Dit voorstel wijzigt verschillende fiscale wetten. De wijzigingen zijn zowel inhoudelijk als technisch of redactioneel van aard.

Het voorstel bevat de volgende maatregelen:

  • codificatie van de uitzendregeling in de eigenwoningregeling;
  • maatregelen op lijfrentegebied;
  • technische maatregelen op pensioengebied;
  • wijziging kwalificerende buitenlandse belastingplichtige;
  • samenloop werkkostenregeling en aftrekbeperking voor gemengde kosten;
  • aanpassing bezwaarmogelijkheid niet verrekende belasting in de vennootschapsbelasting;
  • correctiemaatregel uitspraak Hoge Raad (HR) in de omzetbelasting;
  • wijziging van de kleineondernemersregeling btw;
  • bezwaar en beroep tegen een voldoening van nihil in de omzetbelasting;
  • uitbreiding verlaagde btw-tarief met radiofarmaceutica;
  • technische wijzigingen Wet belastingen op milieugrondslag;
  • wijzingen in de Algemene douanewet;
  • verduidelijking pleegkindbegrip voor toeslagen;
  • aanpassing ANBI-regeling in verband met invoering portal voor de publicatieverplichting en portal voor het toezicht;
  • uitbetaling aanspraak toeslagen na matiging terugvordering;
  • creëren wettelijke basis uitstel van betaling zonder invorderingsrente bij geruisloze inbreng in een bv/nv t.b.v. een in het buitenland woonachtige aandeelhouder;
  • tegengaan misstanden in de uitzendsector;
  • herstel grondslag motorrijtuigenbelasting;
  • herstel samenhang motorrijtuigenbelasting en provinciale opcenten;
  • nabestaandenregeling compensatie selectie aan de poort;
  • wijzigingen Overige fiscale maatregelen 2020;

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Schriftelijke voorbereiding
Eerste Kamer
Plenair
 
Afkondiging
Staatsblad(en)

Het voorstel is in behandeling bij de Tweede Kamer.


Kerngegevens

ingediend

24 april 2025

titel

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2026)

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

inwerkingtreding

  • 1. 
    Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2026, met dien verstande dat:
  • a. 
    artikel I, onderdeel H, onder 1, terugwerkt tot en met 1 januari 2023;
  • b. 
    artikel I, onderdeel I, en artikel III, onderdeel A, terugwerken tot en met 1 juli 2023;
  • c. 
    artikel I, onderdelen C en J, onder 2, terugwerkt tot en met 25 april 2025;
  • d. 
    artikel IV voor het eerst toepassing vindt met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2026;
  • e. 
    artikel VI, onderdeel A, terugwerkt tot en met 6 februari 2018;
  • f. 
    artikel VI, onderdeel C, terugwerkt tot en met 1 januari 2024;
  • g. 
    artikel X, onderdelen C en D, voor het eerst toepassing vindt op beboetbare gedragingen die zijn begaan op of na 1 januari 2026.
  • 2. 
    In afwijking van het eerste lid treden de artikelen I, onderdeel O, en XV in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
  • 3. 
    In afwijking van het eerste lid treedt artikel XI, onderdeel D, in werking op het tijdstip waarop het bij koninklijke boodschap van 6 oktober 2023 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs en enige andere wetten in verband met de invoering van regels voor het verlenen van toelating voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten) (Kamerstukken 36446) tot wet is of wordt verheven en die wet in werking treedt, met dien verstande dat het in artikel XI, onderdeel D, van deze wet opgenomen artikel 34a, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 eerst toepassing vindt met betrekking tot belastingtijdvakken die zijn aangevangen op of na dat tijdstip.
  • 4. 
    In afwijking van het eerste lid treedt artikel XIII in werking met ingang van de dag waarop artikel I, onderdeel D, van de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer in werking treedt.

Documenten

Er zijn geen documenten gevonden.