Plenair Schalk bij voortzetting behandeling Begroting Asiel en Migratie 2025



Verslag van de vergadering van 18 maart 2025 (2024/2025 nr. 22)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 20.55 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Dank u wel, voorzitter. Uiteraard dank voor de beantwoording aan de minister. Terecht is vandaag opgemerkt, door de heer Van Rooijen en andere collega's, dat het vandaag uiteindelijk gaat om de begroting van 2025. Mijn fractie ziet geen hele grote problemen voor 2025 in deze begroting, maar mijn fractie wil wel realisme over de toekomst. Daar is uitgebreid over gesproken, ook vandaag, omdat de meerjarenraming bij deze begroting zit. Ik begrijp dat de minister heeft gezegd dat zij niet vooruit kan lopen op onderhandelingen rondom de Voorjaarsnota. De minister heeft op mijn verzoek ook geen oordeel willen geven over haar eigen meerjarenraming. Ik heb gezien dat er inmiddels een paar moties zijn ingediend die gericht zijn op die toekomst. Je zou kunnen zeggen: moet daar nog iets aan toegevoegd worden? Maar ik merk en zie dat dat vanuit verschillende perspectieven is gedaan. Sommige zijn gericht op de Voorjaarsnota. Mijn motie, die ik straks zal voordragen als u dat goed vindt, zal gericht zijn op de Miljoenennota 2026.

Nogmaals, ik weet dat de minister niet kan vooruitlopen, maar daardoor zie ik ook geen poging om deze Kamer enigszins tegemoet te komen. Oftewel: ze kan geen inzicht geven in haar inzet. Het kan dus alle kanten op, want er zijn meer ministers die aan die Voorjaarsnota gaan trekken, schat ik zomaar in. Voordat de Voorjaarsnota is afgerond, zijn we richting eind juni, vlak voor de begrotingsbesprekingen voor 2026, die in augustus zullen plaatsvinden. Vandaar de volgende motie. Ik hoop dat de minister zal ervaren dat die een steun in de rug is, juist voor de onderhandelingen die zij ingaat.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het langetermijnbudget voor immigratie en asiel na twee jaar naar een onrealistisch niveau wordt verlaagd;

overwegende dat uit het Rekenkamerrapport "Focus op opvangcapaciteit voor asielzoekers" blijkt dat structureel de uitgaven voor immigratie en asiel worden onderschat en de te krappe raming in de praktijk leidt tot hogere kosten op lange termijn;

overwegende dat uitvoeringsorganisaties, zoals onder andere de IND en het COA, perspectief voor de lange termijn nodig hebben om effectief beleid te kunnen uitvoeren;

verzoekt de regering een realistische raming en indien mogelijk een realistisch afbouwpad voor de langere termijn voor het budget voor immigratie en asiel vast te stellen en hiertoe een voorstel te doen bij de begroting 2026,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Schalk, Van Toorenburg, Huizinga-Heringa en Van Rooijen.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Daarmee maakt zij deel uit van de beraadslaging.

Zij krijgt letter N (36600-XX).

D66 heeft een vraag bij monde van de heer Dittrich.

De heer Dittrich i (D66):

Ter verduidelijking. In de motie staat het woord "afbouwpad". Ik heb nog niet helemaal helder voor ogen wat de indiener van de motie daarmee bedoelt. Misschien kunt u dat even toelichten.

De heer Schalk (SGP):

Dank voor deze vraag. Dat wil ik heel graag doen. Ik heb heel bewust twee elementen in het dictum geplaatst, namelijk een realistische raming en indien mogelijk een realistisch afbouwpad. U weet dat mijn fractie bijvoorbeeld vindt dat de instroom zou moeten worden beperkt. Maar zolang dat niet mogelijk is, moet je natuurlijk ook niet met een afbouwpad beginnen. In die zin is het gericht op de toekomst, verder dan de twee jaar die we nu ingaan. We hebben vandaag aantallen gehoord waarbij het voor mijn fractie glashelder is dat we niet binnen twee jaar alles wat er nu ligt, weggewerkt hebben.

Voorzitter. Even iets heel anders. Ik wil nog even terugkomen op vanmiddag, toen we plotseling zonder licht dreigden te komen zitten. Een van de collega's zei toen dat het wel mooi zou zijn als we er kaarsen bij hadden. Dat deed mij onmiddellijk denken aan dat prachtige verhaal aan het einde van de achttiende eeuw in de wetgevende vergadering van Connecticut. Die had juist die dag een zitting en toen deze leden de onverwachte en onbegrijpelijke duisternis zagen, overviel hun algemene schrik en ontzetting. Menigeen dacht dat de laatste dag, de dag des oordeels, aangebroken was. Sommige leden stelden voor om de zitting te schorsen. Toen stond een puriteinse raadsheer op en zei: "Als dit de laatste dag is, dan wens ik op mijn plaats gevonden te worden, bezig mijn plicht te doen." Vervolgens stelde hij voor om kaarsen te laten brengen, zodat de beraadslagingen konden worden voortgezet. Kortom, voorzitter, dank dat u de vergadering gewoon door liet gaan.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Schalk. Dan is nu het woord aan de heer Van Hattem namens de PVV.