Plenair Karimi bij behandeling Begroting Asiel en Migratie 2025



Verslag van de vergadering van 18 maart 2025 (2024/2025 nr. 22)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 10.18 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Karimi i (GroenLinks-PvdA):

Voorzitter. Volgens het meest recente UNHCR-rapport waren eind juni 2024 wereldwijd 122,6 miljoen mensen gedwongen ontheemd, waarvan 72,1 miljoen intern. Lage- en middeninkomenslanden vingen twee derde van de vluchtelingen op. De grootste opvanglanden waren Turkije, 3,5 miljoen, Colombia, 1,7 miljoen, Pakistan, 1,4 miljoen en Uganda, 1,4 miljoen. De meeste vluchtelingen komen uit hun buurlanden, zoals Syrië, Venezuela, Afghanistan, Zuid-Sudan en de Democratische Republiek Congo. In Nederland werden in 2024 ruim 32.000 asielverzoeken ingediend. Dat is een daling van 16% ten opzichte van 2023. Dit benadrukt dat slechts een fractie van de vluchtelingen hier terechtkomt. Europa probeert intussen koste wat kost te voorkomen dat vluchtelingen het continent bereiken. De Middellandse Zee en de Sahara blijven dodelijke migratieroutes. Op 9 februari jongstleden werd in de Libische woestijn bij Kufra een massagraf met minstens 28 vluchtelingen ontdekt, en twee dagen eerder een ander met 19 lichamen. Libië, waar migranten slachtoffer zijn van dwangarbeid, verkrachting en marteling, is een cruciale doorreisroute naar Europa. Mensensmokkelaars en corrupte staatsambtenaren persen families af voor losgeld. Ondanks deze ernstige misstanden blijft de EU Libië financieel steunen, wat indirect bijdraagt aan deze gruwelijkheden. Dit is slechts één voorbeeld van de wreedheden aan de grenzen van Europa. Vandaag zullen we veel spreken over de situatie in Nederland, maar mijn fractie vindt het essentieel om voor ogen te houden dat het hier om mensen gaat en dat we de bredere internationale context niet mogen vergeten.

We zullen ongetwijfeld opnieuw van deze minister horen dat Nederland, een van de rijkste en veiligste landen ter wereld, het niet aankan om jaarlijks ruim 30.000 mensen fatsoenlijk op te vangen en een snelle en eerlijke asielprocedure te bieden. Namens mijn fractie zal ik duidelijk maken waarom de voorliggende begroting voor Asiel en Migratie onze steun niet krijgt en waarom minister Faber ons vertrouwen niet verdient. Al tijdens het debat over de regeringsverklaring diende GroenLinks-PvdA-fractievoorzitter Timmermans in de Tweede Kamer, samen met de heren Jetten, Dijk en Dassen en mevrouw Ouwehand, een motie van wantrouwen in tegen deze minister. Ook hier in de Eerste Kamer onderschrijft mijn fractie die motie. Sinds haar aantreden stuurt zij uitsluitend op chaos. Haar begroting rust op drijfzand. Er gaapt een schrijnende kloof tussen het radicaal-rechtse wensdenken van deze minister en de harde realiteit in de asielketen.

De Zembladocumentaire van afgelopen zondag toont pijnlijk aan hoe Nederland faalt in de opvang van minderjarige vluchtelingen. Deze kwetsbare jongeren, toevertrouwd aan de zorg van de overheid, worden aan hun lot overgelaten, krijgen onvoldoende begeleiding en worden zelfs mishandeld in pleeggezinnen. Toch blijft de minister onverschillig. Wat heeft zij met deze misstanden gedaan? Hoelang weet zij al van de wantoestanden bij Nidos en wat onderneemt zij om die te stoppen?

De voorzitter:

Er is een interruptie van de heer Schalk.

De heer Schalk i (SGP):

Ik heb de indruk dat mevrouw Karimi het niet helemaal eens is met het beleid van deze minister. Dat kan, maar ik was even verbaasd over iets wat zij zei. Ik wil daar toch wat opheldering over hebben. Mevrouw Karimi zegt: wij steunen een motie uit de Tweede Kamer. Die motie was een motie van wantrouwen. Betekent dit dat mevrouw Karimi hier nu een motie van wantrouwen wil indienen? Hoe moeten we dit duiden?

Mevrouw Karimi (GroenLinks-PvdA):

Volgens mij was ik heel helder in mijn betoog. Ik zei dat ik in mijn betoog heel duidelijk zou maken waarom wij geen vertrouwen hebben in deze minister. Ik heb ook aangegeven dat er in de Tweede Kamer al bij haar aantreden een motie van wantrouwen tegen haar is ingediend. Ik vind het belangrijk dat die motie van wantrouwen in de Tweede Kamer ingediend is, maar onze fractie vindt dat een heel terechte motie van wantrouwen en vindt ook dat er sinds haar aantreden alleen maar meer rechtvaardiging is ontstaan voor een motie van wantrouwen tegen haar.

De heer Schalk (SGP):

Er is destijds een motie van wantrouwen ingediend. Dit is ook even een staatsrechtelijke vraag. Die motie is verworpen in de Tweede Kamer, dus die geldt op dit moment niet; daar kunnen we niets mee. Dus mevrouw Karimi kan zelf een motie van wantrouwen indienen, maar aansluiten bij een motie die niet meer bestaat, is best wel ingewikkeld.

