De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 14 mei met demissionair minister Ollongren en demissionair staatssecretaris Van der Maat van Defensie over de begroting van Defensie en over het Defensiematerieelbegrotingsfonds 2024. De Kamer stemt 21 mei over de wetsvoorstellen.
Tijdens het debat ging het onder meer over het halen van de 2%-norm voor de NAVO. Hiermee wordt bedoeld dat de NAVO-landen 2% van het bruto binnenlands product uitgeven aan defensie. Ook is gesproken over investeren in de defensie-industrie, Europese defensiesamenwerking, de oorlog in Oekraïne en het conflict tussen Israël en Hamas.
BBB-senator Goossen die zijn maidenspeech hield vroeg ook aandacht voor cyberveiligheid en de zorgplicht van Defensie voor dienstslachtoffers: militairen die gewond raken tijdens het uitoefenen van de militaire dienst onder bijzondere omstandigheden. BBB is voorstander van forse investeringen om de Europese defensie-industrie op te schalen. Het is van belang om de krachten van de Europese lidstaten te versterken en verdergaand samen te werken met de NAVO-lidstaten buiten de EU, aldus Goossen.
Volgens SP-senator Van Apeldoorn zijn meer uitgaven aan defensie te rechtvaardigen, gezien de oorlog in Oekraïne. Wel waarschuwde hij dat steeds meer uitgeven aan wapens alleen maar meer onveiligheid zal brengen. Brengen we onveiligheid niet zelf ook dichterbij door wapens als enig middel te zien als antwoord op de toegenomen spanningen, vroeg hij. De SP-fractie betreurt ten zeerste dat Nederland blijft samenwerken met Israël. Waarom zou je wapens willen kopen van een land dat een bezetting in stand houdt en een genocidale oorlog voert, vroeg Van Apeldoorn.
Rusland ziet een wapenstilstand nu als een herbewapeningspauze, zei senator Martens (GroenLinks-PvdA). Het is volgens hem in het Nederlandse en Europese eigenbelang om Oekraïne te steunen zolang dat nodig is, ook door een nieuw kabinet. Hij zei daarnaast dat de NAVO de basis blijft, maar dat Europa op eigen benen moet kunnen staan. Voor de lange termijn wordt in nieuw materieel geïnvesteerd, op korte termijn zouden het lerarentekort in de opleidingscentra van Defensie kunnen worden aangepakt, zei Martens.
Senator Van Bijsterveld (JA21) zei dat de oorlog in Oekraïne en de spanningen in het Midden-Oosten de noodzaak van een sterke defensie benadrukken. Ze vroeg de minister niet creatief om te gaan met de NAVO-norm. Wat JA21 betreft, haalt Nederland de norm om de eigen strijdkrachten op orde te krijgen en komen de uitgaven voor Oekraïne daar bovenop. Laten we als Nederland onze verdediging niet alleen op orde brengen, maar ook versterken, zei Van Bijsterveld. Tot slot riep zij via de minister Hamas op de gegijzelden vrij te laten.
PvdD-senator Koffeman ging in zijn bijdrage vooral in op uitspraken van demissionair minister Ollongren uit een interview dat zij onlangs gaf. Hij wilde weten waarom zij zei dat Rusland artikel 5 van het NAVO-verdrag zal testen. Ook vroeg hij hoe de minister haar eigen vraag 'dat het een reëel perspectief is dat het Oekraïne niet zal lukken Rusland te verslaan en wat dan?' beantwoordt en waarom ze de vraag stelt. Het is volgens Koffeman oorlogsretoriek die niet past in de huidige situatie en escalerend kan werken.
Volgens D66-senator Belhirch is een toereikend defensiebudget is cruciaal. Ook zij zei dat het belangrijk blijft dat de regering zich inspant om de uitgaven naar 2% van de begroting te krijgen. D66 vindt verdere Europese defensie samenwerking belangrijk in om de wapensystemen binnen de EU te standaardiseren. In Oekraïne wordt voor onze veiligheid, vrijheid en democratie gestreden. De onvoorwaardelijke steun van Nederland aan Oekraïne moet worden voortgezet, bovenop de versterking van onze krijgsmacht, niet ten koste van, besloot Belhirch.
Demissionair minister Ollongren zei in reactie op senator Goossen dat er geen vergeten militairen zijn. Dat geldt zeker ook voor dienstslachtoffers. Over de NAVO-norm zei de minister dat er na een hele lange periode van bezuinigingen moet worden geïnvesteerd. Dat is deels herstel, maar ook investeren in de toekomst van de krijgsmacht. Maar nog steeds zal er altijd een afweging moeten worden gemaakt. Structureel zijn we nog niet aan de 2%: door de val van het kabinet en de demissionaire status waren er grenzen aan wat we daar nog aan konden doen, zei Ollongren. Ze adviseert de formerende partijen om de NAVO-norm structureel te maken. Dit betekent niet dat er sprake is van een wapenwedloop. Het kabinet maakt zich zorgen om de situatie in Rafah en vindt dat er een staakt-het-vuren moet komen.
Volgens demissionair staatssecretaris Van der Maat groeit de formatie harder dan dat er mensen binnenkomen bij Defensie. Voor 2025 is de ambitie 90% militair en dat blijft achter. De uitstroom van personeel moet verder omlaag. Belangrijk uitgangspunt bij opleiden is uitbesteden, onder andere vanwege tekort aan interne opleiders. Tegelijk wil Van der Maat de bestaande kennis behouden. Over investeren in defensie-industrie zei hij dat Nederland de beste spullen wil hebben. Als die in Noorwegen worden gemaakt, dan kopen we ze daar, en als die in Nederland worden gemaakt, dan kopen we ze hier. De marine staat voor een ongekende opgave, en daarvoor wordt de komende tien jaar veel materieel aangekocht.
Deel dit item: