Plenair Hartog bij voortzetting behandeling Algemene Financiële Beschouwingen



Verslag van de vergadering van 19 november 2024 (2024/2025 nr. 08)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 20.55 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Hartog i (Volt):

Dank u, voorzitter. Ik ben helaas niet in de gelukkige omstandigheid dat alle vragen zijn beantwoord. Ik zal er een aantal herhalen. Ik ga ook een andere techniek proberen. Dat is er een die we uit Brussel kennen: qui ne dit mot consent. Ik zal ze dus affirmatief stellen. Tenzij ik tegenbericht krijg, neem ik aan dat u het met mij eens bent. Dat gaat met name over de koopkrachteffecten van bijvoorbeeld de langstudeerboetes. Ik heb aangegeven dat die niet voor ieder gezin op hetzelfde neerkomen. Als je een ouder hebt die even €3.000 neer kan leggen, is dat toch iets anders dan wanneer je dat niet kunt betalen. Je hebt studenten die niet kunnen bijlenen. Ik ga ervan uit dat die effecten niet in de koopkrachtplaatjes worden weergegeven.

Het tweede punt. Ik heb een hele set vragen gesteld over de EU. Ik vroeg naar een aantal details. Die vragen zijn allemaal niet beantwoord, ook al is er al een schriftelijke beantwoording geweest. Daar zat ook het bruto-nettoverhaal bij. De minister kent dat. Het belangrijkste element van mijn vraag was echter als volgt. De Nederlandse ambtenarij is met zo veel dingen bezig in Brussel, en terecht. Maar dat is eigenlijk nog nooit goed met de Kamers besproken. Ik had al gevraagd om een toezegging voor een brief; die is er niet gekomen. Ik heb een motie overwogen, maar om een monetaire bijdrage te leveren aan het indammen van de motie-inflatie, heb ik besloten om die niet in te dienen. Ik neem aan dat de overkant het signaal oppakt en ermee doet wat het ermee wil doen. Ik wil wel graag nog dat voorbeeld van de boetes horen. Als u dat vanavond nog heeft, zou dat nuttig zijn.

Voorzitter. Ik wil afsluiten met een lichtere toon. De staatssecretaris gaf aan dat het nieuwe financiële stelsel voor het einde van deze kabinetsperiode zou moeten worden bediscussieerd. Ik zou dat als toezegging kunnen meenemen. Ik ga ervan uit dat de staatssecretaris bedoelt dat dit voor het voorgenomen einde van deze regeringsperiode moet gebeuren.

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Wanneer dat dan ook is! Dank u wel, meneer Hartog. Dan geef ik het woord aan de heer Van Rooijen, namens 50PLUS.