Het wetsvoorstel wijzigt de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen ter versterking van de positie van de werknemer in een juridische procedure bij seksediscriminatie op de werkplek.
Het wetsvoorstel implementeert EG-richtlijn (97/80/EG; Pb EG L14) die regelt dat de bewijslast in gevallen van seksediscriminatie verschuift van de werknemer naar de werkgever.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 3 oktober 2000 aangenomen door de de Tweede Kamer. De fractie van de SGP stemde tegen. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 11 december 2000 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 635 van 28 december 2000.
De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 636 van 28 december 2000.
ingediend
24 februari 2000titel
Wijziging van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen en van Titel 7.10 van het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van de EG-richtlijn inzake de bewijslast in gevallen van discriminatie op grond van geslachtschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
2
-
3 oktober 2000
stemming (aangenomen, tegen: SGP) Handelingen TK 2000/2001, nr. 7: blz. 374 -
27 september 2000
behandeling Handelingen TK 2000/2001, nr. 5; blz. 258-270