Plenair Van Rooijen bij behandeling Begrotingen Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp 2025



Verslag van de vergadering van 11 maart 2025 (2024/2025 nr. 21)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 17.29 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Voorzitter. Ik heet in de eerste plaats de minister welkom. Mijn fractie heeft met belangstelling kennisgenomen van de begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp 2025. Het verwijt dat dit kabinet geen keuzes maakt, is in elk geval in deze begroting niet waar. In tabel 2 van de memorie van toelichting zien we daadkracht uitgedrukt in cijfers. Waar de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp voor 2028 oorspronkelijk nog werd geraamd op 5,9 miljard, staat er nu een bedrag van 3,6 miljard, of we begrijpen nader 3,8 miljard, in 2029. Dat is een enorme besparing, of bezuiniging, van 2,3 miljard. Voor 2025 zie ik dat de besparingen uiteindelijk 319 miljoen opleveren, maar dat loopt tussen 2026 en 2028 hard op naar het einddoel. Het gaat zonder meer om een scherpere weging, die niet mogelijk is zonder ingrijpende keuzes te maken.

Het kabinet heeft de besparing op de begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp vooralsnog "pro rata naar omvang van het thema verdeeld over alle subartikelen van de begroting". Ook de mate waarin bepaalde uitgaven in de toekomst nu al juridisch verplicht zijn, zorgt ervoor dat de bezuinigingen mede worden gedreven door wat juridisch mogelijk is. 50PLUS vindt dat begrijpelijk bij een ingreep van deze omvang, maar wij gaan ervan uit dat de minister streeft naar een eindsituatie waarin deze begroting weliswaar kleiner is, maar tegelijkertijd ook veel effectiever en doelmatiger per uitgegeven euro, in het belang van de hulp. Kan de minister bevestigen dat naast het realiseren van omvangrijke besparingen het aanzienlijk verbeteren van de effectiviteit en doelmatigheid van de ontwikkelingshulp een van haar doelen is? Kan zij misschien één aansprekend voorbeeld geven?

Voorzitter. 50PLUS is voorstander van een streng drempelcriterium, zodat de onafhankelijkheid van maatschappelijke organisaties van staatsfinanciering fors wordt vergroot. Voor ontwikkelingshulp ligt nu een criterium van ten minste 50% eigen inkomsten voor het nieuwe beleidskader 2026-2030 op tafel, zoals blijkt uit de brief van 11 november 2024 aan de Tweede Kamer. Nu is dat 25%. Dat is een belangrijke aanpassing, die door mijn fractie wordt gesteund. Wat 50PLUS betreft mag dit criterium uiteindelijk ook nog hoger worden. Wat vindt de minister van een percentage dat nog aanzienlijk de 50% overschrijdt? Uiteraard zullen uitzonderingen, zoals noodhulp, altijd gemaakt kunnen worden. Ik wijs erop dat ngo's nog steeds "non-governmental organizations" heten. Maar als die voor 75% worden betaald door het government, kun je daar wel een vraagteken bij zetten. Dat even terzijde.

De minister onderzoekt of de 50%-norm ook buiten het beleidskader 2026-2030 kan gaan gelden voor subsidies voor ontwikkelingshulp aan maatschappelijke organisaties. Mijn fractie vraagt zich wel af waarom zulke strenge normen ook niet zouden kunnen gelden voor maatschappelijke organisaties buiten de ontwikkelingshulp.

Voorzitter. De Britse premier Keir Starmer heeft recent vrij acuut nog eens 0,2% van het ontwikkelingshulpbudget verlaagd ten gunste van de defensie-uitgaven. Er wordt nu 2,4 miljard bezuinigd op het budget. Overweegt het kabinet nog om het niet bij deze bezuiniging te laten?

Voorzitter. Alvorens over de defensie-industrie bij Buitenlandse Handel nog kort te spreken, een algemene opmerking. De financiële sector heeft jarenlang geweigerd financiële diensten te verlenen aan Nederlandse bedrijven die een deel van hun productie leveren aan defensie. Ons land moet veilig en beschermend zijn tegen elke vijand, maar om die bescherming mogelijk te maken, geven financiële instellingen en de pensioenfondsen niet thuis. Jarenlang is actie gevoerd tegen het beleggen door bijvoorbeeld pensioenfondsen in de defensie-industrie. Kan het nog zotter? Ja, voorzitter, het kan nog zotter. Onze regering hinderde op het vlak van Buitenlandse Handel onze defensie-industriële bedrijven bij het afsluiten en naleven van internationale contracten. Die bedrijven mochten of geen contracten afsluiten, of geen afterservice bieden als er iets moest worden aangepast of gerepareerd. Nederlandse bedrijven werden dus bij inschrijvingen geweerd, of opdrachten werden niet gegund aan Nederland en Nederlandse bedrijven in de defensie-industrie, omdat die niet als betrouwbaar werden beschouwd.

Ten slotte. Onder druk van Trump en Oekraïne lijkt nu veel vloeibaar te worden. Maar wilt u bevorderen dat noch de financiële sector, noch beleggingsfondsen, noch de overheid ooit nog zo hypocriet te werk kunnen gaan, en al helemaal niet op instigatie van de overheid zelf, waar nota bene defensie toch ook onder valt, voor onze veiligheid?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Rooijen. Dan is het woord aan mevrouw Van Bijsterveld namens JA21.