Plenair Recourt bij behandeling Aanvullende maatregelen tegen georganiseerde criminaliteit tijdens detentie



Verslag van de vergadering van 7 juli 2025 (2024/2025 nr. 37)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 20.39 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Recourt i (GroenLinks-PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Vandaag is een wet aan de orde, eigenlijk twee wetten, die strafbaar handelen vanuit de strengst bewaakte gevangenissen moet tegengaan. Dat is een goede zaak. Misdaad mag niet verdergaan binnen de muren. Met de dader in de cel moeten slachtoffers, nabestaanden, rechtshandhavers en getuigen veilig zijn. Dat bleek niet altijd het geval. Het is dus goed dat deze wet meer bescherming gaat bieden tegen gevaarlijke misdadigers. Zoals iedere wet moet ook deze wet passen binnen de regels en normen die wij met elkaar hebben afgesproken in onze democratische rechtsstaat. Doen we dat niet, dan onderscheiden wij ons niet van de criminelen en verliezen we ons morele gezag. Mijn fractie heeft deze wet met die bril op beoordeeld.

Het is zeer zorgelijk dat de Tweede Kamer deze bril niet op heeft gehad en bewust amendementen heeft aangenomen die zeer waarschijnlijk in strijd zijn met de Grondwet. Als het beeld belangrijker wordt dan de inhoud, gebeuren er grote ongelukken. Afgelopen donderdag zagen we weer een voorbeeld. Ik hoop echt dat deze Kamer, de Eerste Kamer, het beeld het beeld laat als de inhoud niet deugt. Het helpt als we elkaar op de inhoud vasthouden en er geen partijpolitiek van maken.

Een lichtpuntje in deze duisternis is het optreden van toenmalig bewindspersoon Weerwind. Hij was de rechtsstaat wél waardig met zijn mededeling dat hij de wet met deze wijzigingen niet zou voortzetten, met het vragen van advies aan de Raad van State, die inderdaad concludeerde dat de wet op meerdere punten in strijd was met de Grondwet en verdragen, en vervolgens met het snel initiëren van een herstelwet. Na het aanvaarden van de herstelwet is door de Tweede Kamer over de nu voorliggende wet gestemd. Met grote meerderheid is de wet aangenomen. Gelukkig is de wet met deze supernovelle materieel hersteld. Anders had deze Kamer de wet niet kunnen aannemen, terwijl extra maatregelen wel noodzakelijk lijken.

Dan de inhoud. Deze wet kan grote beperkingen aanbrengen op het recht op contact met de buitenwereld van een gedetineerde. Ook wordt het toezicht op het contact met de rechtshulpverleners voor deze categorie gedetineerden opgevoerd. Deze maatregelen kunnen noodzakelijk zijn, helaas. We hebben de voorbeelden waarin het fout is gegaan, zien langskomen. Uit ervaring weet ik dat een nog groter deel van de incidenten de pers niet haalt. De kernvraag die mijn fractie stelt bij de afweging van belangen bij deze wet, is of de maatregelen proportioneel zijn, in die zin dat niet méér gedetineerden aan deze zware en resocialisatiebeperkende maatregelen onderworpen worden dan noodzakelijk, dat ze niet langer dan noodzakelijk van toepassing zijn en dat ze niet zwaarder moeten zijn dan noodzakelijk. De schriftelijke vragen van deze Kamer vroegen met name een toelichting op deze proportionaliteitsaspecten. De vragen zijn naar het oordeel van mijn fractie goed beantwoord, maar hebben niet alle zorgen weggenomen. Daarom heb ik nog de volgende vragen.

De staatssecretaris schrijft in antwoord op onze vragen dat een voorgenomen besluit tot plaatsing in de ebi of de AIT maatwerk is en wordt voorgelegd aan de selectiecommissie, die advies uitbrengt over de voorgenomen plaatsing of verlenging. Mijn fractie vindt de partijen die bij deze zwaarwegende beslissing worden betrokken begrijpelijk, maar beperkt. Waarom wordt het in geval van verlenging niet verplicht dat ook de directeur van een inrichting altijd via DJI wordt bevraagd over het gedrag binnen de inrichting? Kan de minister toezeggen dat dit standaard zal gebeuren? Want ik heb dat niet kunnen terugvinden. En waarom wordt ook niet de Reclassering over de sociale context bevraagd? Mijn fractie snapt dat actuele veiligheidsaspecten buiten de inrichting leidend zijn, maar toch kan de context worden verbreed en kan het gevaar van een te eenzijdige en wellicht te gemakzuchtige beslissing om voor alle zekerheid maar voor plaatsing in het zware regime te kiezen, worden tegengegaan.

De staatssecretaris legt de bal vervolgens bij de gedetineerde zelf, door erop te wijzen dat deze met eigen stukken het rechtsvermoeden kan weerleggen. Dat is een goede zaak, maar wel pas als dit rechtsvermoeden voldoende individueel is onderbouwd. Kan de staatssecretaris op het voorgaande reageren?

