Op voorstel van oppositiefractie PvdA heeft de Eerste Kamer dinsdag 15 november besloten een week extra bedenktijd te nemen alvorens te beslissen over het wetsvoorstel dat voorziet in instelling van zogenaamde plusregio's op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Een aantal fracties verlangde van minister Remkes (VVD, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) de toezegging dat het hier een om een tijdelijke wettelijke regeling gaat in afwachting van een definitieve regeling van het middenbestuur (tussen gemeenten en rijk) in Nederland.
Pragmatische, noodzakelijke oplossing
Hoewel Remkes weigerde het woord tijdelijk in de mond te nemen en van een horizonbepaling al helemaal niets wil weten zei hij wel enkele malen dat beide Kamers de komende jaren op verschillende momenten weer de gelegenheid krijgen om over de plusregio's te discussiëren. De Wgr-plus is volgens de minister noodzakelijk voor het regionale bestuur in grootstedelijke gebieden. De Kaderwet op grond waarvan zeven van zulke gebieden een regionaal bestuur hebben loopt af. Remkes noemde het een pragmatische oplossing om nu eerst de aflopende Kaderwet te vervangen.
Notitie middenbestuur
In de loop van 2006 komt Remkes met een notitie over het middenbestuur. Hij houdt in principe vast aan de bestuurlijke hoofdstructuur die onder Thorbecke in de 19e eeuw tot stand is gekomen: gemeenten-provincies-rijk. Maar het Huis van Thorbecke is geen statisch geheel, zei de minister ook. Hij hoopte al over een jaar met de Eerste Kamer over het nieuwe middenbestuur in debat te kunnen gaan. Overigens wees Remkes erop dat in 2007 na de Tweede Kamerverkiezingen en bij de kabinetsformatie wederom over de inrichting van het binnenlands bestuur kan worden onderhandeld. Ook de Wgr-plus-gebieden staan dan wat hem betreft ter discussie, maar: Ik ga niet zeggen dat de plusregio's weer kunnen verdwijnen als er een ander middenbestuur ontstaat, zolang ik niet weet hoe dat bestuur eruit ziet en of dat een betere oplossing biedt voor de grootstedelijke problemen, aldus de minister.
Niet democratisch
Alleen de CDA-fractie in de senaat hechtte er niet aan om te nadruk te leggen op de 'tijdelijkheid' van de Wgr-plus. De meeste fracties vroegen om een horizonbepaling, maar regeringsfractie D66 vond dit niet nodig. Het is zonneklaar, dat het hier om een tijdelijke regeling gaat, zei woordvoerder Engels. Hij vond dat zelfs een goed excuus om voor de wet te stemmen, ondanks het grote bezwaar dat het regionale bestuur niet democratisch gelegitimeerd zal zijn. Er komen geen verkiezingen voor de plusregio's. De verschillende gemeenteraden wijzen leden van het algemeen bestuur van de plusregio aan dat vervolgens uit zijn midden een dagelijks bestuur kiest.
Rechtstreeks kiezen
PvdA-woordvoerder Meindertsma was in een opzicht al duidelijk: het regionale bestuur zou in de toekomst rechtstreeks gekozen moeten worden door de kiezers. De consequentie zou dan zijn dat in die gebieden er geen provinciaal bestuur meer zou blijven bestaan. Omdat de Wgr-plus een stap op weg is naar een andere bestuurlijke indeling pleitten veel fracties voor een horizonbepaling, zoals ook de Kaderwet stedelijke gebieden kent. Juist omdat deze Kaderwet afloopt, was de regering gedwongen met een nieuw voorstel voor het bestuur rond stedelijke gebieden te komen.
Burgers buiten spel
Senator Van den Oosten van de VVD wees erop dat als de regering de Wgr-plus-gebieden rond de grote steden buiten het toekomstige middenbestuur zou houden zes miljoen Nederlandse burgers en 108 gemeenten buiten spel zouden komen te staan. Daarom pleitte hij net als de PvdA voor een horizonbepaling in de nieuwe wet. Van den Oosten wees erop dat regio's rond Den Haag en Rotterdam bij elkaar een groter bestedingsbudget hebben dan de provincie Zuid-Holland. Voorts pleitte hij ervoor dat de zogenoemde uittredingsregeling van eventuele uittreding van gemeenten een reële kans moet hebben. CDA'er Pastoor verwelkomde de Wgr-plus-gebieden als het einde aan de worsteling rond de grote steden. Net als andere senatoren was ook Pastoor minder gelukkig met het ontbreken van democratische legitimatie, doordat de bestuursleden van de regio door de leden van de deelnemende gemeenteraden worden aangewezen en de kiezers er niet aan te pas komen. Maar het CDA is bereid dit voor lief te nemen gezien de goede ervaringen die al zijn opgedaan met gemeentelijke samenwerking.
Getrapte verkiezingen
Een suggestie van SP-senator Van Raak om leden van regionale besturen te laten kiezen door leden van gemeenteraden (zoals ook leden van de Eerste Kamer worden gekozen door leden van provinciale staten) wees Pastoor als gekunsteld van de hand. Deze getrapte verkiezingen zouden nauwelijks meer democratische legitimatie opleveren dan de huidige werkwijze. De CDA-senator verwees naar een advies van de Raad voor het openbaar bestuur (Rob). De Rob zegt dat de democratische controle niet alleen tot uitdrukking komt in de formele organisatiestructuren en besluitvormingsprocedures, maar ook in de democratische cultuur bij burgers en bestuurders.
Ruimtelijke ordening
Pastoor vond ook dat het op het gebied van de ruimtelijke ordening nog niet duidelijk is waar de bevoegdheid van de provincie eindigt en dat van het regionaal bestuur begint. Dit moet sluitend geregeld worden, zei Pastoor. Remkes zei dat deze zaak moet worden geregeld als de Wet op de ruimtelijke ordening in de senaat wordt besproken.
Deel dit item: