Senaat verkent grenzen krijgsmacht



"Mijn hart draait om als ik hoor dat in het land waarvoor wij ons zo inzetten, iemand die een bijbel in zijn zak heeft op grond van dat feit tot de doodstraf veroordeeld kan worden omdat een moslim niet geacht wordt zich te bekeren tot het christendom".

Minister Kamp (VVD, defensie) deed deze bekentenis dinsdag 21 maart in het debat met de Eerste Kamer over zijn begroting voor 2006. Een belangrijk thema in dat debat betrof de aanwezigheid van Nederlandse militairen in Afghanistan. De minister reageerde o.a. op een opmerking van SP-senator Kox die had gevraagd: Proberen wij niet met alle kracht een land dat met respect, voor een belangrijk deel nog in het stenen tijdperk zit, met geweld naar de 21e eeuw te halen en levert dat niet meer risico's op dan kansen?

De minister van defensie zei dit een reële vraag te vinden. Hij zei zich te realiseren dat het een forse uitstraling heeft als Nederland in Afghanistan met pantservoertuigen, gevechtshelikopters, ondersteunende special forces, met flink wat gevechtskracht en straaljagers achter de hand gaat opereren. Maar ik realiseer me ook dat daar nogal wat gewapende strijders zijn, die voor een deel religieus gemotiveerd zijn en niet terugschrikken voor zelfmoordaanslagen, die een grote bedreiging vormen voor onze soldaten vormen. Wij hebben dus al die middelen nodig, maar wij moeten er terughoudend en verstandig mee omgaan, aldus minister Kamp.

Niet alleen in het geval van Afghanistan verkende de Eerste Kamer in het begrotingsdebatde grenzen en mogelijkheden van de Nederlandse krijgsmacht. Ook de inzet van militairen in Nederland zelf bij het waarborgen van de nationale veiligheid kwam uitvoerig aan de orde.

De verjonging van de krijgsmacht door reorganisatie en de onzekerheid over het nieuwe gevechtsvliegtuig Joint Strike Fighter waren eveneens onderwerpen van het debat.

Woordvoerder Russell van de CDA-fractie drong aan op een 'geïntegreerd veiligheidsbeleid' in Nederland in het verlengde van de al bestaande geïntegreerde defensiedoctrine. De Nederlandse Defensie Doctrine (NDD) is een leidraad voor een gezamenlijk optreden van de afzonderlijke krijgsmachtdelen (land- en luchtmacht, marine en marechaussee). Volgens deze doctrine lopen de interne en externe veiligheid meer en meer in elkaar over. De eerste hoofdtaak van Defensie: het beschermen van het Nederlandse grondgebied, raakt steeds meer verbonden met de derde hoofdtaak: de bijstand van civiele autoriteiten. Dit is een gevolg van de toegenomen terroristische dreiging.

Senator Russell zei dat de CDA-fractie ervoor is dat er een Nationale Veiligheidsstrategie wordt opgesteld. Volgens het CDA kan de NDD als aanzet daartoe dienen. Russell: Met de NDD heeft Defensie zich geprofileerd als een belangrijke speler op het gebied van nationale veiligheid. Waar Defensie vroeger een vangnetfunctie had ten aanzien van de nationale veiligheid, heeft de krijgsmacht in de afgelopen jaren een meer structurele rol als veiligheidspartner ingenomen.

Woordvoerder Hoekzema van de VVD vroeg of het steeds grotere beslag van personeel en materieel voor civiele taken in Nederland zelf ten koste gaat van de twee andere hoofdtaken. Hoekzema voorzag spanningen in het budget dat kleiner wordt en in 2010 nog maar 1,1% van het bruto binnenlands product zal bedragen Volgens de VVD-fractie moet na de bezuinigingen van 400 miljoen euro in de afgelopen jaren het defensiebudget weer 'geleidelijk' hoger worden. Minister Kamp zei dat het percentage thans iets onder 1,6% ligt en dat het goed zou zijn als dit percentage zou toegroeien naar de in internationaal verband afgesproken 2% van het bbp.

Senator Van Middelkoop sneed namens de fracties van ChristenUnie en SGP evenals zijn collega Hoekzema van de VVD de uitdijende maatschappelijke rol van de krijgsmacht aan. Van Middelkoop verwees naar de voormalige voorzitter van MKB Nederland, Hans de Boer, die Defensie wil inschakelen bij de bestrijding van de jeugdwerkloosheid en de afspraken met Binnenlandse Zaken over civiel-militaire samenwerking. In dit verband vroeg Van Middelkoop waarom de vanouds gebruikte terminologie van 'interne of binnenlandse veiligheid' is verlaten en vervangen door het begrip 'nationale veiligheid'. Ook informeerden Hoekzema en Van Middelkoop naar de afspraken met burgemeester Cohen van Amsterdam die Defensie een structurele rol wil geven bij het handhaven van de openbare orde in zijn stad. CDA-senator Russel bracht de extra menskracht voor de terreurbestrijding in de grote steden naar voren. Hij noemde het goed nieuws dat de Marechaussee de bewaking van objecten op zich gaat nemen.

PvdA-woordvoerder Middel vroeg of Nederland niet te zeer 'het beste jongetje van de klas' wil zijn bij het sturen van militairen naar brandhaarden in de wereld. Hebben we wel voldoende personeel voor de missie naar Afghanistan, wilde de PvdA-senator weten. Volgens Middel loopt Nederland ook teveel achter de regeringen van de VS en het Verenigd Koninkrijk aan door wel militairen naar Irak en Afghanistan te sturen, maar niet naar Afrika waar door geweld tienduizenden mensen omkomen.