Mevrouw Karimi (GroenLinks-PvdA):

Het gaat erom dat dat geldt voor mijn fractie. Ik weet ook dat die motie het toen helaas niet heeft gehaald, maar voor mijn fractie geldt de strekking van die motie onveranderd.

De voorzitter:

Tot slot, de heer Schalk.

De heer Schalk (SGP):

Maar we zijn nu een begroting aan het behandelen, en een van de fracties zegt helemaal aan het begin al: we hebben geen vertrouwen in deze minister. Dan moet u doorpakken en zeggen: oké, dan moeten we maar een motie van wantrouwen indienen, zodat we daarover kunnen stemmen.

Mevrouw Karimi (GroenLinks-PvdA):

Wij zullen zeker tegen deze motie stemmen. Nee, sorry, wij zullen zeker tegen deze begroting stemmen. Ik zei het verkeerd. Of ik een motie van wantrouwen indien of niet, is eigenlijk niet relevant. Relevant is waarvoor deze minister al haar hele loopbaan heeft gestaan. De motie in de Tweede Kamer had betrekking op wat ze al gedaan had. Wat zij nu met haar begroting doet, is voor mijn fractie reden om nu uit te spreken dat wij geen vertrouwen hebben in deze minister.

Mevrouw Nanninga i (JA21):

Het is misschien wat veel gevraagd voor GroenLinks-PvdA om boter bij de vis te doen, ook in dezen. Als er geen vertrouwen in, noem dan ook man en paard, zou ik zeggen. Maar daar gaat mijn vraag niet over. Ik wilde even teruggrijpen op het betoog van mevrouw Karimi, waarin zij stelt dat er zo ontzettend slechte zorg is voor minderjarige asielzoekers. Nou weet ik niet of zij weleens daar is geweest. Ik neem aan van wel. Ik ben dat wel, in ieder geval. Daar is 24 uursbegeleiding. Daar is ggz-zorg aanwezig. Daar is voor minderjarige vreemdelingen zorg aanwezig waar Nederlandse kinderen maandenlang voor op wachtlijsten staan. Als jij een tiener hebt die suïcidaal is, dan kom je gewoon op een ggz-wachtlijst. Dat is allemaal zorg die in azc's voor minderjarigen direct beschikbaar is. Ik vraag me eigenlijk af waar mevrouw Karimi vandaan haalt dat het zo slecht geregeld is voor minderjarige asielzoekers in Nederland. Die hebben in veel opzichten meer toegang tot zorg, begeleiding en hulp bij van alles dan Nederlandse jongeren.

Mevrouw Karimi (GroenLinks-PvdA):

Ik heb gerefereerd aan de documentaire van Zembla van afgelopen zondag. Ik hoop dat u die heeft gezien, want die was echt schokkend. Daarin kwamen mensen aan het woord die dagelijks bij Nidos werken. Dat is de organisatie voor voogdij voor alleenstaande minderjarige asielzoekers. Zij hebben duidelijk aangegeven hoe de zorg voor deze kinderen en jongeren tekortschiet. Ik ga er helemaal van uit dat u in een azc geweest bent waar het allemaal fantastisch geregeld was. Maar dit is het verhaal waar twee jaar onderzoek naar is gedaan. Wat ook nog schokkend was, was dat de bestuurder van Nidos niet bereid was om te komen en uitleg te geven over het waarom. Hij heeft geen verantwoordelijkheid genomen. Dat is de situatie.

Mevrouw Nanninga (JA21):

Dat was mijn vraag niet. Ik heb dat inderdaad bekeken. Wat mij vooral opviel, was onder meer dat er ontzettend werd geklaagd over dat die opvang vies was. Maar ja, je kan het ook zelf schoonmaken. Ik weet het niet, maar volgens mij is dat normaal: leren dat je je eigen sanitair schoonhoudt. Maar mijn vraag was de volgende. Er is veel meer, veel snellere en veel uitgebreidere zorg en hulp beschikbaar voor minderjarige asielzoekers dan voor minderjarige mensen met een Nederlands paspoort. Die komen op wachtlijsten terecht. Die hebben geen 24 uursbegeleiding. Er is een azc voor jongemannen in Amstelveen, die trouwens enorm veel overlast veroorzaken. Daar worden de buurtbewoners stelselmatig zoet gehouden met het verhaal "er is hulp, dit en dat, er is huiswerkbegeleiding, er is 24 uurstoezicht en psychosociale hulp". Dan zitten er ook mensen in de zaal die zeggen: mijn kind zit op een middelbare school, heeft grote problemen en heeft geen toegang tot al die zorg. Mijn vraag blijft: die discrepantie is er toch? Dan kan je toch niet met een stalen gezicht blijven beweren dat minderjarige asielzoekers het hier zo verschrikkelijk slecht hebben?

Mevrouw Karimi (GroenLinks-PvdA):

Ik luister echt. Dan denk ik: dat kan toch niet waar zijn? Kinderen zijn kinderen. Kinderen die toevertrouwd zijn aan de zorg van de overheid, moeten die zorg ook krijgen. Dat zijn kinderen. Het maakt niks uit of je een paspoort heb of niet: je hebt recht op zorg. Mevrouw Nanninga moet gewoon echt een besluit nemen. Wat wil ze? Wil zij dat die mensen goed begeleid worden? Wil zij dat mensen goede zorg krijgen zodat er geen overlast veroorzaakt wordt? Of wil zij dat er helemaal niks gebeurt en mensen dus voor zichzelf moeten zorgen, zonder middelen, zonder mogelijkheden, waardoor er overlast komt? U moet een keuze maken. Waar staat u voor?

