24.818

Instelling van het Internationaal Tribunaal voor Rwanda



Dit wetsvoorstel voorziet in een variant van internationaal rechtshulpverkeer, namelijk de terbeschikkingstelling van een opgeëiste persoon aan een internationaal orgaan en niet aan een soevereine staat.

Bij het Joegoslavië Tribunaal te Den Haag wordt een 'liaison office' ingesteld ten behoeve van het Rwanda Tribunaal.

Dit rechtvaardigt een eigen regelgeving waar dit wetsvoorstel in voorziet.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Tweede Kamer
Schriftelijke voorbereiding
Eerste Kamer
Plenair
 
Afkondiging
Staatsblad(en)

Het voorstel is op 21 mei 1997 met algemene stemmen door de Tweede Kamer aangenomen. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 16 december 1997 zonder stemming aangenomen.

De wet is opgenomen in Staatsblad 754 van 29 december 1997.


Kerngegevens

ingediend

18 juli 1996

titel

Bepalingen verband houdende met de instelling van het Internationaal Tribunaal voor de vervolging van personen aansprakelijk voor genocide en andere ernstige schendingen van het internationale humanitaire recht, begaan op het grondgebied van Rwanda en van Rwandese burgers aansprakelijk voor genocide en andere van dergelijke schendingen, begaan op het grondgebied van buurlanden, tussen 1 januari 1994 en 31 december 1994

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister van Justitie

inwerkingtreding

De dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst.


Documenten

  • 16 december 1997
    stemming (zonder stemming aangenomen) EK 12, blz: 527
  • 16 december 1997
    voortzetting behandeling EK 12, blz: 527
  • 16 december 1997
    brief minister justitie nr. 68b
  • 9 december 1997
    behandeling Handelingen EK 1997/1998, nr. 9, blz: 425-430
  • 4 november 1997
    eindverslag commissie justitie nr. 68a
  • 24 oktober 1997
    memorie van antwoord nr. 68
  • 1 juli 1997
    voorlopig verslag commissie justitie nr. 307