28.456

Nieuwe eisen voor buitenlands gediplomeerden in de individuele gezondheidszorg



Dit wetsvoorstel verbetert de behandeling van aanvragen voor een verklaring van vakbekwaamheid van buitenlands gediplomeerden in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG). Verder wordt de Wet in overeenstemming gebracht met de EG-richtlijn 2001/19/EGPDF-document over het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties.

Met dit voorstel worden enkele wijzigingen aangebracht waardoor de Wet BIG in overeenstemming wordt gebracht met de uitvoeringspraktijk op het gebied van de afgifte van een verklaring van vakbekwaamheid. Met deze verklaring kunnen tegen de inschrijving van een buitenlands gediplomeerde in het register geen bezwaar bestaan.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Tweede Kamer
Schriftelijke voorbereiding
Eerste Kamer

Het voorstel is op 15 april 2003 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 20 mei 2003 als hamerstuk afgedaan.


Kerngegevens

ingediend

28 juni 2002

titel

Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg in verband met wijziging van aan buitenlandse gediplomeerden te stellen eisen (buitenlands gediplomeerden)

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip


Hoofdlijnen

  • aanvragen van buitenlandse (tand)artsen om in Nederland hun vak uit te oefenen worden alleen behandeld als de aanvrager een geldige verblijfstitel heeft,
  • criteria voor erkenning worden verruimd, waardoor er rekening gehouden kan worden met opgedane beroepservaring,
  • invoering van een kennis- en vaardighedentoets.

Documenten

3
  • 20 mei 2003
    stemming (hamerstuk) PDF-document Handelingen EK 2002/2003, nr. 24: blz. 746
  • 15 april 2003
    stemming (met algemene stemmen aangenomen) Handelingen TK 2002/2003, nr. 62: blz. 3719
  • 9 april 2003
    behandeling Handelingen TK 2002/2003, nr. 59: blz. 3601-3606