30.223

Einde verzekeringsplicht van in het buitenland wonende uitkeringsgerechtigden



Dit wetsvoorstel schaft in een aantal socialeverzekeringswetten de verzekeringsplicht voor de sociale verzekeringen van in het buitenland wonende uitkeringsgerechtigden af. Iedereen die in Nederland woont, is verplicht verzekerd voor de volksverzekeringen (de Algemene Ouderdomswet (AOW), de Algemene nabestaandenwet (ANW) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ)). Bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) kunnen uitzonderingen worden gemaakt.

Met dit voorstel wordt een overgangsregeling voor uitkeringsgerechtigden in het buitenland geïntroduceerd, die sinds 2000 niet meer verplicht verzekerd zijn voor de AOW en Anw. Het wordt voor uitkeringsgerechtigden binnen de Europese Unie mogelijk om zich vrijwillig te verzekeren tegen dezelfde voorwaarden als de Nederlandse verplichte verzekering. Het gaat om een regeling met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2000 tot 1 januari 2006. Vanaf 1 januari 2006 zijn in het buitenland woonachtige uitkeringsgerechtigden voor geen enkele sociale verzekering (ook niet voor WAO en WW) meer verplicht verzekerd.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 10 november 2005 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 19 december 2005 als hamerstuk afgedaan.

De wet is opgenomen in Staatsblad 718 van 29 december 2005.

De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 719 van 29 december 2005.


Kerngegevens

ingediend

2 september 2005

titel

Wijziging van enige socialeverzekeringswetten in verband met de beëindiging van de verzekeringsplicht van in het buitenland wonende uitkeringsgerechtigden

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening


Hoofdlijnen

  • De overgangsregeling is het gevolg van de uitspraak van het Europese Hof van Justitie in de zaak Van Pommeren-Bourgondiën van 7 juli 2005. (C-227/03)


Documenten

1
  • 10 november 2005
    stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2005/2006, nr. 20, blz: 1233