Dit wetsvoorstel wijzigt het Wetboek van Strafvordering waardoor het kaderbesluit 2003/577/JBZ van de Raad van de Europese Unie inzake de tenuitvoerlegging in de Europese Unie van beslissingen tot bevriezing (inbeslagneming) van voorwerpen of bewijsstukken, wordt geïmplementeerd.
Met dit voorstel worden regels gesteld voor de wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen tot inbeslagneming van voorwerpen of bewijsstukken tussen de lidstaten van de EU.
Het uitgangspunt van het kaderbesluit is dat een bevel tot inbeslagneming van voorwerpen die zich in een andere lidstaat bevinden dan de lidstaat die het bevel heeft gegeven, door de lidstaat waar de desbetreffende voorwerpen zich bevinden zonder verdere formaliteit wordt erkend en ten uitvoer gelegd. Onder bepaalde omstandigheden kan de tenuitvoerlegging worden opgeschort of geweigerd.
Het kaderbesluit bevat regels voor deze vorm van strafrechtelijke samenwerking.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het wetsvoorstel is op 10 februari 2005 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 14 juni 2005 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 310 van 23 juni 2005.
ingediend
25 oktober 2004titel
Implementatie van het kaderbesluit nr. 2003/577/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 22 juli 2003 inzake de tenuitvoerlegging in de Europese Unie van beslissingen tot bevriezing van voorwerpen of bewijsstukken (PbEG L 196)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
Het kaderbesluit betreft drie vormen van inbeslagneming:
-
-met het oog op de waarheidsvinding;
-
-met het oog op de verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van het in beslag genomen voorwerp;
-
-met het oog op de bewaring van het recht tot verhaal voor een mogelijk op te leggen of reeds opgelegd vonnis tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel (confiscatie). Het kaderbesluit wordt geïmplementeerd door in het Wetboek van Strafvordering na titel X inzake internationale rechtshulp een nieuwe titel XI inzake wederzijdse erkenning van strafvorderlijke bevelen op te nemen.
1