26.884

Wet stedelijke vernieuwing



Het wetsvoorstel stimuleert de integrale stedelijke vernieuwing.

De stedelijke vernieuwing heeft betrekking op de fysieke leefomgeving op de gebieden van wonen, ruimte, milieu, grootschalig groen en stadseconomie.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 29 juni 2000 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 14 november 2000 als hamerstuk afgedaan.

De wet is opgenomen in Staatsblad 504 van 30 november 2000.


Kerngegevens

ingediend

13 november 1999

titel

Wet ter stimulering van integrale stedelijke vernieuwing (Wet stedelijke vernieuwing)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

inwerkingtreding

met ingang van de datum waarop de Invoeringswet Wet stedelijke vernieuwing (27.160) in werking treedt


Hoofdlijnen

Het wetsvoorstel is gericht op:

  • de bevordering van integratie van beleid en geldstromen, zowel bij de rijksoverheid als bij gemeenten;
  • de bevordering van samenwerking tussen de bestuurslagen en gemeenten onderling en tussen de gemeentelijke overheid en de particuliere sector;
  • de stimulering van innovatie, met de introductie van een zekere mate van beleidsconcurentie;
  • criteria om in aanmerking te komen voor steun uit het investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV-budget).

Het wetsvoorstel vervangt relevante onderdelen van verschillende oude regelingen, zoals de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing, het Besluit locatiegebonden subsidies en het Besluit woninggebondensubsidies 1995.


Documenten

  • 14 november 2000
    stemming (hamerstuk) PDF-document Handelingen EK 2000/2001, nr. 4: blz. 96
  • 29 juni 2000
    stemming (met algemene stemmen aangenomen) Handelingen TK 1999/2000, nr. 93: blz. 6092-6094