Verslag van de vergadering van 11 maart 2025 (2024/2025 nr. 21)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 17.45 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer Koffeman i (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. U had al gehoord dat ik het op een aantal punten eens was met collega Van Ballekom, maar ik wil er nog wat aan toevoegen.
Voorzitter. Er waait een nieuwe wind door de wereld, een verwoestende cycloon die de meest kwetsbaren te grazen neemt en respect voor mensenrechten, ethiek en goed bestuur vernietigt. Waar de eigenaar van X met een kettingzaag door het overheidsapparaat van de VS gaat, doet het Nederlandse kabinet iets soortgelijks met hulp aan de allerzwaksten, dit onder het motto: Nederland eerst. "Eigen volk eerst", een oude term die we al langer kennen. De minister wil niet alleen doen waar Nederland goed in is, maar vooral doen wat goed is voor Nederland. Daarmee treedt ze in de voetsporen van Amerika en Italië, een keuze met dramatische gevolgen die nu al voelbaar zijn. Miljoenen mensen en dieren verloren directe toegang tot voedsel, schoon water, levensreddende medicijnen en sanitaire voorzieningen. Waar ontwikkelingshulp eerder samenhing met termen als barmhartigheid en solidariteit, domineert nu de vraag "what's in it for me?": ontwikkelingshulp als verdienmodel. Nederland moet volgens de minister ofwel verdienen aan ontwikkelingshulp via de private sector, ofwel ontwikkelingshulp moet leiden tot minder migranten naar Nederland: voor wat hoort wat.
Onze fractie heeft daar niet alleen grote ethische bezwaren tegen; we maken ons ook ernstige zorgen over de gevolgen voor de wereldwijde veiligheid, inclusief de onze. Waar eerdere kabinetten spraken over welbegrepen eigenbelang, lijkt zelfs het eigenbelang volstrekt ondergeschikt te zijn geworden aan de korte termijn politieke agenda. Het nu gepresenteerde beleid is niet alleen egoïstisch; het is ook kortzichtig en gevaarlijk. De experts die vorige week in dit huis waren, onderstreepten dat zonder uitzondering. Onder anderen professor Hilhorst, secretaris-directeur Koch van de Adviesraad Internationale Vraagstukken en klimaatgeneraal Tom Middendorp maakten op niet mis te verstane wijze duidelijk dat de weg die de minister inslaat zeer schadelijk en gevaarlijk is. Door uit te gaan van eigen handelsbelangen schaadt het kabinet de levens van vele miljoenen burgers wereldwijd, inclusief die van onszelf, en onze macro-economische belangen.
Voorzitter. Sinds 2015 kiezen kabinetten ervoor om steeds minder geld te besteden aan ontwikkelingshulp. Nu wordt bovendien de koppeling tussen ontwikkelingsbudget ODA en het bruto nationaal inkomen losgelaten. Die koppeling moet terug, zo stelde ook de Adviesraad Internationale Vraagstukken, alleen al om de grote klappen zoals de oorlog in Oekraïne en Gaza te kunnen opvangen en om hulp duurzaam te kunnen bestendigen. Ik ben heel blij dat ook de SGP en het CDA die lijn lijken te steunen. Door de ontkoppeling van het ontwikkelingsbudget vindt er bovendien geen automatische inflatiecorrectie meer plaats, wat betekent dat ODA-middelen jaarlijks minder waard worden. Hoe gaat de minister die waardevermindering opvangen of compenseren? Graag een reactie.
Voorzitter. Ik blijf even bij de expertmeeting van vorige week. Professor Hilhorst zei dat ze nog nooit zo bezorgd is geweest over hoe Nederland zich verhoudt tot de rest van de wereld. Nederland is als klein land extreem afhankelijk van de internationale orde, stelde zij, en ontwikkelingssamenwerking is daarin een smeermiddel voor bilaterale relaties. Bij het maken van handelsafspraken, het uitleveren van criminelen en de terugkeer van migranten zijn die relaties essentieel, maar die bilaterale relaties moeten wel zijn ingebed in warme diplomatieke verhoudingen. Toch snijdt de minister daarin, onverstandig. Hoe ziet de minister voor zich dat de bilaterale relaties op peil blijven, zo vragen we de minister. Graag een reactie.
