E130019
  klaver icoon
Laatste revisie: 26-05-2017

E130019 - Voorstel voor een verordening betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking en opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot intrekking van Besluiten 2009/371/JBZ en 2005/681/JBZ




Onderhavig voorstel biedt een juridisch kader voor een nieuw Europol, dat een samenvoeging behelst van het oude Europol en CEPOL (de Europese politieacademie). Andere belangrijke elementen van het voorstel zijn de controle door nationale parlementen en het Europees Parlement op de activiteiten van Europol en een nieuw en versterkt regime voor de bescherming van persoonsgegevens.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.

nationaal

Op 8 november 2016 besprak de commissie I&A/JBZ de beantwoording van de Tweede Kamer van de vragenlijst over de gewenste inrichting en vergaderfrequentie van de Joint Parliamentary Scrutiny Group en besloot zich aan te sluiten bij deze antwoorden.   

Europees

op 11 mei 2016 heeft het Europees Parlement ingestemd met de nieuwe bevoegdheden voor Europol, waarover in november 2015 met de Raad al een akkoord is gesloten. De verordening treedt twintig dagen na publicatie in werking en de nieuwe regels worden vanaf 1 mei 2017 van kracht.     


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2013)173PDF-document, d.d. 27 maart 2013

rechtsgrondslag

Artikel 88 en Artikel 87(2)(b) VWEU

commissie Eerste Kamer

beleidsterrein

verwant dossier


Implementatie

Verordening (EU) 2016/794PDF-document werd formeel aangenomen op 11 mei 2016 en gepubliceerd in Pb EU L135 d.d. 24 mei 2016. 


Behandeling Eerste Kamer

Op 8 november 2016 besprak de commissie I&A/JBZ de beantwoording van de Tweede Kamer van de vragenlijst over de gewenste inrichting en vergaderfrequentie van de Joint Parliamentary Scrutiny Group en besloot zich aan te sluiten bij deze antwoorden.  

De commissie I&A/JBZ besprak op 17 mei 2016 de Europol-verordening in verband met de jaarlijkse conferentie van Voorzitters van parlementen van de EU in Luxemburg op 22-24 mei 2016. De commissie gaf aan geen behoefte te hebben om uitgangspunten aan de Kamervoorzitter mee te geven ten behoeve van de discussie over de parlementaire controle op Europol.

De Kamervoorzitter zal op 22-24 mei 2016 deelnemen aan de jaarlijkse conferentie van Voorzitters van parlementen van de Europese Unie in Luxemburg. Een van de onderwerpen die zal worden besproken is de invulling van de parlementaire controle op Europol. Op 17 mei 2016 bespreekt de commissie I&A/JBZ of er uitgangspunten meegegeven moeten worden ten behoeve van de discussie over de parlementaire controle op Europol tijdens de Voorzittersconferentie op 22-24 mei 2016.  

Op 22 december 2015 besprak de commissie I&A/JBZ het verslag van de JBZ-Raad van 3-4 december 2015, waarin de Europol-verordening ook behandeld wordt, en nam het verslag voor kennisgeving aan. 

Op 1 december 2015 besprak de commissie I&A/JBZ de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad van 3-4 december 2015, waar dit voorstel ook wordt behandeld. De commissie neemt de geannoteerde agenda voor kennisgeving aan.   

De Europese Commissie reageerde op 1 april 2014 op de brief van de commissie I&A/JBZ van 8 oktober 2013. De commissie I&A/JBZ nam de reactie van de Europese Commissie op 8 april 2014 voor kennisgeving aan.

De commissie I&A/JBZ nam op 14 januari 2014 de reactie van de minister van Veiligheid en Justitie van 20 december 2013 voor kennisgeving aan. De commissie wacht nog op een reactie van de Europese Commissie op haar brief van 8 oktober 2013.