De voorzitter:

Mevrouw Nanninga, tot slot.

Mevrouw Nanninga (JA21):

Dat is heel helder. Ik ben blij dat mevrouw Karimi en ik het erover eens zijn dat kinderen kinderen zijn en dat die zorg en hulp nodig hebben. Mijn vraag was waarom in het wereldbeeld van GroenLinks-PvdA Nederlandse kinderen achtergesteld mogen worden ten opzichte van kinderen in een azc, die snellere, betere en meer hulp en zorg krijgen dan Nederlandse kinderen. Als je vindt dat kinderen kinderen zijn en zorg nodig hebben, dan moet die zorg ook beschikbaar zijn voor kinderen die nu op wachtlijsten staan voor gespecialiseerde hulp, die in azc's zo beschikbaar is. Moet er niet een soort norm zijn voor zorg voor kinderen? Ja, maar dan wel voor alle kinderen. Daar zijn we het dan misschien over eens.

Dan over een keuze maken en dat er door een gebrek aan middelen of zorg tuig op fatbikes overlast veroorzaakt. Er zitten ook zat kinderen met psychische problemen in armoede die geen problemen veroorzaken. Dat is dus weer typisch het wereldbeeld dat het de schuld van de samenleving is als mensen zich misdragen. Ik maak de keuze dat ik mij daar niet achter schaar. Ik wil inderdaad gelijke zorg voor álle kinderen in nood, GroenLinks-PvdA blijkbaar niet.

De voorzitter:

Tot slot mevrouw Karimi nog op dit punt en dan wil ik verder.

Mevrouw Karimi (GroenLinks-PvdA):

Mevrouw Nanninga haalt er van alles bij en ze roept dingen die eenvoudigweg niet waar zijn. Het is niet waar dat de kinderen in asielzoekerscentra worden voorgetrokken ten opzichte van kinderen die een Nederlandse nationaliteit hebben, zoals mevrouw Nanninga beweert. Dan het tweede probleem. Ja, wij hebben grote problemen in de jeugdzorg en met de zorg die onze kinderen krijgen. Zeker. Daar wil ik heel graag een discussie over hebben, maar niet hier. De overheid en onze samenleving falen in het bieden van goede zorg aan onze kinderen. Neem de problemen in de jeugdzorg keer op keer op keer op keer. Maar komt u niet met het verhaal aan dat dat allemaal de schuld is van asielzoekers. Wij falen in het bieden van kwalitatief goede jeugdzorg.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Hattem van de PVV.

De heer Van Hattem i (PVV):

Allereerst kan ik mij volledig aansluiten bij de staatsrechtelijk zeer zuivere woorden van de heer Schalk richting mevrouw Karimi. De vertrouwensregel wordt hier gewoon compleet uitgehold door a priori in het debat in te brengen dat het vertrouwen niet wordt uitgesproken in deze minister zonder daar verder gevolg aan te geven, zeg ik richting mevrouw Karimi. Maar ik wil ook nog een andere vraag stellen. Ze heeft het over Nidos, over de zaken die daar niet op orde zouden zijn. Ze heeft het zelf over de periode van de afgelopen twee jaar. De minister zit er pas sinds afgelopen jaar, dus dat is niet de volledige periode. Het was dus al een bestaande situatie. Bij een organisatie als Nidos hebben ze ook zaken geregeld. Zo is er bijvoorbeeld de raad van toezicht. Ik wil aan mevrouw Karimi van GroenLinks-PvdA vragen of de raad van toezicht dan niet moet worden aangesproken. Heeft die dan niet gefaald?

Mevrouw Karimi (GroenLinks-PvdA):

Iedereen heeft gefaald, om te beginnen de bestuurder. De bestuurder komt niet eens uitleg geven. Ik zou zeggen: voer als minister eerst een gesprek. Ik ben benieuwd wat de minister gedaan heeft. Dat is nou juist mijn vraag. Wat heeft u dan gedaan? Als er dit soort misstanden zijn, als er een situatie is waarin zo wordt omgegaan met de kinderen die toevertrouwd zijn aan de zorg van de overheid, dan zijn de bestuurder en de raad van toezicht natuurlijk verantwoordelijk. Dat is iets wat de minister zou moeten uitzoeken. Zeker.

De heer Van Hattem (PVV):

Dan is de eerste stap … Zo'n raad van toezicht zit er niet voor niks. Die wordt daarvoor betaald en krijgt een belangrijke taak opgelegd om juist zulk soort dingen te kunnen voorkomen en te signaleren. In de raad van toezicht zit bijvoorbeeld Lilianne Ploumen, van de PvdA. Die hebben we er ook niet over gehoord. Die raad van toezicht zou dus ook wel een keer achter zijn oren mogen krabben. Is mevrouw Karimi het daarmee eens?

Mevrouw Karimi (GroenLinks-PvdA):

Ik ben het helemaal met de heer Van Hattem eens dat de raad van toezicht gewoon zijn toezichthoudende werk moet doen, ongeacht wie daar zit. De minister is ervoor verantwoordelijk om te horen wat er is gebeurd. Als de raad van toezicht niet het werk gedaan heeft, dan moet de raad van toezicht daarop worden aangesproken.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Van Hattem.