Voorzitter. Vrijwel alle experts hameren op het verband tussen ontwikkelingshulp en het voorkomen van conflicten. Preventie van conflicten is vele malen goedkoper dan het beslechten van conflicten. De minister snijdt dus eigenlijk in eigen vlees. Het is duidelijk dat steeds meer mensen wereldwijd hulp nodig hebben. De budgetten moeten dus omhoog, niet omlaag.
Als we naar Syrië kijken, een land dat jarenlang door oorlog werd geteisterd, zien we de eerste voorzichtige stappen naar wederopbouw, maar we zien ook hoe wankel die stappen naar wederopbouw zijn. Dat is kostbaar. We zien ook de kwetsbaarheid van het land. Verschillende groeperingen strijden om de macht. Om nieuwe oorlogen te voorkomen, is ontwikkelingshulp essentieel. 1 dollar conflictpreventie levert 103 dollar op aan conflictbeslechting, zo rekende professor Hilhorst ons voor. Kan de minister daarop reflecteren? Erkent zij dat door op ontwikkelingssamenwerking te bezuinigen, zij mogelijk bijdraagt aan het oplaaien van conflicten en oorlogen in kwetsbare gebieden?
De heer Koch van de Adviesraad Internationale Vraagstukken zei dat de sterfte van kinderen tot vijf jaar de beste voorspeller is van oorlog en conflict, en uiteindelijk van migratie. ODA is dus goed voor het ontvangende land én voor ons. Het is onbestaanbaar dat de minister van een partij als de PVV — de PVV doet vandaag helaas niet mee aan het debat — komt met beleid dat vluchtelingenstromen aanwakkert. Minder, minder, minder ontwikkelingssamenwerking kan alleen maar leiden tot meer vluchtelingen. Graag een reflectie van de minister op dit punt.
Voorzitter. Onze fractie benoemt al jaren het verband tussen intensieve veeteelt, klimaatverandering, aantasting van de natuur, pandemieën, oorlogen en migratie. Helaas lijken de PVV-ministers dat verband niet te willen zien. Minister Faber twitterde vorige week nog: "Suikerfeest weer thuis vieren? Onze voorlichtingscampagne voor vrijwillige terugkeer naar Syrië is gestart!" Kennelijk realiseert zij zich niet dat het beleid van haar collega-minister op ontwikkelingshulp die vrijwillige terugkeer ernstig zal bemoeilijken. Tegelijkertijd is Nederland nog altijd een van de grootste importeurs van soja uit Brazilië, waarmee het bijdraagt aan de aantasting van natuurgebieden, en daarmee ook aan klimaatverandering en verlies van biodiversiteit, met alle gevolgen van dien, ook in Nederland. De bezuinigingen op gezondheidszorg in Afrika kunnen leiden tot pandemieën die ook Nederland bereiken, terwijl onze minister van VWS bezuinigt op onze pandemische paraatheid. Kan de minister reflecteren op die integraliteit?
Voorzitter. ODA is belangrijk om de Sustainable Development Goals in 2030 te bereiken. Dat gaat op deze manier niet lukken. Alleen al voor klimaatfinanciering blijft van de geplande 380 tot 470 miljoen slechts 200 miljoen over. Oxfam Novib berekende dat de Nederlandse fair share 2 miljard euro is, gebaseerd op onze economische draagkracht en historische emissies. Nederland komt haar afspraken niet na. Hoe is dat te verklaren volgens de beginselen van goed en behoorlijk bestuur? Graag een reactie van de minister.