De minister van Veiligheid en Justitie reageerde op 20 december 2013 op de brief van de commissie voor Immigratie & Asiel/JBZ-Raad (I&A/JBZ) van 8 oktober 2013. In de brief geeft de minister onder andere aan dat de eerste lezing van de ontwerpverordening heeft plaatsgevonden. De meerderheid van de lidstaten heeft zich uitgesproken tegen de voorgestelde fusie, Nederland heeft zich in de Raad uitgesproken tegen een institutionele fusie, om zo het opleidingsbelang veiliger te stellen. Verder gaat de minister in op een recent uitgevoerde impactanalyse. Hieruit blijkt dat de ontwerpverordening in eerste instantie nog niet de duidelijkheid geeft over de doelstellingen zoals de Commissie die voor ogen had. Nederland heeft samen met een meerderheid van de lidstaten aangegeven dat de ontwerpverordening  op genoemde punten nadere specificatie dan wel herformulering behoeft. De reactie van de Commissie wordt in de loop van 2014 verwacht.

Op 1 oktober 2013 stelde de commissie voor Immigratie & Asiel/JBZ-Raad (I&A/JBZ) de conceptbrief aan de Europese Commissie in het kader van de politieke dialoog en de brief aan de regering vast. De brieven zijn op 8 oktober 2013 verzonden. In de brief aan de Europese Commissie stellen de leden onder meer vragen over administratieve lasten, de voorgestelde fusie met CEPOL en de verwerking van persoonlijke gegevens. In de brief aan de regering worden onder andere vragen gesteld over de gevolgen voor het Nederlandse politieapparaat en waarborgen voor privacy- en gegevensbescherming.

Op 24 september 2013 besloot de commissie voor Immigratie & Asiel/JBZ-Raad (I&A/JBZ) inbreng te leveren voor schriftelijk overleg met de regering en de Europese Commissie. Op 1 oktober 2013 zullen de conceptbrieven worden vastgesteld.

Op 16 juli 2013 stuurde de rapporteur van het Europees Parlement, de heer Diaz de Mera, een verzoek aan de nationale parlementen tot het leveren van inbreng over een aspect van de verordening, namelijk de parlementaire controle op de activiteiten van Europol. De commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ Raad (I&A/JBZ) stelde op 10 september 2013 deze inbreng vast. De inbreng werd op 16 september 2013 verstuurd aan het Europees Parlement.

De commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ Raad (I&A/JBZ) besloot op 2 juli 2013 om op 24 september 2013 inbreng te leveren voor schriftelijk overleg.

Op 21 juni 2013 ontving de commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ Raad (I&A/JBZ het verslag van de Raad voor Justitie en Binnenlandse Zaken van 6 en 7 juni 2013 van de minister van Veiligheid en Justitie. De commissie zal naar verwachting op 2 juli 2013 inbreng leveren voor schriftelijk overleg.

De commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ Raad (I&A/JBZ) besloot op 4 juni 2013 het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg uit te stellen tot na ontvangst van het verslag van de Raad voor Justitie en Binnenlandse Zaken van 6 en 7 juni 2013 van de minister van Veiligheid en Justitie.

Op 28 mei 2013 besprak de commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ Raad (I&A/JBZ) de procedure voor behandeling. De commissie besloot inbreng voor schriftelijk overleg uit te stellen tot duidelijk is wanneer behandeling van dit voorstel in de Raad is voorzien.

De commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ Raad (I&A/JBZ) heeft het voorstel als prioritair geselecteerd uit het werkprogramma 2012 van de Europese Commissie. Op 9 april 2013 besloot de commissie de procedure aan te houden tot na ontvangst van het BNC-fiche. Het BNC-fiche werd op 24 mei 2013 aan de Kamer gezonden.


