Plenair Aerdts bij behandeling Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie



Verslag van de vergadering van 26 november 2024 (2024/2025 nr. 09)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 14.33 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Aerdts i (D66):

Voorzitter. Ook wij heten de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening welkom bij haar eerste debat in de Eerste Kamer en wensen de heer Lievense alvast veel plezier met zijn maidenspeech.

Voorzitter. Begin deze maand kostten hevige overstromingen in Spanje het leven aan 227 mensen. In centraal Europa kwamen in september 27 mensen om door extreme regenval. In Amerika lieten 269 mensen het leven doordat de orkanen Helene en Milton vlak achter elkaar over Florida trokken. De mensen in Groot-Brittannië brachten ook de afgelopen nacht nog in onzekerheid door, door de overstromingen die veroorzaakt werden door de storm Bert. De waterstanden in Friesland zijn zeldzaam hoog. En nu spreek ik nog maar niet over de slachtoffers in andere delen van de wereld, zoals Afrika en Azië.

Het moge duidelijk zijn: de klimaatverandering vindt nu plaats. De D66-fractie is daarom verheugd dat we in de laatste weken van dit jaar nog uitgebreid spreken over twee wetten die belangrijk zijn in de energietransitie. We zien de wet die vandaag voorligt, de Energiewet die we volgende week bespreken en de nog te verwachten Wet collectieve warmte als belangrijke stappen die nodig zijn om de klimaatdoelen dichterbij te brengen.

Het laatste is nodig, want waar de klimaatdoelen onder de vorige regering voor het eerst binnen handbereik leken te zijn, is de kans dat de doelstellingen voor 2030 gehaald worden op dit moment minder dan 5%.

De heer Dessing i (FVD):

Ik hoor zeer alarmistische geluiden over globalistische weersveranderingen, overstromingen, tornado's en dat soort zaken. Ik heb even een concrete vraag aan D66. Wat gaat deze wet daar concreet aan veranderen? Aan welke thermostaatknop gaan we met deze wet draaien om dat allemaal op te lossen?

Mevrouw Aerdts (D66):

Deze wet draagt bij aan het in Nederland minder afhankelijk worden van fossiele brandstoffen zoals gas. Ik denk dat we daarvan af moeten gaan. Wij zien er dan ook naar uit dat gas niet meer als dé standaardwarmtevoorziening in Nederland wordt gezien. Daar draagt deze wet aan bij.

De heer Dessing (FVD):

Dat is geen antwoord op mijn vraag, want dat zal niet al die orkanen oplossen die volgens D66 hierdoor ontstaan. Dan is mijn andere vraag als volgt. Volgens mij was het idee-fixe dat de klimaatverandering wordt tegengegaan door het reduceren van CO2. In hoeverre helpt deze wet volgens D66 met die CO2-reductie?

Mevrouw Aerdts (D66):

Ik denk dat we kunnen concluderen dat de fractie van Forum voor Democratie en mijn fractie heel anders aankijken tegen deze problematiek. Dat hebben we al vaker in deze Kamer geconcludeerd. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat klimaatverandering veroorzaakt wordt door veel verschillende middelen. Wij zien dit als een van de druppels die hopelijk de grote emmer gaan vullen om klimaatverandering tegen te gaan.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Dessing.

De heer Dessing (FVD):

Volgens mij is CO2 de basis van de Klimaatwet en is CO2-reductie hét middel om aan die knoppen te draaien. Is de D66-fractie het met mij eens dat deze wet de hoeveelheid CO2 niet zal reduceren maar eerder zal doen toenemen, omdat de alternatieve brandstoffen die eventueel in plaats van gas gebruikt moeten worden — noem pelletkachels en dat soort zaken — de hoeveelheid CO2 juist zullen doen toenemen?

Mevrouw Aerdts (D66):

Ik denk dat mijn fractie en ik het niet snel met u eens zullen zijn op dit terrein.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog.

Mevrouw Aerdts (D66):

Mijn fractie vindt het daarom van groot belang dat we met deze minister een goede inhoudelijke start maken. Met deze wet kunnen gemeenten in samenspraak met inwoners en gebouweigenaren werken aan een breed gedragen plan om van het gas af te stappen. De wijkgerichte aanpak zal zorgen voor maatwerk waardoor er in elke wijk gezocht kan worden naar de beste methode om deze transitie soepel te laten verlopen. Het zal u ook niet verbazen dat ik mijn fractie adviseer om voor deze wet te stemmen. Wel hebben wij, onder andere naar aanleiding van onze schriftelijke vragen, nog een aantal vragen voor de minister. Die richten zich op de betaalbaarheid en de toegankelijkheid van de warmtenetten in gemeenten en de door de Tweede Kamer aangenomen amendementen.