De heer Van Hattem (PVV):

Dan kom ik eigenlijk uit bij het punt van mevrouw Karimi. Je kan natuurlijk altijd vragen stellen. Dat is ook volkomen terecht. Dat kan prima. Maar we hebben het nu over de begroting Migratie en Asiel. Volgens mij zitten daar ten aanzien van Nidos geen budgettaire gevolgen aan. Het is dus eigenlijk een klein beetje buiten de orde van het debat van vandaag. Het punt is dat mevrouw Karimi het nu heeft over Nidos en de problemen die daar spelen in één adem noemt met het vertrouwen dat ze uitspreekt richting de minister. Het is toch heel onzuiver om eerst uit te spreken "we hebben geen vertrouwen in de minister" en vervolgens pas met vragen daarover te komen? Zou het niet veel zuiverder zijn om gewoon eerst te kijken wat de minister te antwoorden heeft voor ze met allerlei zware woorden gaat wapperen richting deze bewindspersoon?

De voorzitter:

Tot slot op dit punt, mevrouw Karimi.

Mevrouw Karimi (GroenLinks-PvdA):

De heer Van Hattem moet nog even geduld hebben, want ik heb nog zestien minuten te gaan. In die zestien minuten zal ik nog veel meer onderwerpen aansnijden waarop deze minister faalt in haar beleid. Nidos is niet het enige. Dat is het eerste. Dus er komt nog meer. En ik ga namens mijn fractie over mijn orde en de volgorde van de dingen die ik zeg.

De voorzitter:

Een interruptie van de heer Van Rooijen van de fractie van 50PLUS.

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

In de eerste plaats sluit ik mij aan bij de inbreng van collega Schalk. Niet alleen in het staatsrecht, maar ook politiek is het vertrouwen er in de minister totdat het tegendeel blijkt. Erkent u dat?

Mevrouw Karimi (GroenLinks-PvdA):

Namens mijn fractie is er geen vertrouwen in deze minister.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Dan sluit ik me nogmaals aan bij de vraag van de heer Schalk.

Mevrouw Karimi (GroenLinks-PvdA):

Dat staat u vrij.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Zweven op dit punt is naar mijn gevoel niet correct. Mijn vraag aan de minister sluit eigenlijk aan op die van collega Van Hattem, dus ik zal het heel kort herhalen. Als u al aankondigt, als ik het goed begrijp, dat u tegen de begroting gaat stemmen, wat is dan de spreektijd van twintig minuten? Alles wat u daarin doet, is meer getuigenis geven. U verpakt het misschien in vragen, maar het is alleen maar een getuigenisbijdrage. Wat heeft het voor zin dat u hier twintig minuten spreekt naar een minister, waarbij u eigenlijk niet eens geïnteresseerd bent in de antwoorden? Want u zegt: wat ze ook zegt, ik heb geen vertrouwen in die minister.

Mevrouw Karimi (GroenLinks-PvdA):

Zoals ik zei, ga ik natuurlijk zelf over de inhoud van mijn bijdrage. Wij kondigen aan dat wij tegen deze begroting zullen stemmen. En weet u wat belangrijk is in een debat? In een debat zit je niet alleen met de minister. Je debatteert ook met je collega's. Deze minister wordt in staat gesteld om dit beleid te voeren door de coalitieleden, door andere partijen. De andere partijen zijn degenen die dan eigenlijk deze minister en de PVV in staat stellen om dit beleid te voeren, dus daarom is het heel erg belangrijk dat wij zeggen wat wij zeggen. Ik zou zeggen, meneer Van Rooijen: het is echt ongelofelijk dat u nu hier staat en mij vraagt waarom ik twintig minuten ga spreken met een fractie van veertien man. Ik bedoel, ik zou zeggen.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

De kwantiteit telt niet. De kwaliteit.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Van Rooijen.

Mevrouw Karimi (GroenLinks-PvdA):

Daar gaat u niet over.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik begrijp nu dat u die twintig minuten als getuigenis gebruikt meer om collega's, andere fracties, te overtuigen, dan dat u met de minister in debat gaat. U moet met de minister hier in debat gaan en niet ons de les willen lezen via een bijdrage die u hier houdt. Ik hou dat verre van mij af. Wilt u erkennen dat u met de minister debat bent, vragen stelt en antwoorden wil hebben, en dat u niet eigenlijk tot mij en de collega's allemaal spreekt en zegt: wilt u allemaal reageren op mijn bijdrage? Dat ga ik echt niet doen.

De voorzitter:

Waarvan akte.

Mevrouw Karimi (GroenLinks-PvdA):

U staat hier al minuten. Ik moet helemaal niks. Ik bepaal zelf hoe wij onze bijdrage hier naar voren brengen.

De voorzitter:

Dank u wel. U vervolgt uw betoog.

Mevrouw Karimi (GroenLinks-PvdA):

De Nationale ombudsman, de Kinderombudsman, UNICEF, Defence for Children, Save the Children, VluchtelingenWerk en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd waarschuwen al jaren voor structurele schendingen van kinderrechten in de asielopvang. Een beschamende situatie voor een beschaafd land. Uit antwoorden op onze vragen blijkt dat in januari 16.120 minderjarigen in de asielopvang verbleven, waarvan 5.820 in noodopvang. Op onze vraag hoeveel van hen leerplichtig zijn en daadwerkelijk onderwijs volgen, was het antwoord onthutsend: we weten het niet. Dat COA, Nidos en de ministeries van Asiel en Migratie en van Onderwijs geen zicht hebben op duizenden kinderen onder hun zorg, is een wake-upcall. Structurele schending van kinderrechten is onacceptabel. Wat gaat de minister doen om dit te veranderen en te voldoen aan haar verplichtingen volgens het Kinderrechtenverdrag?