GroenLinks-senator Platvoet wees op het toenemende geweld in de Afghaanse provincie Uruzgan, waar Nederland binnenkort 1200 militaire naar toe stuurt en drong aan op meer en betere informatie voor familie, vrienden en geïnteresseerden. Een moeilijker plek is haast niet te verzinnen, oordeelde SP-woordvoerder Kox over Uruzgan. De SP'er wilde weten of tot de taken van de Nederlandse soldaten gaat behoren het meewerken aan het vernietigen van papaveroogsten. Hij vreesde dat in dat geval de Nederlandse soldaten zich de grote vijandigheid van de plaatselijke bevolking op de hals halen, aangezien het hun enige middel van bestaan is.

Minister Kamp zei dat het een westers belang is om de handel in heroïne in te dammen en dat het tegengaan van papaverteelt daarbij kan helpen.

SP-er Kox en ook Van Middelkoop (CU/SGP) kritiseerden de gang van zaken rond de besluitvorming van de op handen zijnde militaire missie naar Afghanistan. Volgens Van Middelkoop heeft de regering geprobeerd een andere uitleg van het betreffende grondwetsartikel te geven dan eerder met het parlement is afgesproken. Afgesproken is dat het parlement een besluit van het kabinet zal beoordelen. De regering heeft geprobeerd met het bekendmaken van een 'voornemen' het bij een consultatie van het parlement te laten. Van Middelkoop in scherpe bewoordingen: De regering heeft door haar capriolen een odium van onbetrouwbaarheid op zich geladen. Er kan niet naar willekeur van de uitspraken van de grondwetgever worden afgeweken. Kox vond het nuttig dat met motie Van Aartsen-Bos de Tweede Kamer in dit geval de puntjes op de i heeft gezet. Minister Kamp zei dat hij op een lijn zit met Van Middelkoop: de regering neemt een besluit voer de uitzending van troepen en het parlement spreekt daar een oordeel over uit.

Twee linkse oppositiepartijen hielden de regering hun twijfels over het project Joint Strike Fighter. Dit nieuwe JSF-gevechtsvliegtuig zal de F-16's gaan vervangen. Middel (PvdA) vreesde, dat 'we het schip in gaan'. En Platvoet (GroenLinks) zei dat na bezuinigingen in de VS alleen Stork als substantiële deelnemer aan het project overblijft en DutchAero (voorheen Philips Aerospace) afvalt. Staatssecretaris Van der Knaap (CDA) sprak geruststellende woorden. Er is al voor 424 miljoen euro bij de Nederlandse industrie besteld. Er zit voor miljarden aan afgeleide werkgelegenheid in het project en dat kan in de toekomst alleen meer doorgroeien, zei de staatssecretaris. Nederland gaat nog steeds uit van 85 aan te schaffen toestellen. Dat besluit hoeft pas in 2010 te vallen. Overigens worden de nieuwe toestellen in twee tranches besteld. Pas bij de tweede tranche speelt de vraag of er werkelijk 85 nieuwe toestellen komen of minder. Met het uit te sparen geld zou dan ander defensiemateriaal kunnen worden aangeschaft.

De senatoren Russell (CDA) en Hoekzema (VVD) stelden ook vragen over het personeelsbeleid. Zij uitten hun zorg over de reorganisatie waardoor 12.000 functies bij de krijgsmacht vervallen. Tot einde 2005 hadden 8500 militairen de dienst verlaten. Van der Knaap zei dat het moeilijker wordt gedwongen ontslagen te voorkomen naarmate de reorganisatie vordert. Defensie moet terug naar 65.000 arbeidsplaatsen. Vanwege de uitzonderlijke omstandigheden in Irak en Afghanistan is de uitzendtermijn teruggebracht van een half jaar naar vier maanden. Als gevolg daarvan is de druk op de ondersteunende diensten, zoals de genie en de logistiek, toegenomen. Het lijkt er volgens Van der Knaap op dat in het kader van de reorganisatie te diep in de ondersteunende diensten is gesneden. Russell maakte een kanttekening bij het streven meer vrouwen bij de krijgsmacht te betrekken door meer parttime werk en betere kinderopvang. Maar in Kandahar zal geen kinderopvang mogelijk zijn, zei Russell. Staatssecretaris Van der Knaap erkende dit, maar hij zei ook dat de regering graag een krijgsmacht wil met jonge mannen en jonge vrouwen. Precies in die leeftijd is er sprake van gezinsvorming en gezinsuitbreiding. Je moet dan faciliteiten hebben, niet alleen voor mannen, maar ook voor vrouwen, zei Van der Knaap.

In antwoord op vragen van de senatoren Russell en Hoekzema zei de staatssecretaris van Defensie dat we het aantal militairen dat getraumatiseerd raakt na uitzending niet moeten overdrijven. Het gaat om 3 tot 4 procent van het totaal. Gelukkig vindt de allergrootste groep het waardevol wat zij tijdens een uitzending hebben kunnen doen. De jaarlijkse Veteranendag op 29 juni (de verjaardag van wijlen Prins Bernhard) is volgens Van der Knaap een mooi slotnummer van de zorg voor veteranen.



Deel dit item: