hier is niet reguleren de oplossing voor het probleem dat de heer Nicolaï schetst — daarin heeft hij gelijk — maar meer bouwen. We moeten de schaarste opheffen. Dan komen dit soort wantoestanden ook niet meer voor.
De heer Nicolaï (PvdD):
Maar mijn vraag was of het feit dat je voor een onzinwoninkje enorme bedragen moet betalen aan huur, het gevolg is van hoe de markt werkt. Dat was mijn vraag en het antwoord is: ja. U zegt dat de markt het moet oplossen. Nou, als je de markt zijn gang laat gaan en niet reguleert, dan krijg je dit soort excessen.
Mevrouw Nanninga (JA21):
Dat ben ik, dat zal u niet verrassen, niet met de heer Nicolaï eens. Het is niet een gevolg van de markt, het is een gevolg van schaarste. Die schaarste is niet gecreëerd door de markt. Die schaarste is gecreëerd door de asielinstroom, door de stikstofregels, door allerlei milieuregels in de bouw die de bouw blokkeren, door ruimtelijke-ordeningsissues, door het gebrek aan overzicht en een grote visie op dit probleem. De markt is niet schuldig aan de schaarste. Al die verstikkende regels … Ik heb hier een lijst van wel tien partijen in de bouw en in de huur, zoals huurdersbelangenverenigingen en noem maar op, die zeggen dat die regels de boel verstikken. Die zorgen voor het probleem dat meneer Nicolaï schetst. De markt is daarin de oplossing. Laat bouwers bouwen. Zorg dat die schaarste wordt opgelost en dan hebben we geen problemen meer.
De voorzitter:
Tot slot, meneer Nicolaï.
De heer Nicolaï (PvdD):
Het wordt "kip en ei". De markt zorgt voor die idioot hoge huren, klaar uit.
Mevrouw Nanninga (JA21):
Dat kan de markt alleen doen als er schaarste is. Als ik kan kiezen uit tien huurwoningen, de een nog comfortabeler dan de andere en ook voor een redelijke prijs, dan ga ik toch geen peperdure maar slecht onderhouden woning huren? Het is schaarste en die schaarste wordt veroorzaakt door het beleid van onder meer deze demissionaire minister.
De heer Rietkerk i (CDA):
Het interessante in het betoog van de fractie van JA21 is de opmerking dat er een eeuw geleden mooi en kwalitatief werd gebouwd. Overigens was dat niet alleen zo in Amsterdam en omgeving, maar ook in Noord-, Oost- en Zuid-Nederland. Alleen, toen kenden we de rode contouren nog niet. Dat is ook een visie. Ik ga haar niet helemaal duiden, maar in deze ruimtelijke visie heb je rond een kern of een dorp een rode lijn. Buiten die lijn mag je niet bouwen. De afgelopen 20 à 30 jaar is dat ontwikkeld. Er is echter ook een alternatief: bij kwetsbare natuur een groen cirkeltje en waar je wateropgaven hebt, omdat je anders verzuipt, een blauw cirkeltje en die rode contour weg. Wat is de visie daarop van de fractie van JA21? Dan kun je veel meer bouwen.
Mevrouw Nanninga (JA21):
Ik gaf in mijn bijdrage al heel duidelijk aan dat de menselijke maat, de woningnood en er zijn voor de Nederlandse belastingbetaler echt prioriteit hebben boven natuurbehoud en -beheer. Daarmee wil ik niet zeggen dat je ieder natuurgebied maar moet volplempen met torenflats. Zo ver zou ik niet willen gaan, maar we moeten keuzes durven maken. Dat is precies wat ik betoog. Die stikstofregels zijn een rekenwerkelijkheid. Het is onzin. Er wordt ontzettend veel bouw gefrustreerd en trouwens ook boerenbedrijvigheid gefrustreerd door dat krankzinnige stikstofverhaal. Als we dat nou opheffen, hoeven we echt de Biesbosch niet vol te bouwen, maar dan komen we al een heel eind.