Voorzitter. Ik zei het al, deze begroting is gebouwd op drijfzand. De minister voorspelt een scherpe daling van de asieluitgaven vanaf 2027 zonder enige realistische onderbouwing. De COA-begroting stijgt dit en volgend jaar naar 4,4 miljard euro, maar wordt daarna onrealistisch verlaagd naar 0,9 miljard en later zelfs naar 0,6 miljard euro. De IND-budgetten dalen van 866 miljoen dit jaar naar 453 miljoen in 2027. Sommige fracties …

De voorzitter:

Een interruptie van de heer Van Hattem van de PVV.

De heer Van Hattem (PVV):

Mevrouw Karimi van GroenLinks-PvdA zegt met grote woorden dat de begroting is gebaseerd op drijfzand, maar ik heb de begroting ook gelezen, net als de beantwoording van de verschillende vragen die gesteld zijn en daarin staat duidelijk dat er bij de Voorjaarsnota nog nader gekeken wordt naar alle punten die mevrouw Karimi nu noemt, ook vanuit de bestaande systematiek om eerst de MPP, de Meerjaren Productie Prognose, vast te stellen en dan pas, bij de Voorjaarsnota, te kijken hoe het voor de komende jaren verder wordt ingevuld. Hoe komt mevrouw Karimi er dan bij dat dit op drijfzand is gebaseerd? Dit is gewoon de vaste systematiek, die in het verleden ook is toegepast.

Mevrouw Karimi (GroenLinks-PvdA):

Als u mij toestaat om de rest van mijn betoog voor te lezen, dan hoort u alle argumenten waarom wij vinden dat de begroting op drijfzand is gebaseerd. Inderdaad, 2025 en 2026 zijn nog gebaseerd op de Voorjaarsnota van 2023. Voor 2027 komt deze minister met nieuwe cijfers. Dat is de raming voor 2027. Dat is het moment waarop het totaal in elkaar zakt, dus van 4,4 miljard voor het COA naar 0,9 miljard in 2027 en 0,6 miljard in 2028. De verklaring daarvoor — ik kom daar zo op — is gewoon niet houdbaar.

De heer Van Hattem (PVV):

Mevrouw Karimi van GroenLinks-PvdA doet de hele tijd een beetje aan jumping to conclusions. Ze trekt altijd meteen haar conclusie en gaat pas daarna kijken naar de uitleg. Dit gaat wel heel kort door de bocht, want er is toch duidelijk geantwoord dat bij de Voorjaarsnota gekeken zal worden naar wat er nodig is op basis van de nieuwe meerjarencijfers. Er is toch gewoon een vaste systematiek? Hoe komt mevrouw Karimi er dan bij dat dit nergens op gebaseerd is? Die uitleg is toch duidelijk? Kijk, als er straks een lagere instroom is, wat ook de bedoeling is en wat ook zeker gaat gebeuren wat mij betreft, dan zal er misschien ook minder geld beschikbaar moeten zijn. Maar een-op-een invullen zoals mevrouw Karimi nu doet, is toch niet volgens de begrotingssystematiek die gewoon vastligt?

Mevrouw Karimi (GroenLinks-PvdA):

Wij bespreken hier de begroting voor 2025 met de bijbehorende ramingen voor de jaren daarop. Dat is wat wij nu bespreken. Je kunt niet een begroting presenteren met daarin ramingen — ik kom zo op wat de Algemene Rekenkamer daarover zegt — die totaal onrealistisch zijn, voor de uitvoeringsorganisaties totaal onhaalbaar zijn en deze organisaties totaal in problemen brengen, en vervolgens zeggen: weet je wat, misschien ga ik het bij de Voorjaarsnota aanpassen. Ik hoop dat ze dat gaat doen, maar voorlopig spreken we over deze begroting die aan ons gepresenteerd is met de ramingen voor de volgende jaren.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Van Hattem.

De heer Van Hattem (PVV):

We spreken vandaag over de begroting voor 2025. De rest komt pas na de Voorjaarsnota. Ik zou zeggen richting mevrouw Karimi van GroenLinks-PvdA: wacht gewoon eerst af wat er gaat komen bij de Voorjaarsnota voordat u zo'n conclusie gaat trekken.

De voorzitter:

Ik stel voor dat u uw betoog afmaakt.

Mevrouw Karimi (GroenLinks-PvdA):

Ja, precies. Dat is exact het antwoord op de vraag van de heer Van Hattem. Sommige fracties zullen wellicht zeggen: we beoordelen alleen de begroting voor 2025 en de meerjarenramingen zijn nu niet aan de orde. Dat is struisvogelpolitiek met rampzalige gevolgen. De Algemene Rekenkamer heeft de langetermijnramingen herhaaldelijk als gebrekkig bestempeld en waarschuwt voor de desastreuze impact op de asielketen. Een te lage COA-begroting dwingt tot dure crisisnoodopvang, die inefficiënt en van lagere kwaliteit is. De minister gaf de volgende cijfers in de schriftelijke ronde. In 2023 kostte een opvangplek per jaar gemiddeld €91.000. In een hotel was dat €66.000 en op een cruiseschip was het €54.000, tegenover slechts €27.100 in de reguliere opvang. Commerciële partijen zoals hotelketens en tussenpersonen verdienen hier miljoenen aan. Onderzoek van Het Financieele Dagblad onthulde hoe de familie Van der Valk en tussenpersonen enorme winsten maken. Dit is niet alleen een onverantwoordelijke verspilling van belastinggeld maar ook moreel verwerpelijk. "Voldoende vaste en reguliere opvang vereist stabiele, realistische en langjarige financiering. Dit bevordert stabiliteit, garandeert opvangkwaliteit en stelt gemeenten in staat om langjarig beleid te voeren." Dit zijn de woorden van de minister zelf.

