Dit wetsvoorstel past de wetgeving aan in verband met de vervanging van de gulden door de euro. De guldensbedragen worden in de wetgeving omgezet in eurobedragen. De omrekening vindt plaats volgens de op Europees niveau vastgestelde regels (1 euro = f 2,20371), waarbij het resultaat wordt afgerond op hele eurocenten.

Hiermee worden de financiële consequenties van de omzetting voor overheid en burgers geminimaliseerd. Aanpassing van een deel van de formele wetgeving wordt "meegenomen" in andere wetgevingstrajecten. Verzamel-Algemene Maatregelen van Bestuur en verzamel-ministeriële regelingen zorgen voor aanpassing van de lagere regelgeving aan de Euro.

Tegelijk met dit wetsvoorstel werd het voorstel van Rijkswet aanpassing rijkswetten euro (27.473) ingediend tot aanpassing van de Rijkswetten.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Tweede Kamer
Schriftelijke voorbereiding
Eerste Kamer
Afkondiging
Staatsblad(en)

Het voorstel is op 19 juni 2001 met algemene stemmen door de Tweede Kamer aangenomen. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 25 september 2001 als hamerstuk afgedaan.

De wet is opgenomen in Staatsblad 481 van 1 november 2001.


Kerngegevens

ingediend

31 oktober 2000

titel

Aanpassing van wetten in verband met de vervanging van de gulden door de euro (Aanpassingswet euro)

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

  • minister van Justitie

inwerkingtreding

  • 1. 
    Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2002
  • 2. 
    Indien het bij koninklijke boodschap van 2 maart 2000 ingediende voorstel van wet, houdende tijdelijke regels inzake het raadgevend correctief referendum (Tijdelijke referendumwet) (Kamerstukken II, 2000-2001, 27 034) tot wet is verheven en deze wet is bekrachtigd op of na de datum waarop de Tijdelijke referendumwet in werking is getreden, treedt deze wet onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet in werking met ingang van 1 januari 2002.

Documenten