Dit wetsvoorstel past de Wet op het voortgezet onderwijs aan zodat scholen voor voortgezet onderwijs niet meer verplicht zijn aangesloten bij het zogenaamde Vervangingsfonds en het Participatiefonds.
Met dit voorstel worden scholen voor voortgezet onderwijs zelf verantwoordelijk voor de vervanging bij afwezigheid van hun personeel en voor de kosten van werkloosheidsuitkeringen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 22 maart 2005 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 10 mei 2005 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 288 van 14 juni 2005.
ingediend
18 mei 2001titel
Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met decentralisatie van de vervangingsuitgaven en van de wachtgelduitgaven (decentralisatie vervangingsuitgaven en wachtgelduitgaven vo)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
- minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
3
-
22 maart 2005
stemming (met algemene stemmen aangenomen) Handelingen TK 2004/2005, nr. 62, blz: 3984 -
16 maart 2005
voortzetting behandeling Handelingen TK 2004/2005, nr. 60, blz; 3906-3925 -
10 maart 2005
behandeling Handelingen TK 2004/2005, nr. 58, blz: 3737-3752