Dit wetsvoorstel maakt het mogelijk bij gebrek aan celcapaciteit in gevangenissen en justitiële jeugdinrichtingen een in bewaring gestelde verdachte enkele dagen in een politiecel te laten verblijven, in afwachting van overbrenging naar een huis van bewaring.

Tot voor kort werd een verblijf in een politiecel van maximaal tien dagen gedoogd. Een uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Rotterdam in oktober 2001 brak met dit beleid. Dit wetsvoorstel maakt een verblijf van preventief gedetineerden van maximaal 10 dagen mogelijk. Voor minderjarigen in de leeftijd van twaalf tot en met zestien jaar is voortgezet verblijf in een politiecel alleen toegestaan om het vervoer naar een plaats in een inrichting te kunnen regelen. Met het oog daarop is de termijn beperkt tot drie dagen.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 7 februari 2002 aangenomen door de Tweede Kamer. De fractie van de SP stemde tegen. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 5 maart 2002 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. De fractie van GroenLinks stemde tegen.

De wet is opgenomen in Staatsblad 125 van 7 maart 2002.

Het voorstel werd gezamenlijk plenair behandeld met het wetsvoorstel Tijdelijke wet noodcapaciteit drugskoeriers (28.201).


Kerngegevens

ingediend

25 januari 2002

titel

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Penitentiaire beginselenwet en de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen in verband met het verblijf van in bewaring gestelde verdachten alsmede arrestanten in een politiecel (verblijf in politiecellen)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister van Justitie

inwerkingtreding

Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst


Documenten