De voorzitter:

Er is een interruptie van de heer Schalk van de SGP.

De heer Schalk (SGP):

Ik heb geen aandelen of zo, maar ik vind het ook moreel niet helemaal kloppen om hier een familie te noemen die grote winsten zou maken.

Mevrouw Karimi (GroenLinks-PvdA):

Jeetjemina. Dit staat in een artikel in Het Financieele Dagblad! Het gaat om Van der Valk Hotels. Er is ellende in die familie zelf omdat de een eigenlijk misbruik heeft gemaakt van de ander, en dat allemaal ten koste van belastinggeld. En dan mag ik dat hier niet noemen? Daar ben ik helemaal sprakeloos van.

De voorzitter:

Een interruptie van de heer Van Hattem.

De heer Van Hattem (PVV):

Heel kort, voorzitter. Wat mij betreft mag het gewoon benoemd worden. Sterker nog, ik heb hier in het verleden in deze zaal ook vaak vragen over gesteld en moties over ingediend. Toen heb ik de fractie van GroenLinks-PvdA absoluut niet aan mijn zijde gevonden om die zaken ter discussie te stellen, noch heb ik enige steun gekregen om via die motie zaken boven tafel te krijgen. Ik vind het dus wel een beetje verbazingwekkend dat mevrouw Karimi van GroenLinks-PvdA nou met deze kritiek komt terwijl haar fractie eerder totaal gezwegen heeft.

Mevrouw Karimi (GroenLinks-PvdA):

Tegen de heer Van Hattem zou ik zeggen: tel uw zegeningen; ik breng dit nu op.

Voor 2027 plant de minister slechts 25.000 opvangplekken, terwijl de MPP 135.800 voorspelt. Dit is doelbewuste sturing op chaos. De minister laat medewerkers van de IND en het COA, de gemeenten en duizenden vrijwilligers in de steek. Wie een rechtmatige en doelmatige besteding van belastinggeld nastreeft, zou deze begroting moeten verwerpen.

Voorzitter. Deze minister verdedigt haar begroting met twee wankele argumenten. Ze beweert dat haar wetsvoorstellen, namelijk het tweestatusstelsel en de Wet asielnoodmaatregelen, het aantal asielverzoeken drastisch zullen verlagen. Daarnaast stelt zij dat asiel een generaal dossier is, waardoor extra financiering altijd achteraf geregeld kan worden. Maar een minister die bewust geen realistische begroting opstelt omdat ze ervan uitgaat dat ze later wel aanspraak kan maken op de schatkist, handelt op z'n minst onverantwoord. Haar eerste argument is al door de Raad van State onderuitgehaald. In zijn advies stelt de raad dat er geen enkele onderbouwing is voor de veronderstelde daling van het aantal asielaanvragen. De minister kan haar beweringen niet staven met feiten of onderzoek. Integendeel. Studies tonen keer op keer aan dat oorlogen, politieke, etnische en religieuze conflicten en vervolging de vluchtoorzaken zijn, en niet het nationale beleid of de politieke retoriek van ontvangende landen. Toch baseert de minister haar bezuinigingen op COA en IND op een fictief scenario waarin het aantal asielzoekers fors afneemt. Dit is misleidend en het is onverantwoord bestuur.

De IND kan niet uitbreiden zonder structurele financiering, terwijl de wachttijden al recordhoogtes bereiken. Een asielaanvraag duurt nu gemiddeld 64 weken. Een verzoek tot gezinshereniging ingediend in februari dit jaar, zal pas in mei 2027 in behandeling worden genomen, las ik op de website van de IND. Gezinnen blijven jarenlang gescheiden. Hoe is dit mogelijk?

De Nationale ombudsman, de Kinderombudsman en Vluchtelingenwerk Nederland spreken van onbehoorlijk bestuur nu de bekritiseerde asielwetten van minister Faber vrijwel ongewijzigd naar de Tweede Kamer zijn gestuurd. "Nu het kabinet adviezen van deskundigen negeert, voelen we de noodzaak om te waarschuwen voor de rampzalige gevolgen van deze wetten", zeggen Ombudsman Van Zutphen en Kinderombudsman Kalverboer. Zij vrezen dat de druk op de IND en het COA verder zal oplopen, met desastreuze gevolgen voor medewerkers en asielzoekers. Kalverboer benadrukt de schrijnende situatie voor kinderen: "Hun rechten worden in deze nieuwe wetten genegeerd. Hun ontwikkeling en toekomst worden in de kiem gesmoord." Van Zutphen waarschuwt nadrukkelijk: "Zowel Groningen als de toeslagenaffaire leren ons dat onbehoorlijk handelen van de overheid meer burgers raakt dan enkel de direct getroffenen. Laat de asielmaatregelen niet het volgende schoolvoorbeeld worden van falend bestuur."