Behandeling Tweede Kamer

Op 2 november 2016 heeft de commissie V&J van de Tweede Kamer haar beantwoording vastgesteld van de vragenlijst inzake   

De commissie V&J van de Tweede Kamer heeft op 12 februari 2015 een brief over de democratische controle van Europol gericht aan de EP-rapporteur van de conceptverordening, aan de huidige voorzitter van de JBZ-Raad en aan de Eurocommissaris voor Binnenlandse Zaken. De Tweede Kamercommissie is van mening dat de precieze invulling van parlementaire controle van Europol, die momenteel middels een amendement van het Commissievoorstel wordt voorgesteld door het Europees Parlement, niet onderwerp van een triloogonderhandeling moet zijn. Een dergelijk gedetailleerde invulling zou moeten worden uitgewerkt tussen het EP en de nationale parlementen. Zij verzoekt het EP om actief betrokken te worden bij de initiatieven van het EP om verdere invulling te geven aan de gezamenlijke parlementaire controlegroep van het EP en de nationale parlementen

Voorafgaand aan de informele JBZ-Raad van 29-30 januari 2015 voerde de commissie voor Veiligheid en Justitie schriftelijk overleg met de bewindslieden van Veiligheid en Justitie. In het schriftelijk overleg, wat op 28 januari 2015 werd vastgesteld, werden door verschillende fracties vragen gesteld over het verordeningsvoorstel. Deze hadden betrekking op amendementen van het Europees Parlement over de interparlementaire controle van Europol via de oprichting van een zogenaamd Joint Parliamentary Scrutiny Group.

Tijdens het algemeen overleg over de JBZ-Raad van 5-6 december 2103 op 4 december 2013 is onderhavig voorstel besproken. De minister van Veiligheid en Justitie gaf tijdens het overleg aan dat de regering ernaar streeft dat het gegevensbeschermingsniveau in de concept-Europolverordening aansluit bij dat van de conceptrichtlijn gegevensbescherming waarover nu in Brussel wordt onderhandeld.

Op 5 juni 2013 is het voorstel besproken tijdens het algemeen overleg over de Raad voor Justitie en Binnenlandse Zaken van 6 en 7 juni 2013. Tijdens het overleg gaf de minister onder andere aan de zorgen van verschillende fracties te delen met betrekking tot de voorgenomen fusie van CEPOL met Europol. Volgens de minister is een van de redenen waarom Nederland tegen een volledige fusie van CEPOL en Europol is, dat de kwaliteit van het onderwijs daar minder goed geborgd is dan bij een zelfstandig agentschap. Het veel kleinere CEPOL zou ondergesneeuwd kunnen raken. Indien de fusie toch doorgaat is het volgens de minister in ieder geval nodig dat er een transparante verdeling is van de bestuurlijke en organisatorische verantwoordelijkheden bij de operationele taken en de onderwijstaken van Europol. Bovendien mag, indien CEPOL fuseert met Europol en naar Den Haag verhuist, dit niet leiden tot extra kosten voor Nederland.  Daarnaast geeft de minister onder meer aan dat de gevolgen van de verordening voor het Nederlandse politieapparaat, de Nationale Politie, de KMar en de bijzondere opsporingsdiensten, zorgvuldig in beeld zullen worden gebracht door middel van een impact analyse, waarin de verschillende opties worden doorgerekend met betrekking tot de financiële en personele consequenties en mogelijke ICT-aanpassingen bij de politie.

De commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) heeft op 24 april 2013 tijdens een procedurevergadering besloten het voorstel als prioritair aan te merken. De commissie zal een werkbezoek brengen aan Europol. 


Standpunt Nederlandse regering

Op 24 mei 2013 stuurde de regering een BNC-fiche aan de Kamer. Hierin staat onder andere dat Nederland voorzichtig positief staat tegenover de algemene strekking van de verordening. Nederland plaatst nog wel kanttekeningen bij i) de regeling omtrent versterking van de verplichting voor lidstaten om relevante gegevens aan Europol te verstrekken. Nederland steunt voorts niet, ii) de (volledige) fusie met Cepol en iii) ‘De Europol Academie’, evenals meer dan de helft van de andere lidstaten op dit moment. Daarnaast is iv) een analyse van de impact op de eigen politieorganisatie noodzakelijk en dient v) het nieuwe taakaccent advisering vanuit operationele analyse expliciet genoemd te worden. Nederland is positief dat de voorstellen tegemoet komen aan de wens van Europol tot minder versnippering van de informatie-uitwisseling met en de controle door de nationale parlementen en het Europees parlement.

