27.552

Wet bereikbaarbeid en mobiliteit



Dit wetsvoorstel regelt het tegen betaling rijden met een motorvoertuig op de weg om de bereikbaarheid van de economische en andere centra over de weg te verbeteren en de mobiliteit te stroomlijnen. Dit voorstel is totstandgekomen naar aanleiding van de discussie rond het ingetrokken wetsvoorstel Wet op het rekeningrijden (25.816) en het pakket van maatregelen van het Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR).

Hiermee worden twee mobiliteitstarieven (expresbaantarief en toltarief) ingevoerd, de vorming van regionale mobiliteitsfondsen bevorderd en de Nationale wegencompagnie ingesteld.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 26 maart 2002 aangenomen door de Tweede Kamer. GroenLinks, PvdA, D66, VVD en CDA stemden voor. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 2 juli 2002 zonder stemming aangenomen.

De wet is opgenomen in Staatsblad 406 van 30 juli 2002.

De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 523 van 31 oktober 2002.


Kerngegevens

ingediend

12 december 2000

titel

Regels voor het heffen van mobiliteitstarieven ter zake het rijden op de weg met een motorrijtuig en de ondersteuning van regionale mobiliteitsfondsen (Wet bereikbaarheid en mobiliteit)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld


Hoofdlijnen

  • het toltarief, bedoeld voor (mede)bekostiging van de versnelde en extra aanleg van wegen en tunnels, zal worden geheven door de Nationale wegencompagnie;
  • het expresbaantarief biedt een snellere doorstroming aan groepen weggebruikers die bereid zijn voor een kortere reistijd te betalen, dit tarief wordt geheven en ingevorderd door de rijksbelastingdienst;
  • de Nationale wegencompagnie krijgt de vorm van een zelfstandig bestuursorgaan (zbo) en is een voorbeeld van publiek-private samenwerking (PPS);
  • de mobiliteitstarieven kunnen variëren naar plaats, tijd en verkeersintensiteit;
  • na twee jaar wordt het expresbaantarief geëvalueerd.

Documenten

4