Omwille van de tijd sla ik een stukje over. Ik kom dan bij de RSJ, het adviesorgaan dat de regering adviseert over detentie. De RSJ heeft geadviseerd tegen deze wet te stemmen. Zo'n advies kun je niet makkelijk passeren. De kern van de kritiek van de RSJ is ook hierbij de proportionaliteit. Letterlijk zei de RSJ: "de wet is te generiek in plaats van maatwerk".

Daarnaast wil ik wijzen op de opmerking van de RSJ dat de behandeling van een beroep bij deze instantie moet plaatsvinden binnen de grenzen van de wet. Als de wet dus weinig ruimte voor toetsing aan bijvoorbeeld de proportionaliteit toestaat, is ook de rechtsbescherming beperkt. Kan de staatssecretaris ons ervan overtuigen dat het in de praktijk geen generieke beslissingen worden, maar dat het echt maatwerk wordt? Kan de staatssecretaris ook zo concreet mogelijk aangeven welke eisen de RSJ aan de motivering van een besluit op basis deze wet mag stellen? Waarom differentieert de wet niet wat meer tussen de ebi en de AIT, zodat een redelijk model voor afschaling ontstaat? Op welke wijze is in deze wet verdisconteerd dat de zeer gemankeerde resocialisatie van deze groep gedetineerden ook zal leiden tot toename van gevaar, namelijk na detentie? Dan een ander element. Heeft deze wet een positief effect op het regime van de overige inrichtingen? Ik sluit mij nu alvast aan bij de vragen die collega Van Toorenburg op dit punt zal gaan stellen.

Dan de maximering van aantal raadslieden tot twee. Ook hier is de beantwoording van de vragen de helderheid ten goede gekomen. Het maximum is niet absoluut en de beperking lijkt zich inderdaad te verhouden tot het EVRM, met als voornaamste doel de mogelijkheden tot het incrimineren van de raadsman te verkleinen. Maar is veiligheid — daar gaat het om; dat is het doel — op z'n plaats in de enige beperkingsgrond die het EVRM geeft, te weten het belang van rechtspleging? Jurisprudentie kent dit voorbeeld in elk geval niet, voor zover ik dat kon nagaan.

Ook op dit punt verdere vragen over de praktijk. Kan de staatssecretaris met concrete voorbeelden toelichten wanneer er meer dan twee raadslieden worden toegestaan, naast de twee voorbeelden die zijn gegeven? Het gaat immers niet alleen om de kwaliteit om de verdediging, maar ook om de "quality of arms". Ook die is hier aan de orde, want waar het OM met een groot team een grote zaak behandelt, moet de verdediging adequaat weerwoord kunnen geven. Ook hier heb ik geen jurisprudentie gevonden die het standpunt van de staatssecretaris onderbouwt. De voorbeelden zijn er toch vooral — ik zeg dit buiten mijn spreektekst om — als er een andere expertise aan de orde is. In dat geval kan er een derde raadsman bij komen. Maar het gaat mij erom: als het een enorme zaak is, is er dan de mogelijkheid om van de standaardregel van twee raadslieden af te wijken en meer raadslieden toe te staan?

Voorzitter. Dan de last voor de familie om telefonisch contact te hebben met de gedetineerde. Dat contact wordt verzwaard, doordat dit straks alleen nog maar kan gebeuren vanuit een p.i., een penitentiaire inrichting, terwijl voorheen het politiebureau volstond. Dit is niet alleen een extra last voor de familie, maar belemmert feitelijk ook de omgang, omdat de drempel hoger wordt. Ook hier zijn de argumenten van de regering op het eerste oog redelijk. Er is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van het politiebureau, maar daar bleken de beveiliging van en de screening voorafgaand aan een bezoek aan de spreek- en belkamers onvoldoende. Ook is er onvoldoende gekwalificeerd personeel op de bureaus aanwezig. Kan de minister desondanks nog eens toelichten waarom ook de familie aan zo'n relatief zwaar veiligheidsregime moet voldoen? De meeste politiebureaus hebben toch arrestantencellen? Is de ervaring hiermee onvoldoende om de familie op te vangen? Overigens gaat het hier bij "familie" maar om een of twee personen.

Voorzitter, afrondend. Mijn fractie ziet dat het huidige regime voor gevangenen die een gevaar vormen voor de samenleving en de rechtsstaat, onvoldoende in staat is om dit gevaar maximaal tegen te gaan. Mijn fractie vindt dat de maatregelen uit deze wet voldoende gericht moeten zijn. Mijn fractie hoopt dat de staatssecretaris ons er met zijn antwoorden van kan overtuigen dat dit ook het geval is.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan de heer Dittrich namens de fractie van D66 en mede namens de Partij voor de Dieren.