Dit wetsvoorstel verlengt de werking van de Uitkeringswet gewezen militairen (Ugm) voor oudere gewezen militairen met een recht op wachtgeld die voortijdig de dienst moeten verlaten. De einddatum wordt gewijzigd tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, waarbij zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de werkingsduur van het Sociaal Beleidskader Defensie (SBD) dat geldt tot 1 januari 2010.
Met dit voorstel wordt voldaan aan de taakstelling uit het Strategisch Akkoord voor versnelde uitstroom van militairen voorafgaande aan de onstlagleeftijd die leidt tot een uitkering ingevolge van de Ugm.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 2 juni 2005 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 4 juli 2005 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 489 van 18 oktober 2005.
De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 296 van 29 juni 2006.
ingediend
30 december 2004titel
Wijziging van de wet van 1 oktober 1992, houdende bijzondere regels met betrekking tot het recht op uitkering als bedoeld in de Uitkeringswet gewezen militairen alsmede wijziging van die wet (Stb. 1992, 573) in verband met de verlenging van de openstelling van de Uitkeringswet gewezen militairen voor de oudere gewezen militair, die voortijdig de dienst met een recht op wachtgeld zou moeten verlatenschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en werkt terug tot en met 1 januari 2001.
7
-
-
-
-
-
-
-
2 juni 2005
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2004/2005, nr. 86, blz: 5134