Dit wetsvoorstel wijzigt de Grondwet en strekt ertoe de grondwettelijke regeling van het voorzitterschap van de gemeenteraad en van provinciale staten te deconstitutionaliseren door artikel 125, derde lid, van de Grondwet te laten vervallen. In dit artikel is sinds 1983 vastgelegd dat de burgemeester voorzitter is van de vergaderingen van de gemeenteraad en dat de commissaris van de Koning voorzitter is van de vergaderingen van provinciale staten.
Het argument om het raads- en statenvoorzitterschap uit de Grondwet te halen is dat dit voorzitterschap niet van constitutionele orde is. Het voorzitterschap van deze algemeen vertegenwoordigende lichamen betreft naar het oordeel van de regering geen hoofdelement van de inrichting van het Nederlandse staatsbestel. De regeling van deze voorzitterschappen kan om deze reden aan de gewone wetgever worden overgelaten. Het is aan hem te bepalen of het voorzitterschap wordt neergelegd bij de burgemeester onderscheidenlijk de commissaris van de Koning, dan wel dat dit op een andere wijze wordt geregeld.
Hoewel de dualisering en, in sterkere mate, de invoering van de direct gekozen burgemeester de aanleiding zijn voor het onderhavige wetsvoorstel, dient het voorstel aan de andere kant ook los van de invoering van de directe verkiezing van de burgemeester bezien te worden. Er bestaat immers een zelfstandige argumentatie voor de deconstitutionalisering.
Dit is de eerste lezing van deze Grondwetswijziging. Wetsvoorstel 31.013 bevat de tweede lezing van deze Grondwetswijziging.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 6 juni 2006 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 31 oktober 2006 zonder stemming aangenomen. De ChristenUnie en de SGP is daarbij aantekening verleend.
De wet is opgenomen in Staatsblad 549 van 14 november 2006.
ingediend
31 januari 2005titel
Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het vervallen van de bepaling inzake het voorzitterschap van de gemeenteraad en van provinciale statenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties
inwerkingtreding
8
-
31 oktober 2006
voortzetting behandeling en stemming (aangenomen, aantekening: SGP en ChristenUnie) Handelingen EK 2006/2007, nr. 4, blz: 153-155 -
-
-
-
-
-
-