De minister van Veiligheid en Justitie liet op 6 mei 2013 per brief aan de Kamer weten dat het BNC-fiche niet binnen de daarvoor geldende zes weken termijn aan de Kamer kan worden verzonden. 


Samenvatting voorstel Europese Commissie

De Europese Commissie publiceerde op 16 januari 2014 een kritische mededelingPDF-document op het voorstel voor een verordeningPDF-document van een aantal lidstaten (waaronder Nederland) om de locatie van CEPOL te verplaatsen van Bramshill naar Budapest. Volgens de Europese Commissie is het verordeningsvoorstel niet in lijn met onderhavig voorstel dat voorziet in een samenvoeging van Europol met CEPOL. De Europese Commissie is dan ook negatief over het lidstaatinitiatief.

Het agentschap Europol is de Europese politiedienst. Deze is belast met het ondersteunen van het werk van nationale politie-instanties en andere rechtshandhavingsdiensten en met het bevorderen van de wederzijdse samenwerking tussen deze instanties in de strijd tegen misdaad en terrorisme. Het agentschap faciliteert de uitwisseling van informatie en houdt zich bezig met het opstellen van misdaadanalyses. Het onderhavige voorstel geeft uitvoering aan artikel 88 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), dat bepaalt dat bij verordeningen de structuur, de werking, het werkterrein en de taken van Europol worden vastgelegd. De nieuwe verordening biedt een juridisch kader voor een nieuw Europol, dat een samenvoeging behelst van het oude Europol en CEPOL (de Europese politieacademie). Andere belangrijke elementen van het voorstel zijn de controle door nationale parlementen en het Europees Parlement op de activiteiten van Europol en een nieuw en versterkt regime voor de bescherming van persoonsgegevens.

Lees meer: uitgebreide samenvatting


Behandeling Raad

JBZ-Raad 10-11 maart 2016 

Tijdens deze Raad is een standpunt vastgesteld in eerste lezing met het oog op de vaststelling van een verordening betreffende Europol. Op 8 april 2016 publiceerde de Europese Commissie een mededeling met dit standpunt (Zie COM(2016)209PDF-document). 

JBZ-Raad 3-4 december 2015 (agendapunt II.9)

Tijdens de Raad zijn de stand van zaken over dit voorstel besproken. De Raad bevestigde hier een overeenkomst met het Europees Parlement over dit voorstel te hebben bereikt. 

JBZ-Raad 5-6 juni 2014 (agendapunt II.2)

Tijdens de Raad voor Justitie en Binnenlandse Zaken op 5-6 juni 2014 bereikten de lidstaten een gedeeltelijke algemene oriëntatiePDF-document over het voorstel. De minister gaf aan dat Nederland tevreden is met het voorliggende compromis. Nederland hecht er aan dat er in de komende technische besprekingen ook aandacht wordt besteed aan de andere horizontale kwesties tussen de agentschappen, zoals parlementair toezicht, externe betrekkingen en de financiering van de Joint Investigation Teams (JIT’s). Waarschijnlijk zal in het najaar onder Italiaans voorzitterschap een start gemaakt worden gemaakt met de triloog (onderhandelingen tussen de Raad en het Europees Parlement).

JBZ-Raad 3-4 maart 2014 (agendapunt I.3)

Tijdens de Raad voor Justitie en Binnenlandse Zaken op 3-4 maart 2014 is een discussienotaPDF-document van het Voorzitterschap over het verordeningsvoorstel besproken. Volgens het Voorzitterschap is een algemene oriëntatie haalbaar tijden de JBZ-Raad van juni 2014.

De voorgestelde fusie van Europol met CEPOL is overigens definitief van de baan. De lidstaten verzochten de Commissie om op korte termijn met een nieuw wetgevend voorstel te komen voor CEPOL.

JBZ-Raad 5-6 december 2013 (agendapunt (II.6)

Tijdens de Raad is de laatste stand van zaken met betrekking tot het voorstel besproken. Uit de geannoteerde agenda blijkt dat de eerste lezing van de concept Europol verordening op raadswerkgroepniveau heeft plaatsgevonden. Belangrijke onderdelen en discussiepunten van de nieuwe verordening zijn onder meer de informatieoverdracht van lidstaten naar Europol en omgekeerd, het beheer van deze informatie, het regime van gegevensbescherming, het toezicht daarop, de wijze van werken van Europol en de organisatie van Europol.