De heer Rietkerk (CDA):
Toch nog mijn vraag over de rode contour die ook in het bestemmingsplan of de omgevingsvisie van de gemeente zit. Die zorgt ervoor dat je niet kan uitbreiden, kan bouwen. Mijn vraag aan de fractie van JA21 is toch: wat als je de rode contour weglaat, dus daar ruimte geeft om het probleem op te lossen dat we allemaal zien, dus meer bouwen en dan wel kwetsbare natuur en goede landbouwgronden ontzien? Dan heb je gewoon meer ruimte in dorpen in Noord-Holland en in Zuid-Holland. Ik krijg allemaal brieven en mails: wij willen een kern uitbreiden, maar dat mag niet van de provincie want die heeft er een rode contour omheen gezet. De vraag is dus eigenlijk: bent u het met mij eens dat we eens na moeten gaan of nader moeten verkennen of het rodecontourenbeleid niet moet worden afgeschaft ten gunste van bescherming van kwetsbare natuur en goede landbouwgronden? Dan hebben we gewoon meer ruimte.
Mevrouw Nanninga (JA21):
Ik wil eerlijk zeggen dat ik niet heel bekend ben met dat rodecontourenverhaal, maar rode dingen in de politiek zijn meestal hinderlijk en staan in de weg. Ik wil daar dus zeker eens heel goed naar kijken, want het klinkt als iets wat een enorme hindernis is om een beetje fatsoenlijk huisjes te bouwen. Het klinkt alsof het weg mag, maar ik ga nu niet heel verstrekkende dingen zeggen als ik niet helemaal in detail weet waar het over gaat. Ik begrijp het punt.
De heer Van Meenen i (D66):
Mooi, mooi. Niet dat ik het ermee eens ben, maar dat is wat anders. Het is een goede grap. Het is eigenlijk een glasheldere visie van JA21: weg met de regels, laat de markt zijn gang gaan en dan komt alles goed. De huidige situatie is dat marktpartijen voor een schimmelwoning €1.500 in de maand kunnen vragen. Wat zou het belang zijn van de marktpartijen om die situatie op te heffen? Dat is toch perfect? Je hoeft niks te doen. Je kan voor een verrotte woning vragen wat je wil. Er is toch geen enkele drang voor marktpartijen om te zeggen: nou, dat gaan we nou eens oplossen? Dan hadden ze het al lang gedaan.
Mevrouw Nanninga (JA21):
Dat is wat de Fransen zo mooi "incentive" noemen, geloof ik. Ik weet niet of u de positionpapers hebt gelezen van bouwers en dergelijke. Die motivatie is er wel degelijk. De Scrooge-achtige huisjesmelker die het liefst negentien weeskinderen in een schimmelig kamertje duwt voor de hoofdprijs, is natuurlijk een karikatuur. Uiteindelijk heeft ook bouwend Nederland gewoon baat bij bouwen en heeft verhurend Nederland gewoon baat bij fatsoenlijke panden. Bovendien, schimmelwoningen komen ook voor in corporatiebeheer. Helaas heel erg veel. Dat heeft niet zozeer te maken met schaarste of niet. Je mag sowieso zo'n pand niet zomaar verhuren. Een verhuurder heeft sowieso plichten om daar iets aan te doen. Ik vind het dus een beetje een karikatuur. De incentive, de motivatie om bij te bouwen gaat echt niet verdwijnen. De markt gaat echt niet zeggen: o, we laten dit lekker zo, want we profiteren zo lekker van deze schaarste. Geld verdienen is geen schande en het leidt ook per se tot uitbuiting.
De heer Van Meenen (D66):
Nee, dat is zo. U heeft het over plichten: er zijn wel plichten. Ja, dat zijn regels. Dat zijn precies de regels die u wilt opheffen. Je ziet het ook in de reactie van een aantal grotere beleggers: zodra er maar een begin van een verplichting komt, dan gaan we verkopen, dan gaan we weg, dan gaan we weg uit Nederland. Dat is een beetje de moraal die op dit moment blijkbaar heersend is en die hier ook in deze zaal gewoon als argument wordt gebruikt tegen regels. Kunnen we het erover eens worden dat in principe de markt geen moraal heeft? Ik heb drie aspecten genoemd waaraan volkshuisvesting moet voldoen: het moet je beschermen tegen de elementen, het moet zorgen voor een goede sociale omgeving en het heeft een economische kant. Zijn we het erover eens dat juist die economische kant op dit moment veel te overheersend is geworden ten opzichte van die andere twee?
