Dit wetsvoorstel maakt het gemeenten mogelijk om een bestuurlijke boete op te leggen bij overtreding van bepaalde voorschriften inzake stilstaan en parkeren van voertuigen en voor enkele andere lichte verkeersovertredingen, zoals het verkeerd gebruik maken van de weg door voetgangers en fietsers.
Hoewel de politie bevoegd blijft tegen dit soort overtredingen op te treden, is het college van burgemeester en wethouders primair verantwoordelijk voor de handhaving. Op deze wijze worden gemeenten in staat gesteld een integraal parkeerbeleid te voeren en wordt handhaving eenvoudiger en doelmatiger.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 20 maart 2007 aangenomen door de Tweede Kamer. PvdA, D66, VVD, ChristenUnie, SGP en CDA stemden voor. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 18 december 2007 na stemming bij zitten en opstaan verworpen. De fracties van VVD, CDA, SP, SGP, PvdD en GroenLinks stemden tegen.
De plenaire behandeling door de Eerste Kamer vond gezamenlijk plaats met het voorstel Wet bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte (30.101).
De Eerste Kamercommissie voor Justitie heeft op 31 oktober 2008 een brief van de minister van Justitie met de Kabinetsnota over de uitgangspunten bij de keuze van een sanctiestelsel ontvangen (EK 31.700 VI, D) .De commissie heeft op 11 november 2008 deze brief besproken en besloten op 23 december 2008 inbreng voor schriftelijke vragen te leveren.
ingediend
28 april 2005titel
Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van een aantal voorschriften betreffende het laten stilstaan en parkeren van voertuigen, en voor andere lichte verkeersovertredingen (Wet bestuurlijke boete fout parkeren en andere lichte verkeersovertredingen)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
0
Er zijn geen documenten gevonden.