Voorzitter. Klimaatgeneraal Middendorp noemde ontwikkelingssamenwerking en Defensie twee kanten van één munt. Hij benadrukte dat tachtig jaar vrijheid ongekend is in de Nederlandse geschiedenis. We zijn er inmiddels aan gewend geraakt, ook aan de welvaart die die vrijheid met zich meebracht, maar zo'n vreedzame periode is niet vanzelfsprekend. Dat de geopolitieke assen nu aan het kantelen zijn, is niet iets wat wel overwaait. Het beeld dat hij schetste was dat van een groeiende wereldbevolking die steeds meer water, voedsel, ruimte en energie nodig heeft, terwijl de grondstoffen juist afnemen. Dat leidt tot spanningen. Door klimaatverandering wordt het deel van de wereld waar je nog goed kunt leven ernstig verkleind. Hij noemde Somalië als voorbeeld van een gebied waar extreme droogte zorgt voor grote problemen. Bewoners hebben te maken met stervend vee en mislukte oogsten en trekken vervolgens naar de steden. De stap naar conflict, extremisme en migratie is dan nog maar heel klein. Hoe denkt de minister daarover? Graag een reactie.
De heer Middendorp waarschuwde ook dat onze producten voor een groot deel uit Zuid-Azië komen. Dat is een gebied met veel overstromingen. De ontwikkelingsgelden zouden alleen al daarom moeten worden ingezet voor klimaatadaptatie, ook in ons belang.
Voorzitter. Onze fractie maakt zich ook zorgen over de keuze van de minister om de steun aan vrouwenrechten en gendergelijkheid volledig te stoppen, zeker nu er wereldwijd al zwaar wordt gekort op deze programma's vanwege de ontmanteling van USAID door Trump. Daarmee kiest de minister voor ondermijning van decennia aan nodige vooruitgang en schaadt zij de belangen van Nederland en onze internationale reputatie op dat punt. Vrouwen zijn essentieel voor stabiele democratieën. Er is een direct verband tussen sociale vooruitgang, waaronder gendergelijkheid, economische vooruitgang en veilige en stabiele democratieën. Toch stopt de minister met UN Women en met projecten die vrouwen stimuleren om de politiek in te gaan, ook als ze cruciaal zijn voor het ondersteunen van de rechten van vrouwen en meisjes wereldwijd. Ook in het onderwijs en het maatschappelijk middenveld wordt flink gesneden. De minister maakt deze keuze terwijl de VN-rapporteur vorige week nog de noodklok luidde omdat de rechten van vrouwen en meisjes wereldwijd onder grote druk staan en genderdiscriminatie diep verankerd blijkt. Onze fractie vindt het onverteerbaar dat de minister het toelaat dat de situatie voor deze mensen wereldwijd verslechtert. Kan de minister deze keuze toelichten? Graag een reactie.
De minister stelt dat Nederlanders helemaal niet zitten te wachten op geld dat naar ontwikkelingssamenwerking gaat, omdat alles toch maar aan de strijkstok zou blijven hangen. Hoe verklaart de minister dan de ruim 4 miljoen Nederlandse donateurs, die jaarlijks met overtuiging doneren aan ngo's? In die ngo's wil deze minister radicaal snijden. Denk aan UNICEF, Oxfam Novib, Cordaid en Edukans. Graag een reactie.
Voorzitter. De minister gaat 10% korten op de ambassades, terwijl op de ambassadeursconferentie van 21 april in Den Haag al duidelijk werd dat veel ambassadeurs daar zorgen over hebben. Deze korting zal schadelijk zijn voor onze geopolitieke invloed. Landen als China en Rusland kunnen daarmee in de kaart gespeeld worden. De opmars van die grootmachten in Afrika en Azië valt niet te ontkennen, zeker niet wanneer de VS en Europese landen, zoals Nederland, zich daar terugtrekken. Graag een reactie van de minister.
Voorzitter. Ik heb nog een vraag, over gebonden hulp. Dat is een niet-geoorloofde vorm van staatssteun. De minister antwoordde op onze vragen over mogelijke bestedingsdwang ten gunste van het Nederlandse bedrijfsleven dat "alle uitgaven in het kader van ontwikkelingshulp voldoen aan de criteria van de OESO." Toch lijkt de minister aan te sturen op gebonden hulp, waar de OESO, de VN en de EU tegen zijn. Ook de afgelopen kabinetten waren hiertegen. Ik wil de minister vragen om in dat kader te reageren op haar uitspraak tijdens de begrotingsbehandeling van BHO in de Tweede Kamer op 20 november jongstleden, namelijk: "Een ander voorbeeld is het DRIVE-programma voor infrastructuur. Ook daarbij focussen we op sectoren waarin Nederland goed is, zodat contracten logischerwijs naar Nederlandse bedrijven gaan. Daar sturen wij op."
