Helpt u mee onze website te verbeteren?

Plenair Van den Oetelaar bij behandeling Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten



Verslag van de vergadering van 11 november 2025 (2025/2026 nr. 07)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 10.57 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van den Oetelaar i (FVD):

Dank u wel, voorzitter. Dank ook aan de minister voor haar aanwezigheid.

Vandaag bespreken wij de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten, een wetsvoorstel dat volgens de regering misstanden in de uitzendsector moet aanpakken, misstanden zoals uitbuiting, onderbetaling, slechte huisvesting en illegale arbeid. Niemand ontkent dat die misstanden bestaan, maar de vraag die voorligt, is: pakt dit wetsvoorstel het probleem werkelijk aan?

Volgens de regering moet het nieuwe toelatingsstelsel dit probleem oplossen. Alleen uitleners die een officiële toelating hebben, mogen straks nog arbeidskrachten ter beschikking stellen. Voor die toelating gelden allerlei voorwaarden: een verklaring omtrent gedrag, een waarborgsom ter garantie van loonbetalingen en naleving van een uitgebreid normenkader. Daarbovenop komen periodieke inspecties door private instellingen die door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden aangewezen. En om dit allemaal te handhaven, wordt de Arbeidsinspectie uitgebreid met mogelijk honderden extra fte's.

In theorie klinkt dit als een nobel streven. In de praktijk betekent het vooral dat er een enorme nieuwe laag bureaucratie wordt opgetuigd. Uitzendbureaus moeten papieren invullen, documenten aanleveren, waarborgsommen ophoesten en zich regelmatig laten controleren. De regering geeft zelf toe dat hiervoor een complete uitvoeringsorganisatie moet worden ingericht. Dit alles voelt alsof we met een kanon op een mug schieten. In plaats van de kern van het probleem bij de wortel aan te pakken, creëert de overheid een log apparaat dat iedereen opzadelt met nieuwe lasten.

Dat brengt ons bij de vraag: wie betaalt dit alles? Bureaucratie is nooit gratis. De vog's, de waarborgsommen, de inspecties: het moet allemaal ergens van worden bekostigd. De memorie van toelichting erkent dat dit leidt tot substantiële administratieve lasten voor bedrijven. Uiteindelijk worden die kosten natuurlijk doorgeschoven naar de consument en de belastingbetaler. Duurdere arbeid leidt immers tot hogere prijzen in de supermarkt en extra toezicht leidt tot meer uitgaven van het Rijk. Kan de minister aangeven hoeveel dit toelatingsstelsel ondernemers gemiddeld gaat kosten? En hoe voorkomt zij dat deze kosten uiteindelijk een-op-een bij de Nederlandse consument terechtkomen?

De regering noemt dit wetsvoorstel "een middel om een race to the bottom te stoppen", maar in werkelijkheid wordt die race juist in stand gehouden. Want terwijl dit wetsvoorstel wordt ingevoerd, staan er in Nederland nog ongeveer evenveel mensen aan de kant als er arbeidsmigranten zijn via uitzendbureaus. Zij zouden dit werk grotendeels kunnen doen. Toch haalt het kabinet nog steeds arbeidsmigranten naar binnen. Waarom kiest de minister ervoor om arbeidsmigranten binnen te halen, terwijl er honderdduizenden Nederlanders langs de kant staan? Heeft de minister onderzocht hoeveel van die Nederlanders inzetbaar zouden zijn als werken in Nederland weer zou lonen?

De keuze voor arbeidsmigranten heeft gevolgen. Een groot deel van het geld dat arbeidsmigranten hier verdienen, stroomt weg naar landen als Polen en Roemenië. Het vloeit uit onze economie, terwijl Nederlanders zelf steeds meer moeite hebben om rond te komen. Ondertussen zet de massale instroom de woningmarkt verder onder druk. Starters worden weggeconcurreerd, sociale huurwoningen zijn schaars en de huizenprijzen worden steeds verder opgedreven. Dat is de echte race naar de bodem. De gewone Nederlander kan geen huis meer kopen en geen vermogen opbouwen.

Laat ik één misverstand wegnemen. Het punt is niet dat Nederlanders het werk dat nu vaak door arbeidsmigranten gedaan wordt, niet willen doen. Natuurlijk kunnen Nederlanders dat werk doen. Het probleem is dat dit werk in verhouding tot de inspanning te weinig oplevert om in Nederland een waardig bestaan te kunnen onderhouden.

De heer Van der Goot i (OPNL):

Ik heb een vraag aan de heer Van den Oetelaar. Begrijp ik goed dat de heer Van den Oetelaar zegt dat de rijksoverheid eigenlijk een soort uitzendbureau is dat alle arbeidsmigranten dit land binnen laat komen? Of is het de markt die dat doet?

De heer Van den Oetelaar (FVD):

De overheid zorgt ervoor dat werken in Nederland niet loont. Als gevolg daarvan hebben uitzendbureaus inderdaad een gat in de markt gevonden en halen ze goedkope arbeid naar Nederland.

De heer Van der Goot (OPNL):

Hoe zorgt de overheid er volgens u voor dat werken niet loont?

De heer Van den Oetelaar (FVD):

Werken loont in Nederland niet omdat de belastingen veel te hoog zijn. Als we een belastingvrije voet zouden instellen van bijvoorbeeld €30.000, dan zouden mensen met een lager inkomen, in de laagste schaal, veel meer profijt hebben van hun werk.

De heer Van der Goot (OPNL):

Hoe denkt de heer Van den Oetelaar dat minister Heinen hierover denkt?

