Plenair Koffeman bij behandeling Begrotingen Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp 2025



Verslag van de vergadering van 11 maart 2025 (2024/2025 nr. 21)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 23.15 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Koffeman i (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Ik wil de minister bedanken voor het beantwoorden van heel veel vragen, van de meeste vragen. Ik moet daarbij wel zeggen dat er een terugkerend thema is geweest in de beantwoording. Collega Van Toorenburg citeerde haar grootmoeder, en dat kan ik ook doen: wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht. "We doen het niet eens zo heel slecht in vergelijking met andere landen." Dat heeft iets weg van het weglopen voor je eigen verantwoordelijkheid. Het is zoals een kind dat thuiskomt van school met de mededeling: pap, mam, ik had een 4, maar de meeste kinderen hadden een lager cijfer. Ja, dan heb je het relatief goed gedaan, maar dat is niet de manier waarop je naar ontwikkelingshulp zou moeten kijken.

Voorzitter. Wij hebben onze eigen verantwoordelijkheid, niet alleen in termen van het verdienvermogen van het Nederlandse bedrijfsleven, maar ook in termen van veiligheid, stabiliteit, barmhartigheid en rechtvaardigheid. Als het gaat over de strijd tegen klimaatverandering, gaat het niet om het ondernemersklimaat, maar om het fysieke klimaat. Het gaat niet om eigen volk eerst, maar om hulp aan de allerarmsten, de zwaksten, eerst.

De minister zei bij herhaling: het staat nu eenmaal in het hoofdlijnenakkoord, dus dat moet ik uitvoeren. Nederland heeft voor het eerst in jaren een Oscar gewonnen, met de film I'm Not a Robot. Ik denk dat de minister bij haar aanstelling het hoofdlijnenakkoord ondertekend heeft, maar ook nog zelf moet blijven nadenken over de vraag wat zij wel en niet voor haar verantwoording kan nemen. Dat is iets waar je je niet achter kunt blijven verschuilen. Je moet daar eigen keuzes in maken. Ik hoop dat de uitspraken van deze Kamer daar een bijdrage aan kunnen leveren.

Voorzitter. In het kader van welbegrepen eigenbelang wil ik het kabinet oproepen om niet te bezuinigen op onze ogen en oren in ontwikkelingslanden. Ik wil daartoe de volgende motie indienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de begrotingsstaat Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp 2025 wordt gekozen voor een bezuiniging van 10% op ambassades, consulaten en permanente vertegenwoordigingen;

overwegende dat ambassadeurs waarschuwen voor de negatieve gevolgen van deze bezuinigingen voor de invloed van Nederland in een veranderend geopolitiek krachtenveld;

overwegende dat ambassades essentieel zijn voor het versterken en onderhouden van bilaterale en multilaterale verhoudingen;

overwegende dat het in tijden van geopolitieke dreigingen logischer is de ambassades te versterken in plaats van te verzwakken;

verzoekt het kabinet stappen te nemen die ertoe leiden dat de bezuinigingen ongedaan gemaakt worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Koffeman, Nicolaï, Visseren-Hamakers, Hartog en Belhirch.

Zij krijgt letter K (36600-XVII).

De heer Koffeman (PvdD):

Voorzitter, ten slotte. Ik begrijp dat een aantal fracties nog worstelt met de vraag: moeten wij voor of tegen deze begroting stemmen? Ik begrijp dat het debat in de Tweede Kamer van aanstaande donderdag daar een belangrijke rol in speelt. Om die reden wil ik nu alvast een hoofdelijke stemming aanvragen voor volgende week. Het zou best kunnen dat in de loop van deze week mijn verzoek ongedaan gemaakt wordt, maar totdat die overwegingen gemaakt zijn, wil ik graag dat verzoek alvast neerleggen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Koffeman. U heeft een hoofdelijke stemming aangevraagd voor volgende week, bij de stemming over deze begroting, deze wet. Dan geef ik het woord aan de heer Dessing namens Forum voor Democratie.