Plenair Van Toorenburg bij behandeling Begrotingen Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp 2025



Verslag van de vergadering van 11 maart 2025 (2024/2025 nr. 21)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 22.47 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Van Toorenburg i (CDA):

Dank u wel, voorzitter. "We gaan doen waar Nederland goed in is, maar dan met meer focus." Wie kan daar nou tegen zijn? Wij niet. Maar we moeten niet verbloemen dat daarachter een bezuiniging van 2,4 miljard euro schuilgaat. De minister zegt dat we de Sustainable Development Goals gewoon gaan halen; ze zegt dat dat nog steeds onze doelen zijn. Maar we moeten onderkennen dat die verder weg zijn dan ooit, want de crises in de wereld zijn niet minder geworden, de klimaatuitdagingen zijn niet minder geworden en de conflicten zijn niet minder geworden. Hoe denken we dan nog steeds gemakkelijk deze doelen te kunnen halen?

Ik vind het altijd ingewikkeld om te luisteren naar sommige collega's in de zaal die zeggen: ja, maar we hebben het in Nederland ook moeilijk; heel veel mensen hebben moeite met het betalen van de boodschappen. Dat vind ik zo'n verkeerde tegenstelling. Ik moet dan altijd denken aan mijn oma. Zij woonde hier in Mariahoeve. Zij ging met een krantje van Memisa, de voorloper van Cordaid, langs allemaal dure huizen om dat krantje in de bus te doen, in de hoop dat iedereen dan ging betalen. Ik weet zeker dat mijn niet-rijke oma meer gaf dan wie dan ook van degenen bij wie ze het blaadje door de bus deed.

Ongetwijfeld zijn er hier heel veel leden in de Kamer die altijd meedoen met de voedselbankacties voor Oekraïne en weet ik veel wat allemaal. Ik heb het laatst weer gedaan. Weet u wat mij altijd opvalt? Dan komen er twee van die jonge knullen en als je hun vraagt of ze een bijdrage willen geven voor de voedselbank, dan zeggen ze: nee, we hebben geen geld. Maar vijf minuten later zie je ze met twee blikjes Red Bull en een bak sushi een supermarkt uitlopen. Dan denk je: geen geld? Vijf minuten later komt er een bibberende oude dame, waarvan je ziet dat ze niet heel erg rijk is, en die geeft gewoon allemaal dingen voor de voedselbank. Het is zo'n valse tegenstelling: zeggen dat we het in Nederland moeilijk hebben en dat we daardoor enorm moeten bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking. Nee, nee. We hebben nog steeds een welvarend land. En ook mensen die het moeilijk hebben, willen altijd nog delen.

Ik vond nog iets heel ingewikkeld — ik vond het mooi dat mevrouw Karimi daar ook naar vroeg — namelijk het gemak waarmee de minister zei dat UNICEF 38 miljoen kreeg en dat we dat een keer halveren en nog een keer halveren. Dan denk ik: dit gaat om kinderen die weggesleept worden bij de hongerdood. Daar hebben we het over. Dit gaat om kinderen die gevaccineerd kunnen worden. Het is zo gemakkelijk om dat te zeggen, maar door de bijdrage van UNICEF zijn er 2,7 miljard vaccins gegeven en zijn er 9,3 miljoen kinderen behandeld tegen de hongerdood. Dus doe niet zo gemakkelijk over het halveren en nog eens halveren van die 38 miljoen, zodat het ongeveer 10 miljoen is, weet ik veel. Dat kan niet. Zo kunnen we niet met deze thema's omgaan.

We hebben er even twee thema's uitgelicht, conflictpreventie en opvang in de regio, om toch even mee te werken met de minister, met dat welbegrepen eigenbelang. Ik vond het eigenlijk wel fascinerend om de minister te horen zeggen dat het later nog wel gecompenseerd wordt, alsof het straks allemaal weer goed wordt gemaakt. Ik begreep dat niet. Misschien kan de minister daar in de tweede termijn nog op terugkomen.

Het belangrijkste voor mijn fractie was vandaag de discussie over de koppeling. Ik begrijp best dat je kritisch kunt kijken. Doen alle ngo's wat ze moeten doen? Zijn al die organisaties misschien iets te veel georganiseerd, waardoor er te veel aan de strijkstok blijft hangen? Af en toe kun je even kijken of je iets meer gericht dingen kunt doen. Maar dat wil niet zeggen dat we de koppeling moeten weghalen in een rijk en welvarend land als Nederland. Daarover komt een motie, die we echt met enthousiasme ondertekenen. Het is altijd fijn dat we op de voorkant onze naam kunnen zetten en op de achterkant nog een keer onze handtekening. Dat doen ze aan de overkant niet. Dat moeten ze daar misschien eens leren, want dan kun je met nog meer enthousiasme een motie indienen. Dat is voor ons een hele belangrijke.

Ook het volgende is voor ons heel erg belangrijk. Als leden aan mij vragen of ik al weet wat ik ga doen, zeg ik van niet, want aanstaande donderdag zullen wij met heel veel belangstelling het debat aan de overkant volgen om te bekijken wat de minister daar daadwerkelijk waarmaakt van wat ze hier al een beetje heeft gezegd, dat ze wat bewegingen wil maken. Wij zullen het dus allemaal met heel veel interesse volgen, want uiteindelijk weten wij dat we altijd zullen moeten delen, niet alleen uit eigenbelang, maar ook gewoon uit onbaatzuchtigheid. Sommige mensen hebben het namelijk nou eenmaal heel erg veel moeilijker dan wij. Als we daar iets voor kunnen betekenen, dan is dat van grote waarde. Daarom is die motie die eraan komt van cruciaal belang.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van Toorenburg. De heer Koffeman heeft nog een vraag voor u.

De heer Koffeman i (PvdD):

De koude rillingen uit uw eerste termijn — ik meen het serieus — voel ik ook in uw tweede termijn. Ik begrijp ook heel goed dat u geen voorschot wilt geven op het stemgedrag van volgende week, dat u donderdag wilt afwachten. Maar ik zou wel het volgende aan u willen vragen. U heeft in de eerste termijn gezegd dat u keiharde garanties wilt van de minister. Heeft u die gehoord?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Nou, nee. Daarom komt er ook een motie voor de koppeling. Dan wordt het een twijfel wat we met deze begroting doen. Als die koppeling er niet komt, dan zie ik mezelf niet voor een volgende begroting stemmen.

De heer Koffeman (PvdD):

Dat begrijp ik, maar als er een motie vanuit deze Kamer komt om de minister ertoe te bewegen, is het nog steeds geen keiharde toezegging van de minister. Ik zou me dus ook kunnen voorstellen dat u ook de minister op haar woorden beoordeelt bij het stemmen over deze begroting, niet over de volgende.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Daar gaan we een serieus gesprek over voeren.

De voorzitter:

De heer Van Hattem namens de PVV.

De heer Van Hattem i (PVV):

Een beetje meer van de procedurele aard. Ik hoor mevrouw Van Toorenburg van het CDA zeggen dat er een motie komt. We zitten inmiddels al in de tweede termijn. Wanneer komt die motie dan?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Wij hebben niet de PVV-gewoonte om een motie in te dienen in de eerste termijn. Die komt dus zo meteen. Mevrouw Huizinga-Heringa van de ChristenUnie gaat die indienen voor ons.

De voorzitter:

Dat is een andere fractie.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Fijn dat u weer meedoet met het debat. U schrijft in. Dan kunnen we u misschien zelfs nog vragen stellen. Wat een luxe.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van Toorenburg. Dan is het woord aan de heer Van Apeldoorn. Hij zal spreken namens de SP.