Mevrouw Nanninga (JA21):
Nee, meneer Van Meenen, zeg ik eerlijk, dat zijn wij niet. De economische kant krijgt te weinig ruimte. Het is ook weer een beetje een karikatuur om te zeggen dat ik hier voor een anarchie sta te pleiten. Natuurlijk zijn er regels voor bouwen. Dat moet veilig, dat kan niet overal hetzelfde en er zijn ter plaatse ook nog regels en weet ik veel wat. Dus een anarchie, zo van "gooi maar stenen op elkaar en duw er maar mensen in", dat is helemaal niet wat ik zeg. Het is ook niet waar wat de heer Van Meenen stelt over dat verhuurders zodra er een regeltje bij komt gillend naar het buitenland rennen. Dat is gewoon een kwestie van of het nog rendabel is. En ik vind dat geen vies woord. Mijn partij vindt dat geen vies woord. Als de regeldruk dusdanig wordt dat het gewoon niet meer lonend is voor commerciële partijen om nette woninkjes te bouwen en te verhuren, dan moeten we dus iets doen aan die regeldruk. Dat is natuurlijk niet pleiten voor een complete anarchie met vastgoedcowboys en noem het allemaal maar op.
Het is ook absoluut niet waar dat een mate van sociaal gevoel, verantwoordelijkheid en moraliteit absoluut tegenstrijdig zijn aan winst maken en geld verdienen. De heer Kemperman noemde al het al even. In Twente, waar ik vaak kom, zijn hele woonwijken verrezen door de grote textielbaronnen, met parken en al. In Amsterdam trouwens ook. Die mensen hadden er natuurlijk belang bij dat hun arbeiders een beetje fit en gezond aan de dag konden beginnen, maar dat waren echt geen gewetenloze horken. Dat hadden ze helemaal niet hoeven doen. Ik vind dat ook altijd zo'n flauwe karikatuur op links dat geld verdienen per definitie leidt immoraliteit en dat dat elkaar bijt. De geschiedenis, waar u zo'n kenner van bent, toont dat ook niet aan.
De voorzitter:
Tot slot, de heer Van Meenen.
De heer Van Meenen (D66):
De regels die er nu toe zijn, laten toe dat verhuurders bijvoorbeeld arbeidsmigranten die ze zelf in dienst hebben ergens op een kamertje zetten met z'n achten. Dat laten de huidige regels toe. Die laten toe dat een schimmelwoning of een woning waar je zowat uit je jasje waait ver boven de grens wordt verhuurd die je normaal gesproken in een puntensysteem zou hanteren. Dan kan het antwoord toch nooit zijn dat we dan we die regels maar moeten loslaten: als we nou alle regels loslaten, dan komt het goed? Nee. Regels die de overheid maakt, zijn er in mijn ogen om te zorgen dat mensen die zich niet willen gedragen zich daaraan houden. In het verleden hielden die mensen zich daaraan. Er zijn nu ook talloze verhuurders die zich gewoon netjes houden aan de regels die we hebben en die een eigen moraal hebben. Is de overheid er nou juist niet voor, vraag ik mevrouw Nanninga, om te zorgen dat ook de mensen die zich er niet aan willen houden ertoe gedongen worden om dat wel te doen?
De voorzitter:
Tot slot mevrouw Nanninga.
Mevrouw Nanninga (JA21):
Kijk, er lopen hier twee dingen door elkaar. Ik heb het over woningmarktregulering. Wat de heer Van Meenen schetst, grenst aan eisen omtrent volksgezondheid. Ik woon toevallig in Amsterdam, maar ik weet dat in heel veel grote steden heel veel corporatiewoningen worden verhuurd die in zeer slechte staat zijn. Sterker nog, ik heb zelf met twee kleine kinderen in een corporatiewoning gewoond met schimmel waar de planten uit m'n vensterbank waaiden en toen waren die regels er ook. Dat was nota bene een gereguleerde corporatietoestand. Er zit ook vaak onmacht in. Ik zeg toch tegen de heer Van Meenen dat je ook hier moet blijven pleiten voor het afschaffen van regels in de bouw- en woonmarkt, dus niet waar het gaat om de standaarden en eisen die je stelt aan veiligheid en gezondheid. Dat is een heel ander pakket. Met het vrijgeven van regels om te kunnen bouwen en verhuren, krijg je wel dat het aanbod groter wordt, dat de keuze groter wordt, dat de prijs omlaaggaat en dat, als je het toch over een incentive wilt hebben, bouwers en verhuurders wel gek zouden om dat soort rottige woninkjes aan te bieden, omdat geen hond daar dan meer in wil wonen. Het dwingt de markt juist ook om die woningvoorraad divers te maken, dus met grote, kleine, dure en goedkope woningen, en netjes en bewoonbaar. Als mensen keuze hebben, dan moeten ze wel. Dat is een incentive.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Nanninga. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Janssen-van Helvoort van de fractie van GroenLinks-PvdA.