JBZ-Raad 6-7 juni 2013 (agendapunt II.1)

Tijdens de Raad heeft er een oriënterend debat over het verordeningsvoorstel plaatsgevonden. Het debat richtte zich met name op de voorgenomen fusie van CEPOL met Europol en de voorgestelde verstrekking van informatie van de lidstaten aan Europol. Tijdens het debat bleek onder andere dat een groot aantal lidstaten, waaronder Nederland,  tegen de voorgenomen fusie van CEPOL met Europol is. De staatssecretaris heeft tijdens de Raad aangegeven dat Nederland het goed vindt dat de Commissie probeert te bezuiningen door Europol met CEPOL te laten samengaan, maar dat niet al te veel aan de vorm van dat samengaan moet worden gehecht. Voor Nederland is van belang dat de kosten worden verlaagd met behoud van eigen identiteit. Met betrekking tot de informatieverstrekking gaf de staatssecretaris tijdens de Raad aan dat twee zorgpunten door Nederland worden onderzocht in een nationale impactanalyse. Ten eerste mag de beoordeling van juistheid en betrouwbaarheid niet leiden tot ongerechtvaardigde administratieve lastenverzwaring. Tweede punt is dat Nederland een mogelijke belemmering van de effectiviteit van Europol voorziet in de voorgestelde beperking van de mogelijkheid voor Europol om gegevens te verwerken over slachtoffers, getuigen en personen onder de achttien jaar. Tot slot is de controle van nationale processen een nationale taak. De huidige uitzonderingen moeten daarom behouden blijven. De Raad zal de onderhandelingen voortzetten op basis van deze informatie en nodigt lidstaten uit om een voorstel in te dienen indien ze CEPOL willen huisvesten.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 11 mei 2016 heeft het Europees Parlement ingestemd met nieuwe bevoegdheden waardoor het Europese politieagentschap Euopol beter en sneller in staat is terrorisme, cybercrime en andere wetsovertredingen en bedreigingen te bestrijden. De nieuwe bevoegdheden gaan gepaard met strenge voorwaarden voor het gebruik van persoonsgegevens en democratische controle. De verordening treedt twintig dagen na publicatie in werking en de nieuwe regels worden vanaf 1 mei 2017 van kracht. 

Op 30 november 2015 heeft de Commissie LIBE van het Europees Parlement het politiek akkoord dat is bereikt op de trialoogvergadering van 26 november 2015 goedgekeurd. 

Tijdens een gezamenlijke vergadering op 19 oktober 2015 hebben de leden van de LIBE Commissie van gedachten gewisseld over Europol en intrekking van Besluiten 2009/371/JBZ en 2005/681/JBZ. Rapporteur Consuegra Diaz de Mera (PPE) deed verslag van de stand van zaken van de onderhandelingen in het kader van de triloog in aanwezigheid van het Voorzitterschap en de Commissie. 

Het Europees Parlement stelde op 25 februari 2014 haar standpunt in eerste lezing vast.

De commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE) stemde op 30 januari 2014 in met het ontwerpverslag en de ingediende amendementen. Het verslag werd op 7 februari 2014 gepubliceerd.  

De deadline voor het indienen van amendementen bij het ontwerpverslag was gesteld op 19 september 2013. Op 1 oktober 2013 werden de amendementen openbaar gemaakt.

De rapporteur van het verordeningsvoorstel publiceerde op 19 juni 2013 het ontwerpverslag. Uit het ontwerpverslag blijkt dat de rapporteur duidelijk tegen een samensmelting van Europol en Cepol is. Volgens de rapporteur hebben zij zeer uiteenlopende doelstellingen en taken met betrekking tot samenwerking in de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid van de Europese Unie.