Ook de IND zelf trekt aan de bel. De dienst stelt veel aan te kunnen, maar niet alles tegelijk. Het kabinet zou moeten wachten op de invoering van het Europees Asiel- en Migratiepact in 2026, in plaats van nu extra maatregelen te nemen die de werkdruk verder verhogen. Het aantal openstaande asielzaken is al 50.000 en dit zal alleen maar toenemen wanneer de tijdelijke beschermde status van Oekraïners afloopt. Toch weigert deze minister uitvoeringstoetsen uit te voeren op haar wetsvoorstellen, een essentiële stap voor gedegen wetgeving. Is de minister bereid alsnog een uitvoeringstoets te laten uitvoeren voor haar wetsvoorstellen, vraag ik haar. Alles wijst erop dat ze met oogkleppen op doorgaat, zonder de gevolgen van haar beleid onder ogen te zien. Het is daarom onze verantwoordelijkheid om te luisteren naar degenen in de uitvoering die dagelijks de harde gevolgen van het asielbeleid voelen, mensen die van Den Haag eerder obstakels dan steun ervaren.

Voorzitter. De chaos zal alleen maar toenemen met de aangekondigde intrekking van de Spreidingswet. Dit betekent dat er niet voldoende reguliere opvangplekken zullen worden gerealiseerd en dat de opvang niet eerlijk over de gemeenten zal worden verdeeld. Door nog een slecht plan van dit kabinet, namelijk het verbod op voorrang bij huisvesting voor statushouders, wordt het probleem verergerd. Statushouders blijven vastzitten in azc's en noodopvanglocaties, zonder enig perspectief op doorstroming. Mensen die rechtmatig in Nederland mogen verblijven, worden zo belemmerd in hun inburgering, het vinden van werk en hun integratie in de samenleving. Zij kunnen geen toekomst opbouwen, geen bijdrage leveren aan de economie en blijven onnodig lang afhankelijk van de overheid. Dit is niet alleen onmenselijk, maar ook kortzichtig en inefficiënt. Het COA, de VNG en de vereniging van woningcorporaties waarschuwen voor zorgwekkende gevolgen als de statushouders geen voorrang meer krijgen bij de toewijzing van huurwoningen. De doorstroming uit asielzoekerscentra zal verder stagneren, wat onder meer tot gevolg heeft dat er langduriger noodopvang nodig is, stelt het COA.

De VNG waarschuwt ervoor dat de inburgering direct onuitvoerbaar en de asielopvang onhoudbaar wordt. De VNG concludeert dat de keten van opvang tot en met integratie door dit wetsvoorstel volledig vastloopt en dat de gevolgen hiervan worden afgeschoven op de samenleving. De VNG dringt er bij het kabinet met klem op aan om af te zien van dit wetsvoorstel. Wat doet deze minister met deze waarschuwingen uit de samenleving? Hoe is zij van plan om Mona Keijzer ervan te weerhouden met dit wetsvoorstel door te gaan? Het is ronduit absurd dat de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening voorrang voor statushouders bij huisvesting wil verbieden, terwijl de minister van Asiel en Migratie tegelijkertijd gemeenten probeert te stimuleren om huisvesting voor statushouders te regelen door hun per woonruimte €30.000 aan te bieden. Als dit geen chaos is, wat dan wel?

Voorzitter. Deze Kamer heeft eerder een cruciale rol gespeeld in het tegenhouden van het ongrondwettelijke kabinetsplan om misbruik te maken van het staatsnoodrecht. Met de aangenomen motie-Rosenmöller c.s. werd het kabinet gedwongen de reguliere wetgevingsprocedure te volgen, waardoor PVV-leider Wilders en minister Faber moesten inbinden. Nu heeft de Eerste Kamer opnieuw de kans om een krachtig signaal af te geven, een signaal dat zij pal staat voor grondrechten en rechtmatig bestuur. Daarom overwegen wij in de tweede termijn moties in te dienen over de uitvoering van de Spreidingswet en tegen het verbod op voorrang voor statushouders bij huisvesting.

Voorzitter, ik rond af. Minister Faber beloofde zich als minister anders te gedragen dan zij voorheen als PVV-politica deed. "Ik zal mij gedragen zoals het een minister betaamt", zei ze letterlijk bij haar aantreden. Maar wat hebben we sindsdien gezien? Chaos. En laten we eerlijk zijn: chaos in de asielketen is geen vergissing; het is een strategie. Het is het electorale verdienmodel van de PVV. Deze minister faalt op drie fundamentele fronten: ze ondermijnt democratische waarden en schaadt het vertrouwen in de rechtsstaat, ze mist de bestuurlijke competentie die haar ambt vereist en haar beleid brengt uitvoeringsorganisaties en lokaal bestuur in de problemen en schendt de rechten van de meest kwetsbaren in onze samenleving. Haar wetsvoorstellen zijn juridisch wankel, de gepresenteerde cijfers onbetrouwbaar en de problemen stapelen zich op. En toch, mevrouw Faber negeert de feiten, duwt haar beleid erdoor en laat de desastreuze gevolgen buiten beschouwing. Het resultaat: een beleid dat niet werkt en niet kan werken. Collega's in deze Kamer gebruiken onuitvoerbaarheid als argument om voorstellen af te wijzen. Als er ooit een moment was om dat criterium serieus te nemen, dan is het nu. Deze begroting is onuitvoerbaar.