Voorzitter. Oud-CDA-minister Grapperhaus is nu werkzaam voor Cordaid. Hij noemde de bezuinigingen "onchristelijk en asociaal". Toch stemden de SGP en het CDA, partijen die barmhartigheid belijden, in de Tweede Kamer voor dit hardvochtige beleid. Mijn fractie hoopt dat deze fracties in dit huis een andere keuze zullen maken en zullen zien dat deze bezuiniging niet gerechtvaardigd is.
Voorzitter. Ik sluit af met het Mercosur-verdrag. Er zijn in de Tweede Kamer moties aangenomen die de minister oproepen om het Mercosur-verdrag niet te tekenen. Toch weigert zij vooralsnog om een duidelijk standpunt in te nemen. Mijn fractie vraagt de minister om de wens van de Tweede Kamer, boeren, vakbonden en het maatschappelijk middenveld te respecteren en om te stoppen met deze achterhaalde handelspolitiek. Graag een reactie van de minister daarop, ook gegeven het feit dat de BBB-fractie, die niet meedoet aan het debat, faliekant tegen het Mercosur-vedrag is.
Voorzitter, tot slot. Voorts ben ik van mening dat er een einde moet komen aan de bio-industrie.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Koffeman. De heer Van Gasteren namens de BBB-fractie.
De heer Van Gasteren i (BBB):
Ik kan het niet laten om toch even een vraag te stellen aan de heer Koffeman. Hij zegt: we zouden niet gebonden moeten uitgeven. Heeft hij enig idee hoeveel van alle ODA-budgetten wereldwijd wordt besteed volgens gebondenheid?
De heer Koffeman (PvdD):
Jazeker, dat is aanzienlijk. Maar het is verboden om er bestedingsdwang op los te laten. Het is dus helemaal niet verboden om te kiezen voor het Nederlandse bedrijfsleven, maar wel om die voorwaarden te stellen.
De heer Van Gasteren (BBB):
Wereldwijd wordt 20% van alle budgetten gebonden en deels ook verplicht besteed. De landen in de top vijf bevinden zich in Europa, variërend van Griekenland met 100% tot Oostenrijk met 55%. Dat wil niet zeggen dat het goed is, maar ik wil vandaag toch ook bepleiten dat we er een beetje voor moeten oppassen dat we niet overal bovenaan het lijstje willen staan. De 0,66% die Nederland nu uitgeeft aan ontwikkelingshulp wordt, als ik het vandaag goed heb begrepen, 0,44%. Daarmee dalen we wereldwijd slechts van plek zes naar plek zeven. Volgens mij moet je, als er toch al gekozen moet worden in de wereld, ook een beetje opkomen voor je eigen mensen. Ik weet niet of u het rapport van het Nibud kent ...
De voorzitter:
Meneer Van Gasteren, u heeft zich niet ingeschreven. U kunt dus een korte interruptie plaatsen, maar geen spreekbeurt houden.
De heer Van Gasteren (BBB):
Nee, dat begrijp ik. Kent u het rapport van het Nibud van vorig jaar? Het heet Geldzaken in de praktijk.
De heer Koffeman (PvdD):
Het Nibud heeft vorig jaar heel wat rapporten afgescheiden. Ik ken die niet allemaal. Ik weet dus niet precies waar u op doelt.
De voorzitter:
Tot slot, meneer Van Gasteren.
De heer Van Gasteren (BBB):
Er werd gerefereerd aan de 4 miljoen mensen die geld doneren. Het is heel goed dat mensen dat vanuit hun eigen portemonnee doen. Helaas kan 32% van de huishoudens in Nederland niet rondkomen. Dat is een ander gegeven. Ik denk dat de minister en het kabinet een goede balans maken.
De heer Koffeman (PvdD):
Ondanks het feit van 32% van de Nederlanders in armoede leeft, doneren 4 miljoen Nederlanders met overtuiging aan ontwikkelingsorganisaties en ngo's. Volgens mij maakt dat duidelijk dat het draagvlak daarvoor heel groot is in Nederland.
