Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) waardoor de doelmatigheid van de waardering van onroerende zaken wordt vergroot en de uitvoeringskosten beperkt.
Dit voorstel verbetert de samenwerking tussen gemeenten bij de uitvoering van de Wet WOZ, combineert de WOZ-beschikking en de aanslag Onroerendezaakbelasting, vereenvoudigt de voorschriften voor de waardebepalingen van gebouwde eigendommen in aanbouw, zorgt voor uitbreiding van vrijstellingen. Verder wordt door dit voorstel het WOZ-tijdvak gefaseerd ingekort van vier jaren naar één jaar.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 9 november 2004 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 7 december 2004 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 656 van 23 december 2004.
De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 43 van 31 januari 2006.
De inwerkingtreding van artikel IX is opgenomen in Staatsblad 244 van 23 mei 2006.
-
2.
-
-
-
-
ingediend
26 mei 2004titel
Wijziging van de Wet waardering onroerende zaken en van enige wetten (meer doelmatige uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
-
1.Deze wet treedt zonodig onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet in werking met ingang van 1 januari 2005.
-
2.In afwijking in zoverre van het eerste lid, treden de artikelen IV, V, VI, VII, VIII en IX in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
-
3.