Dit wetsvoorstel bevat de begroting van uitgaven en ontvangsten voor het jaar 2004 van het ministerie van Justitie.
Het voorstel is op 18 november 2003 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 2 maart 2004 zonder stemming aangenomen.
Op 2 maart 2004 vond een beleidsdebat over de strafrechtketen alsmede "Een Europese strafrechtelijke ruimte" (EU-strafrecht en de implementatie van EU-wetgeving) plaats. Tijdens dit debat is de Motie-Kox (SP) c.s. inzake garanties over de voortzetting van de bestaande Justitie-in-de-Buurt-bureaus (EK 29.200 VI, C) ingediend. Deze motie is op 9 maart 2004 gewijzigd (EK 29.200 VI, D). Op 24 april 2007 is deze motie ingetrokken.
ingediend
16 september 2003titel
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2004schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Justitie
- minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie
inwerkingtreding
Met ingang van 1 januari van het jaar waarop de vaststelling van de begroting betrekking heeft. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.
1