T03981

Toezegging Maximaal inzetten om met Duitsland en België een drempelregeling af te spreken in het kader van de fiscale behandeling van grenswerkers (36.602)



De staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Holterhues (CU) en Bakker-Klein (CDA) over de fiscale behandeling van grenswerkers, toe zich maximaal in te zetten om een drempelregeling af te spreken met Duitsland en België.


Kerngegevens

Nummer T03981
Status openstaand
Datum toezegging 10 december 2024
Deadline 1 juli 2025
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane
Kamerleden dr. mr. J. Bakker-Klein (CDA)
drs. F.W.J. Holterhues (ChristenUnie)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Belastingplan 2025
drempelregeling
grenswerkers
Kamerstukken Belastingplan 2025 (36.602)


Uit de stukken

Handelingen I 2024/2025, nr. 11, item 3, p. 17-18, 38

De heer Holterhues (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik heb toen ik sprak over de btw, kort aandacht besteed aan de mogelijke grenseffecten van nieuw beleid of nieuwe regelgeving. Staat u mij toe dat ik in dit verband ook aan de staatssecretaris vraag hoe het staat met de aanpassing van het belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland als het gaat om de fiscale behandeling van grenswerkers. Die wijziging ziet met name op flexwerk of gedeeltelijk thuiswerk. Daar wordt door het bedrijfsleven en werknemers in Zuid-Limburg herhaaldelijk aandacht voor gevraagd.

De heer Schalk (SGP):

Ik begrijp heel goed dat de heer Holterhues, mede namens OPNL natuurlijk, om aandacht vraagt voor die grensregio's. Maar waar ik op zit te kauwen, is het volgende. Op het moment dat je een apart tarief voor de grensregio zou hebben, heb je vervolgens weer een nieuwe stap waar dat opnieuw een probleem wordt. Wordt het dan een soort glijdende schaal, zodat het in Utrecht zo hoog mogelijk is? Waar moeten we naar kijken?

De heer Holterhues (ChristenUnie):

Ik vind dit een uitstekende vraag van collega Schalk. Het lijkt me goed dat de staatssecretaris daarop reflecteert. Maar dat er een problematiek in de grensregio is, delen wij.

De heer Schalk (SGP):

Dus eigenlijk zegt de heer Holterhues net als ik: er is daar een probleem, maar voorkom dat je het probleem steeds gaat verleggen.

De heer Holterhues (ChristenUnie):

Zeker. Daarom ben ik benieuwd naar de reflectie van de staatssecretaris hierop.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

De heer Holterhues (ChristenUnie):

In mei heeft de ambtsvoorganger, staatssecretaris Van Rij, in Berlijn — ik refereer daarvoor aan het belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland — met zijn Duitse collega overeenstemming bereikt over het feit dat hiervoor iets geregeld moet worden. Onze beide fracties zijn benieuwd naar de stand van zaken hieromtrent en willen graag horen op welke termijn de tekst van deze verdragswijziging door beide regeringen kan worden ondertekend. Is de inzet van het kabinet erop gericht dat Nederlands-Duitse grenswerkers en Nederlands-Belgische grenswerkers zo veel mogelijk in een gelijke fiscale positie worden gebracht? Daarmee neem ik ook de vraag van collega Schalk mee.

[…]

Mevrouw Bakker-Klein (CDA):

Ten slotte, voorzitter. U bent eraan gewend geraakt dat het CDA in deze debatten altijd aandacht vraagt voor de positie van grensregio's. De regering heeft onlangs in de schriftelijke beantwoording van vragen van CDA en OPNL laten weten geen integraal impactonderzoek te willen doen naar weglekeffecten door accijnsverhogingen voor het totale mkb in de grensregio, naar wat dat voor hen betekent. Dat betreuren wij. Kan de staatssecretaris in overleg treden met vertegenwoordigers van het mkb over lichtere vorm van monitoring? In het vorige kabinet heeft de staatssecretaris Fiscaliteit, mede op aandringen van onze fractie en de fractie van OPNL, een bezoek gebracht aan zijn collega in Berlijn. Daar heeft hij de fiscale positie van grenswerkers ter sprake gebracht. De ChristenUnie en OPNL brachten dat net ook al ter sprake. Wij zien nog steeds geen concrete maatregelen om die positie te verbeteren. Net als de ChristenUnie en OPNL zijn ook wij nieuwsgiering naar het antwoord op de vraag of er al iets meer te zeggen is over de stand van zaken van de onderhandelingen. Wij zien uit naar de beantwoording van onze vragen.

Handelingen I 2024/2025, nr. 12, item 13, p. 23.

Staatssecretaris Van Oostenbruggen:

Voorzitter. Ik heb goed nieuws. Ik ga naar het thema "overig". Ik zie u enthousiast kijken. De heer Holterhues en mevrouw Bakker-Klein vroegen: hoe staat het met de aanpassing van het belastingverdrag met Duitsland over de fiscale behandeling van de grenswerkers? Wanneer wordt het ondertekend en is de inzet van het kabinet erop gericht dat Nederlands-Duitse en Nederlands-Belgische grenswerkers zo veel mogelijk in een gelijke fiscale positie worden gebracht? Die laatste vraag is volgens mij het hele idee van verdragen over grensaspecten. De inzet van het kabinet is om werken op afstand toegankelijk te maken voor werkgevers en werknemers in de grensregio, door fiscale belemmeringen zo veel mogelijk weg te nemen. Voor Nederland ligt de focus op de korte termijn op een drempelregeling met een beperkte dagendrempel. Een dergelijke regeling maakt het mogelijk dat grenswerkers een aantal dagen vanuit hun thuisland kunnen werken zonder dat dit fiscale gevolgen heeft. Want bij de loonheffing is wel zo: op de bodem waar je werkt, moet loonbelasting worden betaald. Daar zijn deze afspraken nou juist heel goed voor, om vast te leggen wat je doet als er wordt thuisgewerkt. We zijn overigens wel afhankelijk van Duitsland en België. Met Duitsland is overeenstemming bereikt over een drempelregeling. Ik wil het wijzigingsprotocol met Duitsland zo snel mogelijk ondertekenen. Mogelijk lukt dat al in het eerste kwartaal van 2025. Ik kan toezeggen dat ik mij er maximaal voor zal blijven inzetten om een drempelregeling met beide buurlanden af te spreken.


Brondocumenten


Historie

  • 10 december 2024
    toezegging gedaan