Dit voorstel wijzigt de huidige Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Met dit voorstel wordt uitvoering gegeven aan de aanbevelingen die de commissie-Van Traa heeft gedaan voor de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD).
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 3 juli 2001 aangenomen door de Tweede Kamer. PvdA, D66, VVD, CDA, ChristenUnie en SGP stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 5 februari 2002 zonder stemming aangenomen. De fractie van GroenLinks werd daarbij aantekening verleend.
Het voorstel werd gezamenlijk behandeld met het voorstel Verandering in de Grondwet inzake het binnentreden in woningen (26.158).
ingediend
7 februari 1998titel
Regels met betrekking tot de inlichtingen- en veiligheidsdiensten alsmede wijziging van enkele wetten (Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 19..)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
De wijzingen betreffen onder andere een regeling voor de inzet van bijzondere inlichtingenmiddelen en een kader om te bepalen welke afwegingen daarbij gemaakt moeten worden.
Ook wordt voorzien in een regeling voor het kennisnemen van persoons- en andere gegevens die door de de diensten worden verwerkt.
Tevens wordt voorgesteld om een nieuwe onafhankelijke commissie van toezicht in te stellen, die de rechtmatige uitvoering van de nieuwe wet controleert.
Verder worden de namen van de BVD en de Militaire Inlichtingendienst (MID) aangepast om deze beter te laten aansluiten bij de taken die zij verrichten. De BVD zal Algemene inlichtingen- en veiligheidsdienst (AIVD) worden en de MID zal Militaire inlichtingen- en veiligheidsdienst (MIVD) gaan heten.
Voor de bekendmaking van deze wet vervangt de Minister-President, Minister van Algemene Zaken de in deze wet voorkomende aanduiding "19.." door het jaartal van het Staatsblad waarin deze wet zal worden geplaatst.
5
-
11 maart 2004
brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties houdende een voorhang van een ontwerp Aanwijzingsbesluit op grond van artikel 39 EK, niet als Kamerstuk gepubliceerd
voor kennisgeving aangenomen op 20 april 2004 -
-
-
-