De heer Van den Oetelaar (FVD):

Minister Heinen of staatssecretaris Heijnen?

De heer Van der Goot (OPNL):

Beiden. De minister moet namelijk zorgen dat de schatkist gedekt is en de staatssecretaris moet zorgen voor de belastinginkomsten. Het gaat ze dus allebei aan.

De heer Van den Oetelaar (FVD):

Wat de minister en de staatssecretaris hiervan denken, weet ik niet. Maar ze doen er maar weinig aan; dat zien we wel.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

De heer Van den Oetelaar (FVD):

Een Pool of Roemeen kan van hetzelfde loon in eigen land een huis kopen en een gezin onderhouden. In Nederland lukt dat niet door de hoge belastingen, de torenhoge huren en de enorme lasten die dit kabinet de burger oplegt. Deelt de minister de analyse dat het probleem niet is dat Nederlanders dit werk niet willen doen, maar dat het werk in Nederland onvoldoende oplevert door hoge belastingen en, daaruit voortvloeiend, hogere prijzen? Waarom kiest de minister er dan niet voor om daar iets aan te doen, in plaats van om arbeidsmigratie te normaliseren?

De oplossing is dus niet om voor meer arbeidsmigranten en hun bescherming te zorgen, maar om werk weer te laten lonen. Dat doen we niet door lonen kunstmatig op te drijven, maar door een eerlijker belastingklimaat. Allereerst doen we dat door een substantieel hogere belastingvrije voet in te voeren, zodat iedere Nederlander een groter deel van zijn inkomen helemaal belastingvrij kan verdienen. Voor ondernemers zetten we in op een verlaging van de kosten in het mkb en bij zelfstandigen en op een lagere vennootschapsbelasting. Zo kunnen zij concurrerend zijn zonder goedkope arbeidsmigranten nodig te hebben.

Dat is hoe je de koopkracht van Nederlanders herstelt en mensen uitnodigt om arbeidsmigratie überhaupt onnodig te maken. Dat is dus niet door steeds nieuwe lagen bureaucratie op te tuigen, maar door burgers en bedrijven te bevrijden van de bureaucratische moloch van belastingen, heffingen en regeldruk. Kan de minister uitleggen waarom dit kabinet het logisch vindt om een log bureaucratisch stelsel van inspecties en toelatingen op te tuigen? Waarom overweegt het niet om de lasten voor Nederlanders radicaal te verlagen? Daardoor zou arbeidsmigratie vanzelf steeds meer overbodig worden. Forum voor Democratie kiest voor structurele oplossingen. Inzet moet weer lonen. Werken, doorwerken en extra inspanning moeten opnieuw daadwerkelijk iets opleveren voor Nederlanders. Alleen dan wordt arbeidsmigratie overbodig.

Daarom pleiten wij voor het creëren van drie financiële prikkels, die werken weer aantrekkelijk maken en onze economie van binnenuit versterken. Deze prikkels verhogen de arbeidsparticipatie, herstellen de koopkracht en bevorderen eerlijke concurrentie op de arbeidsmarkt. De eerste is: €1.000 extra voor iedereen die een tweede baan neemt en minimaal 32 uur werkt in de eerste baan. Die eerste €1.000 zou dan belastingvrij moeten zijn. Het tweede voorstel is om alle overuren boven de 40 uur per week belastingvrij te maken. Het derde voorstel is om fooi in de horeca belastingvrij te maken. Met deze drie eenvoudig uit te voeren maatregelen, herstellen we de verhouding tussen inspanning en beloning, versterken we de positie van de Nederlandse werknemer en maken we arbeidsmigratie steeds meer overbodig.

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Volgens mij zijn de verkiezingen al voorbij, maar ik heb een vraag aan de collega. Is dit niet een speech die je bij het Belastingplan zou moeten houden, omdat het fiscale deel uitvoerig is?

De heer Van den Oetelaar (FVD):

Enerzijds heb je arbeidsmigratie. De oplossing daarvoor is om Nederlanders opnieuw aan de gang te krijgen. Deze drie prikkels dragen daaraan bij. Ik vind dus wel degelijk dat het in dit debat thuishoort.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Maar de vraag is welke oplossingen u ziet voor het arbeidsmigratievraagstuk. Dat heb ik nog niet gehoord.

De heer Van den Oetelaar (FVD):

Nou, kijk, als Nederlanders weer aan de gang gaan, hebben we steeds minder arbeidsmigranten en ook steeds minder misstanden.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

De heer Van den Oetelaar (FVD):

De regering kiest daarentegen voor symptoombestrijding. In plaats van te kiezen voor structurele hervorming, bouwt zij met dit wetsvoorstel een log bureaucratisch stelsel van inspecties, toelatingen en een uitdijend normenkader, dat bovendien leidt tot hoge administratieve lasten voor ondernemers. Dit lost de fundamentele problemen in onze economie niet op. In lijn met de visie van ons verkiezingsprogramma roepen wij de minister dan ook op om te kiezen voor een eerlijker belastingklimaat, waarin extra inspanning daadwerkelijk wordt beloond. Forum voor Democratie kiest voor een duurzame oplossing. Ontmoedig arbeidsmigratie. Laat werken weer lonen. Maak het leven weer betaalbaar door lastenverlaging. Daarmee pakken we de kern van dit probleem écht aan.

Dank u wel.

De voorzitter:

Ik dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan de heer Van der Goot. Hij spreekt ook namens de fracties van Volt en de Partij voor de Dieren.