26.711

Wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet



Dit wetsvoorstel wijzigt de Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW) en enige andere wetten waardoor gekozen kan worden voor ouderdomspensioen in plaats van nabestaandenpensioen. Tevens wordt een gelijke behandeling van mannen en vrouwen in de aanvullende pensioenen beoogd.

Vooral over de reikwijdte van het eerste punt (artikel 2b PSW) is de afgelopen jaren veel discussie geweest.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 22 juni 2000 aangenomen door de Tweede Kamer. GPV, RPF en SGP stemden tegen. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 19 december 2000 zonder stemming aangenomen.

De wet is opgenomen in Staatsblad 625 van 28 december 2000.


Kerngegevens

ingediend

3 september 1999

titel

Wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet en enige andere wetten (recht van keuze voor ouderdomspensioen in plaats van nabestaandenpensioen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld


Hoofdlijnen

Dit wetsvoorstel beoogt:

  • 1. 
    duidelijkheid te scheppen over de wijze van uitvoering van artikel 2b Pensioen- en Spaarfondsenwet (PSW). Werknemers kunnen dan zelf bepalen of zij hun aanvullende nabestaandenpensioen willen inruilen voor een hoger of een eerder ingaand aanvullend ouderdomspensioen;
  • 2. 
    gelijke behandeling van mannen en vrouwen in de aanvullende pensioenen;
  • 3. 
    wijziging van artikel 5, zesde lid van de Algemene wet gelijke behandeling. De uitzondering op het verbod op onderscheid naar burgerlijke staat in de arbeidsvoorzieningen wat betreft pensioenvoorzieningen wordt geschrapt.

Documenten