Plenair Van der Goot bij voortzetting debat over Wonen en bouwen in Nederland



Verslag van de vergadering van 23 april 2024 (2023/2024 nr. 30)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.00 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van der Goot i (OPNL):

Dank u wel, voorzitter. Allereerst een woord van dank aan de heer Kemperman dat hij dit debat voor ons heeft geïnitieerd. Het is een mooi debat geweest. Ik heb veel geleerd van mijn collega's en van de positionpapers. Ook veel dank aan de mensen die die gemaakt hebben, met name voor het positionpaper van de VNG, waar de heer Nicolaï nog op gewezen heeft. Het laatste stuk gaat over of woningcorporaties te midden van de maatschappij moeten staan of los daarvan; een zeer relevante vraag. Ik ben ook zeer benieuwd naar het antwoord van de minister daarop.

Ook de antwoorden van de minister hebben me natuurlijk zeer geboeid. Ik mis wel een aantal antwoorden op mijn vragen, maar ik heb begrepen dat het goed komt. Dus daar kijk ik ook naar uit.

Dan nog een enkele losse opmerking. Ik heb de minister verschillende keren gehoord over het belang van een integrale, overstijgende aanpak op dit dossier. Zoals gezegd hebben wij bij het oplossen van de wooncrisis ook burgers nodig, zeker bij de burgerinitiatieven, want zij kunnen de overheid helpen. Zoals de minister verder zei, spelen bij woningbouw ook ontsluiting en bedrijvigheid een grote rol. Dat is natuurlijk zeer belangrijk. Mensen moeten er kunnen komen en mensen moeten er kunnen werken. Het zijn juist deze integrale aanpak en dit maatwerk die voor een grote maatschappelijke meerwaarde zorgen. Ook dat willen we graag onderschrijven.

Ik kijk dus uit naar de beantwoording van de vragen die ik in de eerste termijn heb gesteld. Dank u wel, meneer de voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van der Goot. Wenst een van de leden in de tweede termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Minister, bent u in de gelegenheid om direct te reageren op de vragen van de Kamer, of wenst u een schorsing?

Minister De Jonge i:

Tien minuten.

De voorzitter:

Tien minuten schorsing.