Plenair Dittrich bij voortzetting behandeling Begroting Asiel en Migratie 2025



Verslag van de vergadering van 18 maart 2025 (2024/2025 nr. 22)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 20.35 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Dittrich i (D66):

Ik dank de minister voor haar beantwoording — voor sommige van haar antwoorden, moet ik zeggen. Ik wil meteen maar even stilstaan bij de statushouders, de doorstroomlocaties en de opstartwoningen, want ik vond daar het verhaal nog niet echt overtuigend. Ik blijf met de vraag zitten wanneer die woningen er komen, wie die uiteindelijk betaalt en hoe het nou zit met het beleid dat de ene minister zegt "we gaan gemeenten stimuleren door geld te geven zodat er woningen gebouwd worden", maar de ander zegt: neenee, er mag geen voorrang zijn voor die statushouders. De adviesorganen, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Aedes, de woningcorporaties, en het COA, zeggen allemaal: niet doen; dat is verkeerd beleid. Ik zie nog niet helemaal hoe dit handen en voeten gaat krijgen, maar we gaan het zien. Voorlopig ben ik er nog niet van overtuigd.

Voorzitter. We hebben heel vaak gehoord dat een en ander geregeld wordt bij de Voorjaarsnota, maar daar kan de minister nog niks over zeggen, want de onderhandelingen mogen niet gefrustreerd worden. Ik vind dat de Voorjaarsnota een soort black box is, waarvan we maar moeten afwachten wat eruit komt. Toen de vragen over een stabiele begroting voor het COA en de IND aan de orde waren, zei de minister: het is mijn uitgangspunt, maar het hangt af van de Voorjaarsnota. We weten dus nog niet hoe het af gaat lopen. Daarom heb ik een motie. Die heb ik voorbereid samen met een collega, de heer Griffioen van de BBB-fractie, maar hij kan hier vandaag helaas niet zijn vanwege gezondheidsredenen. Die motie zou ik graag willen indienen en die luidt als volgt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat volgens de begrotingsstaten 2025 van het ministerie van Asiel en Migratie de uitgaven over de jaren 2025 t/m 2029 als volgt zijn geraamd: 9,5 miljard in 2025, 9,8 miljard in 2026, 2,8 miljard in 2027, 1,2 miljard in 2028 en 1,2 miljard in 2029;

overwegende dat in de Voorjaarsnota 2023 is vastgelegd het COA stabieler te financieren, naar een vaste basiscapaciteit van 41.000 opvangplekken, met een meerjarige financiering;

overwegende dat deze afspraken nog niet zijn verwerkt in de rijksbegroting ingaand 2027;

constaterende dat een gevolg hiervan is dat gemeenten geen langdurige afspraken met het COA willen maken en dat als gevolg daarvan het COA meer noodopvangplekken moet realiseren tegen beduidend hogere kosten dan de kosten van reguliere opvangplekken;

overwegende dat bij de IND in 2024 de achterstanden van de behandeling van asiel- en nareisaanvragen zijn opgelopen;

overwegende dat het de verwachting is dat de IND de komende jaren nog een grote werkvoorraad heeft;

verzoekt de regering om in de Voorjaarsnota 2025 zodanige financiële middelen op te nemen die het mogelijk maken de IND en het COA stabiel te gaan financieren, zodat de IND en het COA de komende jaren voldoende en structureel gefinancierd zijn om hun taken te kunnen blijven uitoefenen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dittrich, Karimi, Perin-Gopie, Visseren-Hamakers, Janssen, Huizinga-Heringa en Marquart Scholtz.

Zij krijgt letter J (36600-XX).

De heer Dittrich (D66):

Ik roep de minister op om goed naar deze motie te kijken. Die is bedoeld als steun voor de onderhandelingen over de Voorjaarsnota.

Voorzitter. De minister heeft over uitvoeringstoetsen bij wetsvoorstellen gezegd: ik ga dat per wetsvoorstel bekijken. De hoofdtaak van de Kamer is het bekijken van de uitvoerbaarheid van wetsvoorstellen. Wij vinden in beginsel dat bij elk wetsvoorstel dat het COA of de IND in de uitvoering raakt een uitvoeringstoets hoort. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er veel wets- en beleidsvoorstellen op asielgebied aan de Eerste Kamer zullen worden voorgelegd met als doel de instroom van asielzoekers naar Nederland te beperken;

overwegende dat qua uitvoering veel gevraagd zal worden van de partners in de asielketen, zoals de IND, het COA, de gemeenten en provincies, VluchtelingenWerk en Nidos;

overwegende dat een van de prioriteiten van de Eerste Kamer is het toetsen of nieuwe wet- en regelgeving uitvoerbaar is;

verzoekt de regering bij nieuwe wet- en regelgeving die qua uitvoering van de partners in de asielketen veel werk vergt, aan de Eerste Kamer een uitvoeringstoets te overleggen, waaruit blijkt dat de partners in de asielketen in staat zijn die voorstellen daadwerkelijk en redelijkerwijs te kunnen uitvoeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dittrich, Karimi, Van Toorenburg, Perin-Gopie, Visseren-Hamakers en Huizinga-Heringa.