De heer Van Ballekom i (VVD):
Ik heb mijn collega volgens mij goed verstaan. Hij zegt: we moeten dat Mercosur-verdrag maar niet gaan tekenen, want dat is een ouderwets verdrag. Dat vond de Partij voor de Dieren ook bij het CETA-verdrag. Eigenlijk is er dus überhaupt geen handelsverdrag te sluiten. Is er in uw partij geen voortschrijdend inzicht aanwezig over dat trade instead of aid juist een heel goed middel is om sommige landen op weg te helpen naar een betere toekomst? Moet de inrichting van het handelsbeleid niet worden heroverwogen, nu de ene dag door meneer Trump — je weet nooit wat er kan gebeuren — invoerheffingen van 50% op bepaalde producten worden geheven, die de andere dag weer worden afgeschaft enzovoort enzovoort? Hoe moet dat nieuwe handelsbeleid er dan uitzien volgens de Partij voor de Dieren? Dat vraag ik me af.
De heer Koffeman (PvdD):
Ik ben heel blij met deze vraag. Een kort antwoord daarop volstaat niet.
De voorzitter:
Ik ga u toch vragen om een kort antwoord te geven.
De heer Koffeman (PvdD):
Ik probeer het zo kort mogelijk te doen. In onze partij is er veel sprake van voortschrijdend inzicht. Dat voortschrijdend inzicht wordt ook gevoed door de handelsoorlogen die op dit moment plaatsvinden onder auspiciën van Trump en de zijnen. Dat brengt ons ertoe dat er veel meer regionaal geproduceerd zou moeten worden, dat er veel meer zelfvoorzienendheid moet zijn en dat wij niet met ons handelsbeleid de markten in bijvoorbeeld Afrika moeten verstoren waardoor mensen daar geen eigen economie kunnen opbouwen. Wij kijken inderdaad anders naar internationale handel dan de partij van de heer Van Ballekom. Maar het is niet zo dat we geen voortschrijdend inzicht zouden hebben. Juist dat voortschrijdend inzicht kan leiden tot een heel ander handelsbeleid.
De heer Van Ballekom (VVD):
Dat is toch niet echt een antwoord op mijn vraag. Ik zou namelijk graag willen weten hoe dat handelsbeleid — de Europese Commissie heeft daar gelukkig bevoegdheid over; wij hebben daar eigenlijk niet zo vreselijk veel over te vertellen — er in uw filosofie en de filosofie van uw partij uit moet zien. Want Nederland is groot geworden met handel, maar andere landen kunnen daar ook hun voordeel mee doen.
De heer Koffeman (PvdD):
Er zijn natuurlijk een aantal aspecten aan het groot worden van Nederland. Dat is begonnen in de VOC-tijd. Er zijn ook een aantal dingen waarvan wij zeggen: we zijn er wel groot mee geworden, maar we zijn er niet heel erg goed mee bezig geweest. Het is bijvoorbeeld zo dat de producten van de veehouderij in Nederland voor 80% worden geëxporteerd. De oud-minister van Landbouw, Cees Veerman, zei: "Het hele systeem is vastgelopen. We exporteren enorme hoeveelheden vlees en zuivel, we importeren enorme hoeveelheden veevoer uit voormalig regenwoud en met de troep, 80 miljard kilo mest, blijven we zitten." Daar zouden we voortschrijdend inzicht op moeten loslaten.
De voorzitter:
Tot slot, de heer Van Ballekom. Nee? O, toch wel.
De heer Van Ballekom (VVD):
Ik weet nog steeds niet hoe handelsbeleid bij de Partij voor de Dieren eruit moet zien. Dat blijft in mijn ogen toch een heel vaag begrip.
De heer Koffeman (PvdD):
Daar gaan we het dan kortheidshalve een keertje bij het diner over hebben.
De heer Van Ballekom (VVD):
Dat lijkt me een goed idee.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Koffeman. Ten slotte is het woord aan de heer Dessing namens Forum voor Democratie.