Dit wetsvoorstel legt een juridische basis om bij experimenten in het kader van de Experimentenwet Stad en Milieu onder vastgestelde voorwaarden af te kunnen wijken van bestaande wet- en regelgeving.
Het voorstel wil gemeenten mogelijkheden geven bij projecten Stad en Milieu effectief met milieu en leefruimte om te gaan, met name op het gebied van geluid, lucht, externe veiligheid en bodem. Bestaande wet- en regelgeving kunnen deze mogelijkheden soms beperken.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 25 juni 1998 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 24 november 1998 zonder stemming aangenomen. De fractie van de heer Bierman en de leden Schoondergang-Horikx en Pitstra werd daarbij aantekening verleend.
ingediend
22 januari 1998titel
Regels over experimenten inzake zuinig doelmatig ruimtegebruik en optimale leefkwaliteit in stedelijk gebied Experimentenwet Stad en Milieu)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
1
-
24 november 1998
behandeling en stemming (aantekening: fractie Bierman, Pitstra en Schoondergang-Horikx) Handelingen EK 1998/1999, nr. 9: blz. 206-217