28.337

Wet internationale misdrijven



De Wet internationale misdrijven stelt 'de ernstigste misdrijven die de gehele internationale gemeenschap met zorg vervullen' strafbaar. Het gaat hier om het misdrijf genocide, misdrijven tegen de menselijkheid, foltering en oorlogsmisdrijven.

De wet vestigt ter zake van deze misdrijven ruime extraterritoriale jurisdictie voor de Nederlandse rechter, deels gebaseerd op het universaliteitsbeginsel en bevat een aantal noodzakelijke voorzieningen van materieel-strafrechtelijke en strafprocesrechtelijke aard, waaronder de aanwijzing van de (relatief) competente rechter.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 18 december 2002 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 17 juni 2003 zonder stemming aangenomen.


Kerngegevens

ingediend

19 april 2002

titel

Regels met betrekking tot ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht (Wet internationale misdrijven)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister van Justitie

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip


Hoofdlijnen

  • Deze wettelijke aanpassingen vallen in twee delen uiteen. Het eerste deel, de Uitvoeringswet Internationaal Strafhof, bevat de wettelijke regeling inzake de rechtshulp en andere vormen van samenwerking die het Koninkrijk als partij bij het Statuut èn als gastland verplicht is aan het Strafhof te verlenen;
  • Het andere deel is neergelegd in dit wetsvoorstel en omvat de aanpassingen van de Nederlandse strafwetgeving die nodig zijn om de genoemde misdrijven hier te lande te kunnen vervolgen en berechten;
  • Het voorstel wijzigt de Wet Oorlogsstrafrecht, het Wetboek van Strafrecht en de Wet overlevering inzake oorlogsmisdrijven;
  • De Uitvoeringswet genocideverdrag en de Uitvoeringswet folteringverdrag worden ingetrokken.

Documenten

  • 18 december 2002
    stemming (met algemene stemmen aangenomen) Handelingen TK 2002/2003, nr. 35: blz. 2664-2666