Verslag van de vergadering van 12 november 2024 (2024/2025 nr. 07)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 16.56 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer De Vries i (SGP):
Voorzitter. Dank voor de twee minuten die mij is toegestaan, ondanks het feit dat door een misverstand mijn fractie niet was aangemeld. Het is bij gratie, begrijp ik, maar wij zijn bij de SGP gewend aan het feit dat een mens leeft van gratie en niet van verdienste. Dank dus.
Voorzitter. Mestproductieplafonds zijn geen doel in zichzelf, maar beogen bij te dragen aan de kwaliteit van water en bodem. Tussen de invoering van nieuwe productieplafonds en een verbetering van de bodem- en waterkwaliteit zit een heel complex proces. Op onze schriftelijke vragen naar de effectiviteit van deze wetswijziging was dan ook het antwoord vaak: het is niet goed in te schatten wat er zal gebeuren. Blijkbaar is er veel onzekerheid over de vraag of de doelen met deze middelen wel bereikt zullen worden. Dat is wat onze fractie betreft een belangrijke zwakte in het wetsvoorstel.
Een belangrijke beperking van middelensturing is dat hierin de professionaliteit van de boeren tekortgedaan wordt. Onze fractie is dan ook verheugd over het feit dat de minister wil streven naar meer doelsturing door middel van kritische prestatie-indicatoren, de zogenaamde KPI's. Maar dat roept wel de vraag op hoe dat zich verhoudt tot het voornemen van de minister om vooralsnog de concrete invulling van deze wet vorm te geven door middel van algemene maatregelen van bestuur. Onze vraag aan de minister is dan ook: wanneer wordt dan een daadwerkelijke overgang naar doelsturing gerealiseerd? Is er een traject uitgezet waarlangs vanaf medio 2025, wanneer de eerste KPI's worden vastgesteld, de overgang gemaakt wordt? Hoe ziet dat traject eruit?
Voorzitter. Wijzigingen in afromingspercentages en plafonds kunnen grote gevolgen hebben. De prijzen voor lease zullen naar alle waarschijnlijkheid fors omhooggaan. Jaar op jaar fluctueert het aantal dieren dat veehouders hebben. Door te focussen op leasen binnen langdurige relaties worden varkens- en pluimveehouderijen in het wetsvoorstel benadeeld ten opzichte van melkveehouderijen. De melkveehouderij heeft volgend jaar een groot probleem. Als de productie op niveau blijft en de derogatie naar verwachting afgebouwd wordt, kan een deel van de mest gewoon niet geplaatst worden. De minister wil dat effect niet meerekenen omdat ze niet weet hoe groot dat effect zal zijn. De vraag is dan of het niet mogelijk is om in plaats van bij voorbaat zo streng mogelijk te zijn, op een later moment aan de afromingsknop te draaien als je constateert dat het genoemde effect niet optreedt.
Voorzitter. Tot slot danken wij de minister voor de beantwoording van onze vele schriftelijke vragen. We zien uit naar de beantwoording van de in dit debat door onze fractie gestelde vragen.
Ik laat twintig seconden over.
De voorzitter:
Zo zie je maar, hè. Dank u wel, meneer De Vries. Ik kijk even rond of een van de leden in de eerste termijn nog het woord wenst. Dat is niet het geval.
De beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
Vanavond na de dinerpauze, rond 19.30 uur, zullen wij verdergaan met het antwoord van de regering in de eerste termijn. Ik schors de vergadering tot 17.10 uur en dan gaan we door met de behandeling van de Wet aanspraak kinderopvangtoeslag voor Oekraïense ontheemden.