T03911

Toezegging Uitvoeringsverslag rond voorjaar 2024 bij Eerste Kamer (36.263)



De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Aerdts (D66), toe dat het uitvoeringsverslag aan beide Kamers wordt gestuurd, waarschijnlijk in het voorjaar van 2025.


Kerngegevens

Nummer T03911
Status openstaand
Datum toezegging 5 maart 2024
Deadline 1 juli 2025
Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden mr. drs. W.J.M. Aerdts (D66)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken (BIZA)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
invoeringstoets
Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
uitvoeringsverslag
Kamerstukken Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma, bulkdatasets en overige specifieke voorzieningen (36.263)


Uit de stukken

Handelingen I 2023-2024, nr. 22, item 6 - blz. 11

Mevrouw Aerdts (D66):

(…)

“Ik ben bijna aangekomen bij het einde van mijn inbreng in eerste termijn. Ik wil graag nog even stilstaan bij de praktische implementatie van de wet. Zowel uit het evaluatierap- port van de commissie-Jones-Bos als uit het rapport van de Algemene Rekenkamer bleken de diensten eigenlijk niet voldoende toegerust op de invoering van de Wiv 2017 en 2018. In de antwoorden op de schriftelijke vragen en tijdens de besloten technische briefing over de uitvoeringstoets is mijn fractie gerustgesteld over de getroffen praktische voorzorgsmaatregelen. We zijn ook blij dat in de Tweede Kamer de motie-Hammelburg is aangenomen, waardoor er een jaar na uitvoering van deze wet een invoeringstoets kan plaatsvinden. Zo kunnen mogelijke problemen hopelijk eerder aan het licht komen en worden meegenomen in de geplande wetswijziging. We vragen nog wel aan de ministers hoe zij deze implementatie gaan monitoren. Welke instrumenten kunnen zij inzetten op het moment dat uit de uitvoeringstoets, of mogelijk zelfs al eerder, blijkt dat er toch problemen in de uitvoering zijn?”

Handelingen I 2023-2024, nr. 22, item 6 - blz. 40

Minister De Jonge:

“Ik denk dat ik al heel erg veel heb beantwoord uit de algemene vragen. Dan nog de implementatie. Mevrouw Aerdts vroeg daar terecht naar. Ik denk zeker dat de les van de Wiv 2017 is geweest dat het heel goed is om heel snel na invoering heel goed de vinger aan de pols te houden om te zien of de wet doet wat hij moet doen en we ermee kunnen wat we ermee zouden willen, of dat er in de uitvoering dusdanige knelpunten zitten die je heel snel moet oplossen. Daarom willen we komen tot een invoeringstoets. Dat gebeurt op grond van de algemene wetgevingsrichtlijnen, zoals die zijn afgesproken met de minister voor Rechtsbescherming. Wij zullen een jaar na dato een uitvoeringsverslag maken.

Dat uitvoeringsverslag zullen we uiteraard laten maken door de diensten. Er werd gevraagd hoe je dat onafhankelijk wilt doen. Dat lijkt me heel ingewikkeld, want de diensten weten hoe een wet voor hen in de praktijk werkt en dat is precies waar je naar op zoek bent. Dat kan een derde niet beoordelen. Dat zul je echt aan de diensten zelf moeten vragen. Maar je wilt natuurlijk uiteindelijk van alle ketenpartijen weten hoe de wet voor hen werkt in de praktijk. Er worden een invoeringstoets en een uitvoeringsverslag gemaakt. Het uitvoeringsverslag wil je niet alleen aan de diensten vragen. Je wilt ook aan de toezichthouders vragen stellen en in dit geval ook aan de Raad van State, denk ik. Je wilt dus alle ketenpartners vragen of de wet voor hen werkt en doet wat we beoogd hadden. Ik denk dat we het zo moeten doen. Op grond daarvan moeten wij dan tot de conclusie komen wat we daarmee doen.

Ik hoop dat we tegen die tijd al een eindje gevorderd zijn met de daadwerkelijke wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. In pak 'm beet het voorjaar van 2025 komt dat verslag. Wij zullen dat overigens uiteraard ook delen met de Tweede en Eerste Kamer. Op grond van dat uitvoeringsverslag willen we kijken welke aanpassingen er daadwerkelijk in die brede herziening van de Wiv nog noodzakelijk zijn om ervoor te zorgen dat de uitvoering werkt. Zo willen we het doen. Als het goed loopt in de tijd, hebben we ook geen tussentijdse aanpassingen meer nodig tot we daadwerkelijk die herziening zullen doen.”


Brondocumenten


Historie

  • 5 maart 2024
    toezegging gedaan