Op 7 mei 2013 heeft de commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE) van het Europees Parlement een debat gehouden over het verordeningsvoorstel. Uit het debat bleek dat de leden van de LIBE commissie hun twijfels hebben over het nut van het samenvoegen van Europol met Cepol. Volgens de leden werkt de huidige samenwerking tussen de organisaties goed en zou een samenvoeging de onafhankelijkheid van beide organisaties in gevaar brengen.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

De Kamer van Volksvertegenwoordigers van België heeft op 19 juni 2013 een met redenen omkleed advies aangenomen over het verordeningsvoorstel. De Spaanse Cortes Generales deed hetzelfde op 18 juni 2013.

Op 7 juni 2013 heeft de Duitse Bundersraad een met redenen omkleed advies aangenomen over het verordeningsvoorstel.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

Op 16 februari 2017 schreef de Commissie Meijers een notitiePDF-document inzake de interparlementaire controle op Europol.

Op 28 oktober 2013 stuurde het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) een brief aan de commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad (I&A/JBZ Raad). In de brief vraag het CBP aandacht voor de twee adviezen die zijn uitgebacht over het voorstel door het Gemeenschappelijk Controleorgaan (GCO) van Europol.

Op 9 oktober 2013 publiceerde het Gemeenschappelijk Controleorgaan (GCO) van Europol een tweede advies over het voorstel. Het GCO is wederom kritiisch over het beoogde niveau van gegevenbescherming in het voorstel en gaat hier uitgebreid op in. Bovendien is het GCO van mening dat het huidige voorstel niet genoeg flexibiliteit biedt voor Europol om diens taken te vervullen.

Het Gemeenschappelijk Controleorgaan (GCO) van Europol publiceerde op 10 juni 2013 een advies over het verordeningsvoorstel. In het advies stelt het GCO onder andere dat het verordeningsvoorstel afbreuk doet aan de bescherming van persoonsgegevens. Volgens het GCO ontbreekt het in het voorstel aan specifieke bepalingen voor gegevensverwerking.

Op 7 juni 2013 publiceerde de commissie voor Europese Zaken van het House of Lords (VK) een rapport waarin zij de Engelse regering aanbeveelt om deel te nemen aan de onderhandelingen. Het verordeningsvoorstel zal namelijk alleen van toepassing zijn in het Verenigd Koninkrijk als de Engelse regering drie maanden na publicatie van het voorstel, dus voor 30 juli 2013, aangeeft dat zij wil blijven deelnemen aan Europol, een zogenaamde "opt-in". Volgens de commissie is verdere deelname van het Verenigd Koninkrijk aan Europol van groot belang voor het waarborgen van de veiligheid van de Britse burgers. Wel geeft de commissie aan dat het voorstel op sommige punten verduidelijking vraagt en dat de Europese Commissie met meer overtuigende argumenten moet komen voor de voorgestelde fusie van CEPOL met Europol.

De Europese Toezichthouder voor Gegevensbescherming (EDPS) publiceerde op 3 juni 2013 zijn advies over het verordeningsvoorstel. DE EDPS uit hierin zijn zorgen over het verordeningsvoorstel. Gezien het feit dat het werk van Europol gebaseerd is op de samenwerking met en tussen verschillende wethandhavingsinstanties is het van groot belang dat er zorgvuldig wordt omgegaan met persoonlijke gegevens: Europol zou in principe alleen maar persoonlijke gegevens mogen verzamelen voor specifieke onderzoeken. Volgens de EDPS kunnen heldere regels omtrent gegevensbescherming de geloofwaardigheid van onderzoeken naar ernstige misdrijven versterken. De EDPS is verder verheugd met de rol die voor hem is weggelegd in het voorstel - namelijk als een onafhankelijke toezichthouder erop toezien dat Europol voldoet aan de Europese regels omtrent gegevensbescherming.

Op 15 mei 2013 organiseerde het Centre for Information and Research on Organised Crime (CIROC) een seminar getiteld Grensoverschrijdende recherche. Prof. dr. Monica den Boer van de Vrije Universiteit verzorgde tijdens dit seminar een presentatie waarin zij inging op de evoluerende rol van Europol in de internationale politiesamenwerking.


Alle bronnen