In de Tweede Kamer is het amendement-Erkens aangenomen, waardoor bij een overstap naar een nieuwe verwarmingsmethode de betaalbaarheid voor inwoners gegarandeerd moet zijn. Voor D66 staat voorop dat een warm huis voor iedereen betaalbaar moet zijn. Onze fractie verwelkomt dit amendement dan ook. Daarbij is het echter wel belangrijk dat de uitvoerbaarheid van de wet niet in het geding komt. Waar gemeenten eerst rekening moesten houden met betaalbaarheid, kunnen ze die wijken nu alleen maar aansluiten op een alternatieve methode als aan de betaalbaarheidsvoorwaarde wordt voldaan. Door de hoogte van de tarieven en de investeringskosten leeft bij de D66-fractie de zorg dat veel projecten om wijken van het gas af te halen niet voldoen aan die voorwaarde. Hierdoor zouden projecten aanzienlijke vertraging kunnen oplopen. Kan de minister hierop reflecteren?

Gelukkig ziet mijn fractie dat deze wet maatregelen bevat om de tarieven voor warmte omlaag te krijgen. De voorgestelde wijziging van de Warmtewet, in artikel 2a van het wetsvoorstel, zorgt ervoor dat het mogelijk wordt om de warmtetarieven los te koppelen van de hoge gastarieven. Hiermee is een maatregel die voorzien was in de Wet collectieve warmte al naar voren getrokken. Op basis van welke indicatoren zal de nieuwe maximale hoogte van de tarieven bepaald worden? En hoe zorgt de minister ervoor dat de maximale hoogte van de warmtetarieven niet zal uitkomen boven de gasreferentie?

In de Tweede Kamer werd ook gesproken over de betrokkenheid van pensioenfondsen en Invest-NL. Zou de minister iets kunnen zeggen over de huidige stand van zaken wat betreft het contact, natuurlijk specifiek in relatie tot de warmtetransitie?

Dat brengt mij op het punt van de toegankelijkheid. In de nota naar aanleiding van het verslag verwijst de minister naar een reeks subsidies die bijdraagt aan de financiering van deze transitie. Hoewel het goed is dat deze subsidies er zijn, zorgt het gedifferentieerde aanbod voor een onoverzichtelijke situatie. In de Tweede Kamer is een tweetal moties van Jan Paternotte aangenomen. Een daarvan heeft betrekking op het versimpelen van de rijkssubsidies voor verduurzaming. De andere motie-Paternotte heeft betrekking op het versnellen van de gebouwgebonden financiering voor verduurzaming. Zou de minister willen aangeven hoe ze deze moties gaat uitvoeren?

Zou de minister ook kunnen ingaan op de te verwachten effecten van het amendement-Grinwis over de bevoegdheid van de Autoriteit Consument & Markt om gegevens te verzamelen? Deze bevoegdheid zat eerst in de Wet collectieve warmte en is nu naar voren gehaald. Deze vraag betreft onder andere de capaciteit van de ACM om hier eerder dan misschien verwacht mee aan de slag te kunnen gaan.

Voorzitter, ik rond af. Graag willen wij de fracties die nu zeer kritisch zijn op deze wet meegeven dat deze drie wetten, het setje waar ik eerder over sprak, elkaar nodig hebben om effectief te zijn en een adequate rol te kunnen spelen in de energietransitie, een transitie die hard nodig is. Zoals ik in mijn inleiding al zei: de kans dat de klimaatdoelstellingen voor 2030 gehaald worden, is met de huidige maatregelen minder dan 5%. Snelle actie is daarom nú nodig. Wat D66 betreft is deze wet een stap in de goede richting. We maken Nederland minder afhankelijk van fossiele brandstoffen en laten huishoudens niet afhankelijk zijn van duur geïmporteerd gas. Daarmee is deze wet goed voor de toekomst en voor de portemonnee.

We wachten de beantwoording van de vragen door de minister met belangstelling af.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Aerdts. Dan is het woord aan de heer Lievense voor zijn maidenspeech. De heer Lievense kan daarbij dus niet geïnterrumpeerd worden.