Zij krijgt letter K (36600-XX).

De heer Dittrich (D66):

Voorzitter. Ik ben blij met de toezegging van de minister over kinderen in de noodopvang en het onderwijs. Ze zegt namelijk toe dat ze met een brief naar de Kamer gaat komen. Wij wachten die brief met belangstelling af.

Voorzitter. Tot slot moet ik zeggen dat ik toch heel erg verontrust ben over de mededeling van de minister dat ze nu een huwelijksvereiste gaat invoeren. De minister zegt dat ze grenzen wil opzoeken, dat ze zo streng mogelijk wil zijn en dat Europa haar dat toelaat. Mensen kunnen niet trouwen in hun land van herkomst, omdat ze gediscrimineerd worden vanwege hun seksuele gerichtheid. Vanaf het kabinet-Den Uyl is hun door alle regeringen de mogelijkheid geboden om in Nederland asiel en gezinshereniging aan te vragen. Deze minister zegt dat het fraudegevoelig is en dat ze er daarom vanaf wil. Vorige kabinetten hebben altijd gezegd: als het al in sommige situaties fraudegevoelig is, dan stimuleren wij de IND om beter door te vragen en om extra cursussen aan te bieden aan de gehoorambtenaren van de IND, zodat zij hun werk zo goed mogelijk kunnen doen. Mocht dat niet lukken, dan zijn er altijd nog maatschappelijke organisaties die gegevens kunnen aandragen, de IND daarbij kunnen helpen of asielzoekers bij kunnen staan bij de rechter. Ik vind het dus echt zorgelijk dat deze minister zegt dat ze van dat beleid af wil. Ik roep haar op dat niet te doen. Ik hoop in ieder geval dat de fracties in de Tweede Kamer daar heel goed op letten als dat wetsvoorstel daar aankomt. Uiteraard zullen wij dat ook doen, mocht dat wetsvoorstel door de Tweede Kamer komen en hier op ons bureau landen.

De heer Van Hattem i (PVV):

Ik zag dat deze vraag was gesteld in de schriftelijke vragenronde hieraan voorafgaand. Daarin is ook beantwoord dat asiel aanvragen op zichzelf nog wel degelijk mogelijk is, want beide personen kunnen ook afzonderlijk van elkaar asiel aanvragen. Alleen, de procedure om het dan op basis van partnerschap te kunnen verkrijgen, zou dan ter discussie worden gesteld. Maar het is nog steeds mogelijk om afzonderlijk van elkaar een aanvraag in te dienen. Dus wat de heer Dittrich zegt, namelijk dat het niet meer mogelijk is om asiel aan te vragen, klopt volgens mij de facto niet.

De heer Dittrich (D66):

Deze minister gaat partnerschapsaanvragen stopzetten. Dat is een breuk met bijna 40 jaar beleid van opeenvolgende regeringen. Partners die bij elkaar horen, maar niet kunnen trouwen, samenleven en samenwonen in hun land van herkomst omdat dat gevaarlijk is, moeten dan zelf hier in Nederland een route kiezen om bij elkaar te blijven. Een van die routes is de gezinshereniging en die wordt nu afgeschaft; althans, volgens de plannen van deze minister.

De heer Van Hattem (PVV):

De heer Dittrich van D66 zei zojuist dat het niet meer mogelijk is om asiel aan te vragen, maar dat is wel degelijk mogelijk. Ze kunnen dat afzonderlijk van elkaar doen. De asielmogelijkheid staat dus nog open, maar niet meer via gezinshereniging. De mogelijkheid an sich bestaat dus gewoon nog wel.

De heer Dittrich (D66):

Ik heb het gehad over gezinshereniging. In dat kader is het niet meer mogelijk als deze minister vanwege fraudegevoeligheid het beleid van tientallen jaren opeens gaat afbreken, omdat de minister zegt dat zij zo streng mogelijk wil zijn. De prijs daarvan wordt betaald door homoseksuele paren en lesbische paren. Dat vind ik echt heel verontrustend.

De voorzitter:

Dan is het woord aan mevrouw Perin-Gopie namens Volt.