Dit voorstel wijzigt het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen en beoogt de mogelijkheden voor berechting door een enkelvoudige kamer in eerste aanleg en in appel te verruimen.
Met dit voorstel wordt de capaciteit voor de berechting van misdrijven in eerste aanleg en in appel vergroot. Als zodanig kan ook de werklast beter verdeeld worden. Door de voorgestelde wijzigingen wordt tevens een bijdrage geleverd aan de mogelijkheden die rechtbanken en gerechtshoven ter beschikking staan om de doorloopsnelheden te verhogen en daarmee het risico op schending van het vereiste van berechting binnen een redelijke termijn als omschreven in artikel 6 Europees verdrag voor de rechten van de mens (EVRM) te verminderen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 12 maart 2002 aangenomen door de Tweede Kamer. PvdA, VVD, CDA, ChristenUnie en SGP stemden voor. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 2 juli 2002 zonder stemming aangenomen. GroenLinks en D66 is daarbij aantekening verleend.
De wet is opgenomen in Staatsblad 355 van 11 juli 2002.
De Eerste Kamer debatteerde op 21 januari 2003 met de minister van Justitie over zijn brief (28.215 EK nr. 96) betreffende intrekking van het wetsvoorstel Beperking bevoegdheid enkelvoudige kamers, dat voor advies bij de Raad van State ligt.
Op 2 mei 2003 is het voorstel Beperking bevoegdheid enkelvoudige kamers bij de Tweede Kamer ingediend.
ingediend
4 februari 2002titel
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen strekkende tot het verruimen van de bevoegdheid van de politierechter en de enkelvoudige kamer in hoger beroep (verruiming bevoegdheid enkelvoudige kamers)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet, met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
1