Dit wetsvoorstel wijzigt het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet op de economische delicten ter implementatie van EG-richtlijn 2000/31/EG van 8 juni 2000 betreffende de elektronische handel. Hiermee worden nationale bezwaren voor de diensten van de informatiemaatschappij weggenomen en voorkomen. Verder wordt het vrije verkeer van diensten en met name de elektronische handel tussen lidstaten gewaarborgd en het goed functioneren van de interne markt verzekerd.
Met dit voorstel wordt het on-line verrichten van diensten gebaseerd op de bevoegdheid van de lidstaat waarin de dienstverlener is gevestigd. De autoriteiten van die lidstaat moeten toezicht op de on-line-diensten uitoefenen en zo nodig maatregelen nemen. In de richtlijn en dit voorstel zijn vooral de rechtszekerheid en de bescherming van het vertrouwen van de consumenten maatgevend.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 11 november 2003 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 11 mei 2004 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
23 januari 2002titel
Aanpassing van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet op de economische delicten ter uitvoering van richtlijn nr. 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt (PbEG L 178) (Aanpassingswet richtlijn inzake elektronische handel)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
- minister van Economische Zaken
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
1