GroenLinks-PvdA neemt haar verantwoordelijkheid en stemt tegen, tegen een beleid dat vluchtelingen voor oorlogen en conflicten veroordeelt tot jarenlange onzekerheid en mensonwaardige opvang, tegen een beleid dat medewerkers van uitvoeringsdiensten uitput en lokale bestuurders opzadelt met onuitvoerbare opdrachten en tegen een beleid dat uiteindelijk de hele samenleving confronteert met de gevolgen van dit falen. Wij kiezen voor rechtvaardigheid, uitvoerbaarheid en verantwoordelijkheid.

De voorzitter:

Dank u wel. U heeft een interruptie van de heer Van Hattem.

De heer Van Hattem (PVV):

Mevrouw Karimi van GroenLinks-PvdA gebruikt nogal wat stevige woorden, waarbij ze het ook erg gooit op de persoon van de minister. Dat ten eerste. Ze zegt dat er bewust chaos wordt gecreëerd. Allemaal van dat soort verwijten die eigenlijk totaal niet onderbouwd zijn. Laat ik dan eens een vergelijking maken. Ze heeft het over competenties en falen en zo. Je hebt bijvoorbeeld Oxfam, die het toeliet dat er op Haïti seksfeesten plaatsvonden van Caligula-achtige proporties. Daarvan werd door de toenmalige directeur weggekeken. Er lag informatie bij de Rekenkamer waar onvoldoende mee werd gedaan et cetera. Is iemand die een dergelijke organisatie niet voldoende kan aansturen wel de juiste persoon om die kritiek te uiten op de minister? Want degene die daar toen zat als directeur, was mevrouw Karimi. Die was toen directeur van Oxfam. Dus als we het hebben over chaos creëren, dan is er wel iemand in deze zaal die daar ervaring mee heeft en dat is mevrouw Karimi, die daar waarschijnlijk ook bewust chaos heeft gecreëerd bij Oxfam.

De voorzitter:

Mevrouw Karimi.

De heer Van Hattem (PVV):

Dus mijn vraag is eigenlijk …

De voorzitter:

Uw vraag is duidelijk.

De heer Van Hattem (PVV):

… waarom zo nodig met zulk soort verwijten komen die nergens op gebaseerd zijn, terwijl mevrouw Karimi beter zelf een keer in de spiegel kan kijken?

Mevrouw Karimi (GroenLinks-PvdA):

Ik moet zeggen dat ik van de heer Van Hattem andere dingen gewend ben. Dit is echt heel zwak, echt. Jij-bakken: jij hebt dit zo en zo gedaan. Ik heb het onderbouwd en het is niet de persoon, maar de politiek waarvoor deze minister staat, wat zij tot nu toe als minister geleverd heeft of juist niet geleverd heeft, dus de chaos die zij gecreëerd heeft. Gaat u maar luisteren naar de debatten die zij in de Tweede Kamer heeft gevoerd. Constant stellen de Tweede Kamerleden vragen en krijgen geen antwoorden. Als er antwoord komt, is het een tirade, zo van "ik ben er klaar mee, ik ben er klaar mee, ik ben er klaar mee!". Dat is het probleem. Dat is deze minister. Ik heb allerlei citaten van uitvoerende organisaties, van de VNG, van het COA, van de IND. Ik bedoel, dat zijn feiten. Wij bedrijven hier geen feitenvrije politiek zoals de PVV. Dit zijn feiten en op die feiten is ons harde oordeel gebaseerd.

De heer Van Hattem (PVV):

Het punt is dat mevrouw Karimi hier wel degelijk feitenvrije politiek bedrijft. Ze zegt: er wordt bewust chaos gecreëerd. Dat is nogal een verwijt. Daar is totaal geen onderbouwing voor. Dat is gewoon uit de lucht gegrepen. Dat wordt gewoon ten tonele gevoerd in de Eerste Kamer door mevrouw Karimi van GroenLinks-PvdA. Er is geen enkel bewijs voor. Het wordt hier gewoon zomaar geponeerd. Dat er misschien kritiek is op de bestuursstijl, op het feit dat er veranderingen plaatsvinden: dat kan. Als er veranderingen plaatsvinden, krijg je altijd wrijvingen. Natuurlijk komt er dan ook commentaar vanuit het veld, vanuit uitvoeringsorganisaties, want die zijn het gewend om dingen op een bepaalde manier te doen. Dat is allemaal begrijpelijk. Maar dat er bewust chaos wordt gecreëerd, is een verwijt dat totaal nergens op gebaseerd is. Als ik zeg dat mevrouw Karimi met dergelijke zware woorden staat te preken vanaf een moral high ground … Onderbouw dat en ga niet lopen wapperen met halve verhalen over het opzeggen van vertrouwen zonder boter bij de vis te doen, en ga niet zulk soort verwijten maken. Als er iets op lucht is gebaseerd, is het wel het verhaal van mevrouw Karimi van GroenLinks-PvdA. We hebben net twintig minuten verspeeld met het luisteren naar dit betoog.

Mevrouw Karimi (GroenLinks-PvdA):

Jeetje! Volgens mij heb ik wel hele goede argumenten geleverd om de heer Van Hattem dit betoog te moeten laten houden. Uitvoeringsorganisaties, organisaties die dagelijks te maken hebben met mensen die aan hun zorg zijn toevertrouwd maar die zorg niet kunnen leveren en geen gehoor vinden bij deze minister: voor die organisaties sta ik hier namens mijn fractie. Inderdaad, dat is de fractie van GroenLinks-PvdA, dat zegt u wel goed.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Karimi. U was aan het einde van uw betoog. Dan geef ik het woord aan mevrouw Van Toorenburg van de fractie van het CDA.