Herdenking van mevrouw Luimstra-Albeda



Verslag van de vergadering van 14 januari 2025 (2024/2025 nr. 14)

Aanvang: 13.42 uur

Status: ongecorrigeerd

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Aan de orde is de herdenking van mevrouw M. Luimstra-Albeda i.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Ik verzoek de leden en de aanwezigen op de tribunes te gaan staan.

Beste collega's. We hebben de goede gewoonte om de oud-leden die ons zijn ontvallen, hier te herdenken. Vandaag gedenken wij Minny Luimstra-Albeda, die 3 december jongstleden overleed op 89-jarige leeftijd. Zij was voor het CDA ruim zes jaar lid van de Eerste Kamer, van 17 november 1992 tot 8 juni 1999. Ik heet ook haar familie van harte welkom bij deze herdenking.

Mintje Albeda werd op 8 april 1935 geboren in Rotterdam. Na de Tweede Wereldoorlog verhuisde ze naar Groningen, waar ze na de mulo naar de vormingsklas van de Christelijke Industrie- en Huishoudschool ging. Ze volgde later nog cursussen stenografie, typen en handelscorrespondentie, en had verschillende secretaressefuncties.

Vanaf het eind van de jaren zestig werkte ze als secretaris bij achtereenvolgens het Nederlandse Christelijk Ondernemersverbond, de Nederlandse Rooms-Katholieke Middenstandsbond en de Amsterdamse Middenstands Centrale. Bijna tien jaar lang was Minny Albeda-Luimstra regionaal consulente bij het Koninklijk Verbond van Ondernemers. Ze stopte daar in 1982 en werd in hetzelfde jaar namens het CDA wethouder van kunstzaken, bejaardenzorg en welzijn in Amsterdam.

Vanaf 1986 was Minny Luimstra vier jaar wethouder van cultuur, monumentenzorg, jeugdzaken en volksontwikkeling in de hoofdstad. Tegelijk was ze van 1985 tot 1988 voorzitter van de Staatscommissie Meewerkende Vrouw in het Eigen Bedrijf. Een van de adviezen in het eindrapport Loon naar werken was om zwangere meewerkende vrouwen te verzekeren.

In 1987 sloeg zij als wethouder de eerste paal van het eerste homomonument van Nederland, bij de Westerkerk in Amsterdam.

Toen zij in 1992 lid werd van de Eerste Kamer was haar voornaamste beleidsterrein dat van de cultuur, naast Europese samenwerking. Haar maidenspeech hield ze in 1993 bij de begroting van het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur. Ze riep verantwoordelijk minister d'Ancona op om leiderschap te tonen en met beleid te komen voor monumentenzorg. Dat was volgens Luimstra hoognodig zodat de monumenten behouden zouden blijven als cultureel erfgoed.

Naast haar werk als volksvertegenwoordiger was Luimstra onder meer betrokken bij organisaties in de culturele sector, en ook de woningbouw. Zo was zij voorzitter van de Stichting Bijbels Museum Amsterdam, voorzitter van de Walter Süskind Stichting en voorzitter van de raad van commissarissen van de Stichting Woningbouw Zeewolde.

Luimstra's broer, Wil Albeda, was in de jaren zestig en zeventig lid van de Eerste Kamer namens de ARP en in de jaren tachtig voor het CDA. In een interview dat zij in 1992 samen aan HP/De Tijd gaven, in de reeks Bloedverwanten, herinnert Minny Luimstra, die tien jaar met haar oudere broer scheelde, zich dat haar broer en vader aan tafel altijd spraken over de actualiteit: "Vreselijk, al dat gezeur over de kerk en politiek. Het zei me helemaal niets." Geen wonder, voor een kind van 7 jaar. Later is ze van dat standpunt teruggekomen; dat is wel duidelijk.

Minny Luimstra-Albeda was een "spontane, intelligente en geestige vrouw", zoals haar broer haar omschreef. Uit haar politieke en maatschappelijke carrière bleek bovendien haar grote sociale betrokkenheid. Moge ons respect voor haar persoon en haar verdiensten voor de samenleving en de Nederlandse parlementaire democratie tot steun zijn voor haar familie en vrienden.

Ik verzoek eenieder om een moment stilte in acht te nemen.

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)

De voorzitter:

Dank u wel.

U kunt zo dadelijk na afloop van de stemming de condoleances overbrengen aan de familie in de Hall.